17 Swei - Het navolgen; Sui - Volgen
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1Wilhelm | Huang |
䷏ 17 Swei - Het navolgen | ䷏ 17 Sui - Volgen |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Waar geestdrift is, zal deze opwekken tot navolging. | Wanneer men nederig is en vol vreugde, zullen de mensen zeker volgen. |
Daarom is het volgende teken: het navolgen. | Na vreugde volgt derhalve volgen. |
Vermengde tekens Navolging duldt geen oude vooroordelen. |
|
Bijgevoegde oordelen De heroën temden het rund en spanden het paard in. Zo konden zware lasten worden vervoerd en en verre streken worden bereikt, hetgeen de wereld ten goede kwam. Dat ontleenden ze waarschijnlijk aan het teken: het navolgen. |
|
Het oordeel | Oordeel |
Het navolgen heeft verheven welslagen. | Volgen. Verheven voorspoedig en probleemloos. |
Bevorderlijk is standvastigheid. Geen blaam. | Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. Zonder blaam. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Het navolgen. Het vaste komt en stelt zich onder het weke. | Volgen. De vaste arriveert en plaatst zichzelf onder de wijkende. |
Beweging en blijmoedigheid: het navolgen. | Vol vreugde bewegen, dat is volgen. |
Groot succes en standvastigheid zonder blaam; | Grote voorspoed en probleemloosheid, zowel als standvastigheid en rechtschapenheid. Geen blaam. |
zo vindt men navolging bij de hele wereld. | Iedereen onder de hemel volgt de loop van de tijd. |
Groot voorwaar is de zin van de tijd van het navolgen. | Groots voorwaar is het belang van het juiste moment! |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Binnen in het meer is de donder: het beeld van het navolgen. | Donder in het midden van meer. Een beeld van volgen. |
Zo keert de edele tegen de tijd der avondschemering naar huis terug voor ontspanning en rust. | In overeenstemming hiermee trekt de superieure mens zich terug om te rusten wanneer de zon ondergaat. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginnegen: a. Het toonaangevende verandert. Standvastigheid brengt heil. |
1. Begin negen De situatie is gewijzigd. Standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed. |
De deur uitgaan en met mensen verkeren, brengt tot werken. | Naar buiten gaan om te communiceren, er is een goed resultaat. |
b. Het toonaangevende verandert. Het correcte volgen brengt heil. | De situatie is gewijzigd. Volgen wat correct is, leidt tot voorspoed. |
De deur uitgaan en met mensen verkeren, brengt tot werken. Men verliest zichzelf niet. | Naar buiten gaan om te communiceren, er is een goed resultaat. Men verliest zijn standvastigheid niet. |
Zes op de tweede plaats: a. Hecht men zich aan de kleine knaap, dan verliest men de sterke man. |
2. Tweede zes Omgaan met kleine man, verliest groot persoon. |
b. Hecht men zich aan de kleine knaap: men kan niet beide tegelijk zijn. | Omgaan met kleine man. Men kan niet tegelijkertijd bij alle twee zijn. |
Zes op de derde plaats: a. Hangt men de sterke man aan, dan verliest men de kleine knaap. |
3. Derde zes Omgaan met groot persoon, verliest kleine man. |
Door na te volgen, vindt men wat men zoekt. Bevorderlijk is het standvastig te blijven. | Volgend, krijgt men wat men zoekt. Gunstig om standvastig en rechtschapen te blijven. |
b. Hangt men de sterke man aan, dan geeft de wil de onderste op. | Omgaan met groot persoon. Door de beslissing van zijn eigen wil, laat hij degene eronder los. |
Negen op de vierde plaats: a. Het navolgen heeft resultaat. Standvastigheid brengt onheil. |
4. Vierde negen Volgen verkrijgt resultaat. Standvastig zijn: tegenspoed. |
In waarachtigheid de weg bewandelen brengt klaarheid. Hoe zou dat een smet kunnen zijn? | Wees oprecht en trouw, handel overeenkomstig de juiste weg. Draag het doel duidelijk uit. Welke fout zou er kunnen zijn? |
b. Het navolgen heeft resultaat: dat is van onheilvolle betekenis. | Volgen verkrijgt resultaat. Er is tegenspoed. |
In waarachtigheid de weg bewandelen: dat brengt klare, duidelijke werken. | Wees oprecht en trouw, handel overeenkomstig de juiste weg. Die zal getuigen van zijn daden. |
Negen op de vijfde plaats: a. Waarachtig in het goede. Heil! |
5. Vijfde negen Oprecht en eerlijk zijn in een uitstekende situatie: voorspoed. |
b. Waarachtig in het goede. Heil! De plaats is correct en centraal. |
Oprecht en eerlijk zijn in een uitstekende situatie: voorspoed. Zijn positie is centraal en correct. |
Bovenste zes: a. Hij vindt hechte aanhankelijkheid en wordt daar nog door gebonden. |
Bovenste zes Vasthouden en betrekken. Samenbinden. |
De koning stelt hem voor aan de westelijke berg. | De koning is bezig zijn offergaven aan te bieden aan de Westberg. |
b. Hij vindt hechte aanhankelijkheid. Naar boven is het ten einde. | Vasthouden en betrekken, hij bereikt de allerhoogste plaats, het uiterste. |
terug naar de hexagrammen
^