warmte
De geest is de bewuste levenskracht. Door deze kracht bezit de geest het vermogen werkzaam te zijn, zich te kunnen bewegen en arbeid te kunnen verrichten.
In rust blijft dit vermogen in aanleg aanwezig. In de rusttoestand openbaart de geest als de levenskracht zich als een trillingstoestand, als een werveling, als een zinderen of als een bruisen van leven. Deze rusttoestand die toch bruist van leven, openbaart zich als de geestelijke warmte.
In de toestand van volkomen rust is de geest wel een warmtetoestand (namelijk een koelte), maar donker. Als de geest de eigen trillingstoestand verhoogt, gaat de geest naast warmte in zichzelf ook licht uitstralen. De geest is dan in de toestand van de 'bewuste levenskracht', waarbij de kracht met de warmte samenhangt en het zich bewustzijn met het licht.
De geest als de bewuste levenskracht, die bruist van leven, wordt weergegeven door de betekenis van de naam van de Germaanse oppergod Wodan. De naam 'Wodan' hangt samen met 'woeden' in de oude betekenis van: bruisen van leven.
terug naar de woordenlijst W
^