wederwaardigheden


In het tijdelijke bestaan is de menselijke geest schijnbaar aan zichzelf overgelaten om de geest in zulke omstandigheden te plaatsen, dat de mogelijkheid bestaat in vrijheid een eigen keuze te kunnen maken en zelfstandig een eigen beslissing te kunnen nemen. Dit bestaan is een leerschool zonder meester voor de klas, waardoor de leerlingen moeten leren zichzelf meester te zijn.
Alleen door de vrijheid om zelf te kunnen kiezen, heeft de menselijke geest de mogelijkheid om met de eigen vermogens zelf het eigen gedrag te kunnen bepalen, daardoor zelf richting te geven aan de levensloop en zo eigen ondervinding op te kunnen doen met de gevolgen van het eigen gedrag. Die eigen ondervinding is de leermeester in dit bestaan als leerschool voor de geest. Alleen daardoor leert de geest zichzelf een bewust en beheerst gebruik te maken van de geestelijke vermogens en ontwikkelt al doende zichzelf naar geestelijke zelfstandigheid. Dat is het doel van de leerschool die het tijdelijke bestaan voor de menselijke geest is.
Om die vrije keuze mogelijk te maken, zijn er in het tijdelijke bestaan vaak meerdere mogelijkheden waaruit menselijke geesten mogen kiezen. De keuze die wordt gemaakt uit die mogelijkheden bepaalt, het verdere loop van de ontwikkelingen. Om die vrije keuze mogelijk te maken, is er in alle mogelijke toestanden die in dit bestaan aanwezig zijn, een zekere vrijheidsgraad.

Sommige ontwikkelingen verlopen volgens een bepaalde wetmatigheid, andere daarentegen zijn als een mogelijkheid aanwezig waarbij een keuze kan worden gemaakt. De wetmatige ontwikkelingen zijn te voorspellen, maar die ontwikkelingen die worden gekenmerkt door een zekere vrijheid om te kiezen, zijn onzeker en onvoorspelbaar. Zij bepalen de vrijheidsgraad en het voorkomen van leerzame gebeurtenissen in het tijdelijke bestaan.
Die vrijheidsgraad moet er zijn, omdat dit bestaan anders een vastgelegd toneelstuk zou zijn, zonder mogelijkheden voor een persoonlijke inbreng. Alleen door deze persoonlijke inbreng door in vrijheid te kunnen kiezen, kan de geest wijzer worden door zelf ervaring op te doen en kan het geweten tot ontwikkeling komen, doordat de geest op de eigen verantwoordelijkheid kan worden aangesproken.
De menselijke geest is echter niet als enige op aarde, maar maakt deel uit van een samenleving. Iedere geest leeft in een netwerk van persoonlijke betrekkingen met anderen en daardoor is iedereen in zekere mate onderworpen aan de gevolgen van de vrijheid van handelen van alle geesten om zich heen. Iedereen is min of meer afhankelijk van de persoonlijke keuzes, die anderen vanuit hun persoonlijkheid maken. Dat veroorzaakt een zekere mate van onzekerheid in ieders bestaan.
Hoe meer die persoonlijkheden met elkaar overeenstemmen, hoe meer die personen keuzes maken die in overeenstemming zijn met die, welke anderen zouden hebben gemaakt. In dat geval ervaren zij de richting die de loop der ontwikkelingen neemt, als voorspoed, als meewerkend met hun eigen levenshouding en levensomstandigheden. Als die persoonlijkheden echter minder goed met elkaar overeenstemmen, dan ervaren anderen de richting die de loop der ontwikkelingen neemt als tegenspoed, die ingaat tegen wat zij zelf zouden hebben besloten te doen. De menselijke geest ervaart deze tegenspoed als de wederwaardigheden, die zich voordoen op de weg door het tijdelijke bestaan. Het zijn de ongunstige lotgevallen, die op de geest toekomen in de tijd als stroom van gebeurtenissen.
Daardoor is er in de menselijke levenssfeer altijd een bepaalde verhouding tussen voorspoed en tegenspoed, tussen geluk en wederwaardigheden, tussen zekerheid en onzekerheid. Hoeveel onzekerheid en wederwaardigheden er ook zijn in het bestaan, er is altijd het vaststaande feit dat het de menselijke géést is, die dit ervaart. Die geest kan door zelfverwerkelijking en zelfbezinning in zichzelf ervaren te zijn gegrondvest in de goddelijke algeest; de enige ervaring die zekerheid verschaft temidden van de wederwaardigheden en onzekerheden in het tijdelijke bestaan.

Als de menselijke geest door wederwaardigheden onderworpen is aan de gevolgen van menselijk handelen van anderen, ervaart die de gevolgen van het gedrag van een bepaalde persoonlijkheid (zie aldaar). Daardoor kan de geest - vaak op zeer onaangename, maar daardoor wel indringende wijze - kennis maken met de gevolgen van ónvolmaaktheden in de persoonlijkheid van anderen, waardoor die persoonlijkheidskenmerken een diepe indruk maken. Deze onvolmaakte persoonlijkheidskenmerken hangen samen met de vermogens in de gehechte, zelfgerichte geestestoestand (zie: gehechtheid) of met de eenzijdig ontwikkelde vermogens, bijvoorbeeld het eenzijdig ontwikkelde uitgekeerde denken (zie aldaar). Soms maakt de geest kennis met de gevolgen van volmááktheden in de persoonlijkheid van anderen, met gewetensvol (zie: geweten) en deugdzaam (zie: deugden) gedrag. Samengevat is in alle gevallen de menselijke geest onderworpen aan het gedrag van anderen en maakt zo kennis met de werkzaamheid van de geestelijke vermogens in alle toestanden van ontwikkeling. Eigen ondervinding daarmee is de beste leermeester om zelfkennis te verwerven.
Doordat het meestal noodzakelijk is dat gedrag te beantwoorden, leert de geest niet alleen door het gedrag van anderen wat de werkzaamheid van de geestelijke vermogens is, maar leert ook de eigen vermogens te gebruiken. Door het netwerk waarmee alle menselijke geesten met elkaar zijn verbonden, wordt de geest niet alleen bewust van de werkzaamheid van de vermogens en komt daardoor tot zelfkennis, maar leert zelf ook met de vermogens werkzaam te zijn. Daardoor is het tijdelijke bestaan een leerschool voor zelfbewustwording en zelfverwerkelijking van de menselijke geest.


terug naar de woordenlijst W






^