zelfwording


De menselijke geest is in wezen een kiem, die in aanleg de mogelijkheid in zich heeft zichzelf tot ontwikkeling te brengen. Die ontwikkeling betreft het bewust en beheerst gebruik leren maken van de geestelijke vermogens. Het leren vindt plaats in het tijdelijke bestaan, doordat door de tijd als stroom van gebeurtenissen leerzame ervaringen op de geest toekomen, die de geest door de vermogens te gebruiken, moet zien te verwerken. Doordat aan de geest in dit bestaan de vrije keuze wordt gelaten al dan niet iets met die ervaringen te doen, leert de geest de eigen vermogens zelfstandig te gebruiken. In die zin is het tijdelijke bestaan een leerschool voor geestelijke zelfstandigheid.
Om de geest in omstandigheden te plaatsen, waarin die volstrekt vrij is om te kiezen, wordt de geest bij de overgang vanuit de geestelijke wereld naar het tijdelijke bestaan op aarde, in een toestand gebracht van onbewustheid van zichzelf. Deze onbewustheid wordt veroorzaakt door de verbondenheid met het tegendeel van zichzelf, de stof, waardoor de geest zichzelf vergeet. Door die onbewustheid van zichzelf is het besef van werkelijkheid vanuit zichzelf overgedragen op het tijdelijke bestaan, waardoor de toestand van onbewuste vereenzelviging ermee ontstaat.

Door de onbewuste vereenzelviging is de geest voor zichzelf een innerlijke leegte en daardoor heeft de geest nu de volstrekte vrijheid zichzelf te vullen met zelfgekozen kennis en daarmee een geheel eigen levensbeschouwing op te bouwen. Vanuit die levensbeschouwing worden, met behulp van de geestelijke vermogens, bepaalde keuzes gemaakt. Door die keuzes ontstaat een bepaald gedrag dat weer invloed heeft op de omgeving. De geest wil nu zien of de eigen keuzes de gewenste gevolgen hebben. Daardoor ontstaat een kringloop, die wordt gevormd door het maken van keuzes door te denken en te voelen, het uitvoeren van de gevormde gedachten en gevoelens door uitspraken en handelingen door iets te willen doen, waarop weer het waarnemen volgt van de gevolgen die het gedrag in de omgeving heeft veroorzaakt, wat dan opnieuw wordt overdacht en doorvoeld. Door deze kringloop, die wordt gevoed door de tijd als stroom van gebeurtenissen en door veranderingen daarin door met de eigen vermogens op die gebeurtenissen in te grijpen, leert de geest de eigen vermogens bewust en beheerst te gebruiken. Deze kringloop houdt zichzelf in stand doordat de menselijke geest in wezen het eeuwige leven is door de werkzaamheid van de geestelijke vermogens.

Aanvankelijk is de menselijke geest onbewust van zichzelf werkzaam in de tijd als stroom van leerzame gebeurtenissen. Daardoor wordt dit bestaan niet gezien in het licht van de eeuwigheid, maar alleen vanuit het tijdelijke en stoffelijke standpunt. De diepere zin die alle gebeurtenissen hebben, wordt daardoor niet gezien, maar alles wordt toegeschreven aan een blind noodlot, aan toevallige samenlopen van omstandigheden, die schijnbaar zonder enige zin plaatsvinden. Van de innerlijke verrijking door het toenemen van het bewuste en beheerste gebruik, dat de geest van de eigen vermogens leert maken, is de geest zich niet of nauwelijks bewust. De geestelijke ontwikkeling die weliswaar langzaam, maar toch onvermijdelijk plaats vindt, wordt slechts vaag als zodanig ervaren.
Deze geestelijke ontwikkeling, die zich onbewust in de geest voltrekt, is de zelfwording. De geest 'wordt zichzelf' door een lijdzaam gebeuren, doordat die in dit bestaan onderworpen is aan de tijd als stroom van leerzame gebeurtenissen. Als de geest in de toestand van onbewuste vereenzelviging deze uitleg aanhoort, wordt deze onmiddellijk verworpen door de onbewustheid van de geest van zichzelf. De onbewuste geest leert in dit bestaan ondanks zichzelf! Doordat er dan sprake is van een lijdzaam gebeuren, is dit een 'zelfwording'. Iedere geest, hoe onbewust en afwijzend ook en hoe lang het ook gaat duren, zal daardoor uiteindelijk het doel: zelfbewustwording, zelfbeheersing en hereniging met de goddelijke algeest, toch bereiken.

Dit in tegenstelling tot de zelfverwerkelijking. Als de geest naar eigen vrije keuze heeft leren luisteren naar de geestelijke leraren, die in alle tijden vanuit de geestelijke wereld naar de aarde zijn gekomen, dan kan de geest zich bewust zijn geworden van de zin van dit tijdelijke bestaan als leerschool voor de geest. Als de geest er dan toe overgaat dit bestaan te zien in het licht van de eeuwigheid, kan ertoe worden besloten zichzelf als werk ter hand te nemen en bewust zichzelf tot een werkelijkheid te maken door zich de werkzaamheid van de geestelijke vermogens bewust en beheerst eigen te maken: de zelfverwerkelijking.


terug naar de woordenlijst Z






^