10 Lu - Het optreden; Lü - Vervulling
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1Wilhelm | Huang | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
䷉ 10 Lu - Het optreden | ䷉ 10 Lü - Vervulling | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De volgorde | Volgorde van de gua | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als de wezens beteugeld worden, ontstaat de zede; | Nadat dingen zijn verzameld, moeten wellevendheid en rechtschapenheid worden vervuld. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarom is het volgende teken: het optreden. | Na kleine verzameling volgt dus vervulling. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vermengde tekens: Het optreden is niet blijvend. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijgevoegde oordelen Het hexagram het optreden toont het fundament van het karakter. |
Het is harmonisch en bereikt het doel. Het bewerkt harmonisch gedrag.
|
|
Het oordeel
|
Oordeel
|
Treden op de staart van de tijger. |
Hij bijt de mens niet. Welslagen.
Stappen op een tijgerstaart, | hij bijt niet. Voorspoedig en probleemloos.
Commentaar op de beslissing
|
Commentaar op het oordeel
|
Het optreden: het weke treedt op het vaste. Vrolijk en in harmonisch contact met het scheppende;
|
Vervult zijn plicht. De wijkende stapt op de vaste. Goedaardig en vreugdevol. Correspondeert met Qian.
|
daarom: Treden op de staart van de tijger. Hij bijt de mens niet. Welslagen.
|
Daarna stappen op een tijgerstaart. De tijger bijt niet. Voorspoedig en probleemloos.
|
Sterk, centraal en correct treedt hij op de plaats van de heer en hij blijft vrij van fouten:
|
De vaste is centraal en correct. Vervult zijn plicht in plaats van een heerser en voelt geen schuld.
|
zijn licht straalt helder.
|
Zijn briljantheid schittert.
|
Het beeld
|
Commentaar op het beeld
|
Boven de hemel, beneden het meer: het beeld van het optreden.
|
Boven is hemel, onder is meer. Een beeld van vervulling.
|
Zo onderscheidt de edele hoog en laag
|
In overeenstemming hiermee, maakt de superieure mens onderscheid
|
en daardoor versterkt hij de geest van het volk.
|
in zijn plicht tussen hoog en laag, en stelt de mensen gerust.
|
De afzonderlijke lijnen
|
Yao-tekst
|
Beginnegen: |
a. Eenvoudig optreden. Voortschrijden zonder blaam.
1. Begin negen | Gewoonweg zijn plicht vervullen. Naar voren gaan: zonder blaam.
b. Het voortschrijden van het eenvoudige optreden volgt eenzaam zijn neiging.
|
Gewoonweg zijn plicht vervullen. Alleen naar voren gaan is het ten uitvoer brengen van een ideaal.
|
Negen op de tweede plaats: |
a. Optreden op eenvoudige, effen baan.
2. Tweede negen | Zijn plicht vervullen. Het pad is probleemloos.
De standvastigheid van een donkere man brengt heil.
|
De kluizenaar, standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed.
|
b. De standvastigheid van een donkere man brengt heil.
|
Standvastig en rechtschapen zijn brengt de kluizenaar voorspoed.
|
Hij is centraal en geraakt niet in verwarring.
|
Hij loopt op het middelste pad en is niet in de war.
|
Zes op de derde plaats: |
a. Een eenogige kan zien, een lamme kan optreden.
3. Derde zes | Een eenogige kan nog zien, een kreupele kan nog lopen.
Hij treedt op de staart van de tijger; die bijt de mens. Onheil!
|
Stappen op een tijgerstaart, een tijgerbeet riskeren. Tegenspoed.
|
Zo handelt een krijgsman voor zijn grote vorst.
|
De krijger werkt voor de grote koning.
|
b. Een eenogige kan zien, maar niet voldoende om klaarheid te verkrijgen.
|
Een eenogige kan nog zien, maar niet met genoeg scherpte.
|
Een lamme kan lopen, maar niet voldoende om met anderen te lopen.
|
Een kreupele kan nog lopen, maar niet snel genoeg om anderen bij te houden.
|
Het onheil van het bijten van de mens komt daardoor, dat zijn plaats niet bij hem past.
|
De tegenspoed van gebeten worden is te wijten aan een ongepaste plaats.
|
Zo handelt een krijgsman voor zijn grote vorst, omdat zijn wil onwrikbaar is.
|
Zoals een krijger werkt voor de grote koning, vanwege zijn vaste en sterke wil.
|
Negen op de vierde plaats: |
Hij treedt op de staart van de tijger. Voorzichtigheid en behoedzaamheid leiden ten slotte tot heil.
4. Vierde negen | Stappen op een tijgerstaart, met aandacht, met aandacht, eindigt in voorspoed.
b. Voorzichtigheid en behoedzaamheid leiden ten slotte tot heil, want de wil geschiedt.
|
Aandachtig, aandachtig, eindigt in voorspoed, men blijft zijn wens vervullen.
|
Negen op de vijfde plaats: |
a. Beslist optreden. Standvastigheid bij het zich bewust zijn van gevaar.
5. Vijfde negen | Besluitvaardig zijn plicht vervullen. Standvastig zijn: tegenslag.
b. Beslist optreden bij het zich bewust zijn van gevaar. De plaats is correct en passend.
|
Besluitvaardig zijn plicht vervullen. Standvastig zijn: tegenslag. Wegens zijn correcte en geschikte positie.
|
Bovenste negen: |
a. Blik terug op je optreden en toets de gunstige tekens. Is alles volmaakt, dan komt verheven heil.
6. Bovenste negen | Kijk terug op het verleden. Recapituleer de reis. Is alles vervuld. Opperste voorspoed.
b. Verheven heil op de hoogste plaats heeft grote zegen.
|
Opperste voorspoed in de hoogste positie. Men verdient grote gelukwensen.
| |
terug naar de hexagrammen
^