23 Po - De versplintering; Bo - Vervallen
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1Wilhelm | Huang |
䷖ 23 Po - De versplintering | ䷖ 23 Bo - Vervallen |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Als men de opschik te ver drijft, put het welslagen zich uit. | Wanneer de verfraaiing buitensporig wordt, komt schoonheid aan zijn einde. |
Daarom is het volgende teken: de versplintering. | Na verfraaien volgt derhalve vervallen. |
Versplintering betekent verval. | |
Vermengde tekens Versplintering betekent rotting, ontbinding. |
|
Het oordeel | Oordeel |
De versplintering. Het is niet bevorderlijk waar ook heen te gaan. | Vervallen. Ongunstig om ergens naar toe te moeten gaan. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
De versplintering beduidt verval. | Vervallen is verrotten. |
Het weke verandert het vaste. | De wijkende willen de vaste veranderen. |
Het is niet bevorderlijk waar ook heen te gaan: de lageren groeien. | Ongunstig om ergens naar toe te gaan. Kleine mannen groeien en strekken zich uit. |
Overgave en stilstand zijn het gevolg van de beschouwing van het beeld. | Handel overeenkomstig de situatie en blijf stil. Het beeld beschouwend, |
De edele slaat acht op de wisseling van afname en toename, | begrijpt de superieure mens de afwisseling van toename en afname, |
van volheid en leegte; want zo is de loop des hemels. | tevens de afwisseling van volheid en ledigheid. Het is de Dao van de hemel. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
De berg rust op de aarde: het beeld van de versplintering. | Berg erodeert tot vlak bij de aarde. Een beeld van verrotten en vervallen. |
Zo kunnen de hogeren alleen door rijke gaven aan de lageren | In overeenstemming hiermee, wordt wat boven staat goedgezind jegens dat wat onder ligt |
hun positie verzekeren. | alsof men huizen bouwt op solide funderingen. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginzes: a. Het bed wordt versplinterd bij de poot. |
1. Begin zes Verval aan de poot van het bed. Erosie. |
De standvastigen worden vernietigd. Onheil. | Standvastig zijn: tegenspoed. |
b. Het bed wordt versplinterd bij de poot, | Verval aan de poot van het bed. Erosie. |
om de lageren te vernietigen. | Het begint onderaan. |
Zes op de tweede plaats: a. Het bed wordt versplinterd aan de rand. |
2. Tweede zes Verval van het ledikant. Erosie. |
De standvastigen worden vernietigd. Onheil. | Standvastig zijn: tegenspoed. |
b. Het bed wordt versplinterd aan de rand, | Verval van het ledikant. |
omdat men geen kameraden heeft. | Gebrek aan bondgenoten. |
Zes op de derde plaats: a. Hij versplintert zich met hen. Geen blaam. |
3. Derde zes Vervallen. Zonder blaam. |
b. Hij versplintert zich met hen. Geen blaam. | Vervallen. Zonder blaam. |
Hij verliest de buurman boven en beneden. | Hij kapt boven en onder de relatie af. |
Zes op de vierde plaats: a. Het bed wordt versplinterd tot op de huid. Onheil. |
4. Vierde zes Vervallen: de huid op het bed. Tegenspoed. |
b. Het bed wordt versplinterd tot op de huid. Onheil. | Vervallen: de huid op het bed. |
Dat is een ernstig ongeluk en het is al zeer dichtbij. | Onheil is nabij. |
Zes op de vijfde plaats: a. Een school vissen. Door de paleisdames komt gunst. Alles is bevorderlijk. |
5. Vijfde zes Een streng vissen. Begunstigt hen alsof hij hofdames begunstigt. Niets is ongunstig. |
b. Door de paleisdames komt gunst. Dat is ten slotte geen fout. | Een streng vissen. Begunstigt hen alsof hij hofdames begunstigt. Uiteindelijk zonder blaam. |
Bovenste negen: Een grote vrucht ligt nog onaangeroerd. |
6. Bovenste negen Een groot stuk fruit is niet gegeten. |
De edele krijgt een rijtuig. | De superieure mens ontvangt een rijtuig. |
Het huis van de gemene wordt versplinterd. | Het huis van de inferieure mens valt. |
b. De edele krijgt een rijtuig, | De superieure mens ontvangt een rijtuig. |
hij wordt door het volk gedragen. | Hij wordt gedragen door het volk. |
Het huis van de gemene wordt versplinterd; hij is definitief onbruikbaar. |
Hij eindigt zonder betrekking. |
terug naar de hexagrammen
^