persoonlijkheid
De persoonlijkheid is het geheel van kenmerken van de persoon, de menselijke geest.
Persoonlijkheid wordt ook 'karakter' genoemd; ook karakter betekent: een geheel van kenmerken. De persoonlijkheid is echter een bijzonder soort van karakter, namelijk alleen het karakter van de persoon. Men kan bijvoorbeeld wel spreken van het karakter van een landschap, maar niet van de persoonlijkheid ervan.
De kenmerken van de persoonlijkheid (de persoonlijkheidstrekken of karaktertrekken) worden bepaald door de ontwikkelingsgraad van de vermogens. Het enige wat de geest kan en waar de geest daardoor kan worden beschreven of gekenmerkt, zijn de vermogens. De persoonlijkheid wordt daarom bepaald door de kenmerkende wijze waarop de geest ervaringen waarneemt, ze in zichzelf door te denken en te voelen verwerkt en zich, als gevolg daarvan, op een bepaalde, kenmerkende, persoonlijke wijze, naar anderen toe wil gaan gedragen. In dat gedrag, in de persoonlijke manier van doen, komt de mate van bewuste beheersing van de vermogens tot uitdrukking. De bewuste beheersing van de vermogens is daardoor een maatstaf voor de beschrijving van de persoonlijkheid (zie: het in- en uitgekeerde waarnemen, het in- en uitgekeerde denken, het in- en uitgekeerde voelen, het in- en uitgekeerde willen).
In sommige levensbeschouwingen wordt niet gezien, dat het de persóón is die áchter de persoonlijkheid staat en in die persoonlijkheid tot uitdrukking komt. Het is de geest als de persoon die de handelende zelfstandigheid is, die waarneeemt, denkt, voelt en wil met betrekking tot anderen. In die levensbeschouwingen worden persoonlijkheid en persoon verwisseld of aan elkaar gelijkgesteld. De persoonlijkheid kan echter niet denken of iets willen, zoals daar wel wordt gesteld; dat kan alleen de persoon.
Dit verschijnsel wordt veroorzaakt door de toestand van onbewuste vereenzelviging. Daardoor gaan aandacht en toewijding op in het uiterlijke, zij worden op een onderwerp buiten de geest overgedragen. De persoonlijkheid is datgene, wat aan de buitenkant zichtbaar is van de innerlijke werkzaamheid van de vermogens van de geest, de persoon. Wanneer de geest onbewust is van die eigen innerlijke zelfstandigheid en werkzaamheid, wordt alleen gezien wat er uiterlijk zichtbaar van is. Daardoor wordt wel de persoonlijkheid gezien, maar niet de persoon die er achter staat en er de oorzaak van is. Door de onbewuste vereenzelviging kan niet het onderscheid tussen 'persoon' en 'persoonlijkheid' worden gemaakt en dat is de oorzaak van de onjuiste uitspraak dat het 'de persoonlijkheid is die denkt of voelt'.
terug naar de woordenlijst P
^