zintuigen


De zintuigen zijn de werktuigen van de zinnen, de geestelijke vermogens. De zintuigen zijn de stoffelijke verbindingskanalen tussen de buitenwereld en de binnenwereld van de ziel, waardoor inlichtingen over de buitenwereld de geest - in het midden van de ziel - als zintuiglijke gewaarwordingen kunnen bereiken.

De betekenissen van de woorden 'zinnen' en 'zintuigen' liggen ogenschijnlijk ver uit elkaar, maar zijn toch nauw met elkaar verbonden. Waarnemen is immers - naast het waarnemen van ingevingen - een zich openstellen voor zintuiglijke indrukken, ervaringen. Het is op deze wijze verbonden met het lichaam. Het voelen is daarentegen een zich openstellen voor ervaringen met andere mensen, levende wezens en hun omstandigheden, en is meer geestelijk. Ook geestelijk is het denken als het behandelen van ervaringen en voorstellingen. Terwijl het willen vervolgens weer het behandelen, het beïnvloeden van de hersenschors is en van de daarmee verbonden spieren, en op deze wijze ook met het lichaam is verbonden.
Begin en einde van de verwerkingsboog hangen op deze wijze nauw met het lichaam samen. De 'zin-tuigen' zijn, om het met andere woorden te zeggen, de lichamelijke 'werktuigen' van de 'zinnen'. Het woord 'tuig' heeft de betekenis: gereedschap, werktuig.
De zintuigen zijn de werktuigen van de vermogens, waarmee de geest ze in verbinding kan stellen met de stoffelijke buitenwereld. De reukzin bijvoorbeeld is het waarnemingsvermogen van de geest om geuren te onderscheiden, terwijl het reukzintuig zich in de neus bevindt.

Het is door de onbewuste vereenzelviging dat waarden worden omgekeerd en de betekenis van de zinnen als de vermogens wordt overgedragen op de zintuigen. Daardoor wordt gesproken van 'zinnelijkheid', als in feite 'zintuiglijkheid' wordt bedoeld.


terug naar de woordenlijst Z






^