het ingekeerde waarnemen


Het waarnemingsvermogen is in het algemeen de zin voor werkelijkheid, echtheid en schoonheid. Als het waarnemen op eenzijdige wijze in de persoonlijkheid tot ontwikkeling komt samen met de ingekeerde instelling, dan is de geestelijke werkzaamheid erop gericht, aandacht te hebben voor de inhoud van de eigen binnenwereld en van daaruit voor de naaste omgeving. Het ingekeerde waarnemen is het waarnemen van zichzelf.

De ingekeerd waarnemende persoon: streeft ernaar de schoonheid in de naaste omgeving te bevorderen door aandacht en toewijding eerst daar naar uit te laten gaan en die schoonheid vervolgens innerlijk in stilte te beleven en te genieten; heeft oog voor overeenstemming in vormen, kleuren en klanken (de kunstenaar, handarbeid); laat zich leiden door het kunstzinnige oordeel en weet echt van onecht te onderscheiden; heeft een verborgen behoefte aan aandacht en waardering; heeft een goede smaak voor kleding en verzorging van zichzelf; heeft aandacht voor bijzonderheden, voor de kleine dingen, maar heeft geen oog voor de grote lijnen; is het liefst thuis en is met weinig tevreden; streeft naar rust en regelmaat, orde en netheid in de naaste omgeving; wil onrust vermijden en is daardoor toegevend; is toegewijd, dienstbaar en handig, een ijverige werker; voelt zich thuis in een kleine, overzichtelijke leefgemeenschap (de huisvrouw, de werknemer); merkt door de ingekeerde aandacht ingevingen en voorgevoelens op (de paragnost).

Van de overige vermogens kunnen het denken en voelen ook ontwikkeld zijn, maar zij worden gebruikt voor de doeleinden van de ingekeerd waarnemende persoon.

De tegendelen van het ingekeerde waarnemen, het willen en de uitgekeerde instelling komen het minst tot ontwikkeling, zijn min of meer onbeheerst gebleven, waardoor de ingekeerd waarnemende persoon ook: gebrek heeft aan ondernemingslust; dienstbaar is en zich aanpast aan behoeften en wilsbesluiten van anderen; zich beperkt tot het doen wat voor de hand komt, wat er nu gedaan moet worden; het plannen maken aan anderen overlaat en een afwachtende houding aanneemt (de huisvrouw, de werknemer); niet weet wat te doen en verlegen wordt als hij of zij veel aandacht krijgt; moeite heeft het geheel te overzien als er veel tegelijk gebeurt; zich verliest in bijzonderheden en bijkomstigheden; moeite heeft vorm te geven aan het eigen bestaan, doordat een duidelijk doel ontbreekt, waardoor er dienstbaarheid en toewijding is voor hen (leraren, geestelijke leiders), die wel een richting voor het leven weten aan te geven.
Wordt een ingekeerd waarnemende persoon teveel onder druk gezet, dan wordt de uitgekeerde wilskracht op onbeheerste wijze werkzaam in de vorm van lijdzaam verzet of verborgen tegenwerking.

In de numerologie wordt deze persoonlijkheid beschreven bij het getal vier (enneagram: vier),
in de grote arcana van de Tarot bij de Intuïtie (Peter Samwel, Docters van Leeuwen)
en in de kleine arcana bij de Koningin en de Page van Munten
en Munten 4, Zwaarden 4, Bekers 4 en Staven 4.


terug naar de woordenlijst W

terug naar Pythagoras 4







^