12 Pi - De stilstand; Pi - Belemmering

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 1


Wilhelm Huang
䷋  12 Pi - De stilstand ䷋  12 Pi - Belemmering
De volgorde Volgorde van de gua
De dingen kunnen niet voortdurend verenigd zijn, Tai is voortgang zonder belemmering, maar deze toestand blijft niet eeuwig bestaan.
daarom is het volgende teken: de stilstand. Na voortgang volgt derhalve belemmering.
Vermengde tekens
De hexagrammen stilstand en vrede hebben een tegenovergesteld karakter. Uit de diepte van tegenspoed komt gelukzaligheid voort (pi ji tai lai).
Het oordeel Oordeel
De stilstand. Slechte mensen zijn niet bevorderlijk voor de standvastigheid van de edele.
Belemmering. Niemand kan wijzigen. Ongunstig voor superieure mensen.
Het grote gaat heen, het kleine komt naderbij. Het oordeel: het grote vertrekt, het kleine arriveert.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Slechte mensen van de tijd van de stilstand zijn niet bevorderlijk voor de standvastigheid van de edele. Belemmering. Niemand kan wijzigen. Ongunstig voor superieure mensen.
Het grote gaat heen, het kleine komt naderbij. Het oordeel: het grote vertrekt, het kleine arriveert.
Op deze wijze verenigen hemel en aarde zich niet, en alle wezens komen niet met elkaar in contact. Hemel en aarde verenigen zich niet, alle wezens communiceren niet.
Hogeren en lageren verenigen zich niet en op de wereld gaan de staten te gronde. De hoogste en de laagste komen niet samen. Er zijn geen relaties tussen de staten.
Binnen is het schaduwrijke, buiten het lichte; De binnenste is yin, de buitenste is yang.
binnen zwakheid, buiten hardheid; De binnenste is wijkend, de buitenste is stevig.
binnen de gemene, buiten de edele. De binnenste is inferieur, de buitenste is superieur.
De weg van de gemene is aan het toenemen, de weg van de edele is aan het afnemen. Zodoende groeit de weg van het kleine, krimpt de weg van het grote.
Het beeld Commentaar op het beeld
Hemel en aarde verenigen zich niet: het beeld van de stilstand. Hemel en aarde communiceren niet met elkaar. Een beeld van belemmering.
Zo trekt de edele zich terug op zijn innerlijke waarde om de moeilijkheden te ontgaan. In overeenstemming hiermee bedwingt de superieure mens zichzelf om onheil te vermijden.
Hij laat zich niet door toelagen eren. Hij moet geen hoge positie en royaal loon nastreven.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginzes:
a. Trekt men kweekgras uit, dan gaat de graszode mee.
1. Begin zes
Een rietstengel uittrekken, andere stengels komen mee.
Elk op zijn manier. Standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed.
Standvastigheid brengt heil en welslagen. Voorspoedig en probleemloos.
b. Trekt men kweekgras uit, dan gaat de graszode mee. Een rietstengel uittrekken, andere stengels komen mee.
Elk op zijn manier. Standvastigheid brengt heil en welslagen.
De wil is op de heer gericht.
Standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed. Voorspoedig en probleemloos.
Respondeert op de koning.
Zes op de tweede plaats:
a. Hen dragen en dulden, dat betekent voor de gemene man heil.
2. Tweede zes
Omarm gevlei. Kleine man: voorspoed.
De stilstand dient de grote man tot welslagen. Groot persoon: belemmering, voorspoedig en probleemloos.
b. De stilstand dient de grote man tot welslagen. Voor de grote persoon, het aanvaarden van de belemmering brengt voortgang en succes.
Hij brengt de scharen niet in verwarring. Hij verstrikt zichzelf niet in de menigte.
Zes op de derde plaats:
a. Zij dragen schaamte.
3. Derde zes
Omarm de schaamte.
b. Zij dragen schaamte, omdat de plaats niet de juiste is. De schaamte omarmen. De positie is niet juist.
Negen op de vierde plaats:
a. Wie op bevel van de hoogste werkt, blijft vrij van blaam.
4. Vierde negen
Het is de wil van de hemel, zonder blaam.
De gelijkgezinden genieten van de zegen. Zoals geesten die aan elkaar gehecht zijn de zegen delen.
b. Wie op bevel van de hoogste werkt, blijft vrij van blaam. De wil geschiedt. Het is de wil van de hemel, zonder blaam. Zijn wil geschiedt.
Negen op de vijfde plaats:
a. De stagnatie wordt minder. Heil de grote man!
5. Vijfde negen.
De belemmering beëindigen. Grote persoon: voorspoed.
Als het eens mislukte, als het eens mislukte! Vergeet niet! Vergeet niet!
Daarom bindt hij het vast aan een bos moerbeiloten. Vastbinden aan de stammen van moerbeibomen.
b. Het heil van de grote man bestaat daarin, dat de plaats correct en passend is. Voor de superieure mens, voorspoed. De positie is juist.
Bovenste negen:
a. De stagnatie houdt op. Eerst stagnatie, dan heil!
6. Bovenste negen
De belemmering doen omslaan. Eerst belemmering, naderhand vreugde.
b. Als de stagnatie het einde heeft bereikt, houdt zij op. Belemmering bereikt zijn einde.
Men mag haar niet voortdurend willen vasthouden. Het zou naar beneden vallen. Hoe zou het lang kunnen duren?

terug naar de hexagrammen






^