onbeheerste werkzaamheid


De onbeheerste werkzaamheid van de geest wordt gekenmerkt door het verloop van: gewaarwording, voorstelling, aandoening en aandrift.
Bij de onbeheerste werkzaamheid wordt de geest geboeid door zijn eigen gewaarwordingen en daarmee samenhangende voorstellingen, en gedreven door aandoeningen en aandriften. Deze werkzaamheid uit zich op driftmatige wijze in een streven naar zelf- en soortbehoud. De geest leidt niet zichzelf, maar wordt geleid door gebeurtenissen en omstandigheden, en kan er daardoor de speelbal van worden. Dit leidt tot onaangepast gedrag.


terug naar de woordenlijst W






^