24 Foe - De terugkeer; Fu - Terugkeren
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1Wilhelm | Huang |
䷗ 24 Foe - De terugkeer | ䷗ 24 Fu - Terugkeren |
De volgorde | Volgorde van de gua |
De dingen kunnen niet voorgoed vernietigd blijven. | Dingen kunnen niet voorbij hun uiterste gaan. |
Als het bovenste volkomen versplinterd is, komt het beneden terug. | Wanneer zij de grens bereiken, keren ze terug naar hun oorsprong. |
Daarom is het volgende teken: de terugkeer. | Na vervallen volgt derhalve terugkeren. |
Vermengde tekens Terugkeer beduidt terugkomen. |
|
Bijgevoegde oordelen Het hexagram terugkeer is de stam van het karakter. De terugkeer is klein en toch onderscheiden van de uiterlijke dingen. De terugkeer dient tot zelfkennis. |
|
Het oordeel | Oordeel |
De terugkeer. Welslagen. | Terugkeren. Voorspoedig en probleemloos. |
Feilloos ingaan en uitgaan. | Naar buiten gaan en binnenkomen. |
Vrienden komen zonder blaam. | Vrienden arriveren. Zonder blaam. |
Her en der gaat de weg. Op de zevende dag komt de terugkeer. | De Dao van vervallen en terugkeren, over zeven dagen komt de terugkeer. |
Het is bevorderlijk een plaats te hebben waar men heen kan gaan. | Gunstig om ergens naar toe te gaan. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Terugkeer heeft welslagen. | Terugkeren is voorspoedig en probleemloos. |
Het vaste keert terug. | Het vaste keert terug. |
Beweging en werking door overgave. Daarom is uitgaan en ingaan feilloos. | En zo, naar buiten gaand en binnenkomend, is er geen schade. |
Vrienden komen zonder blaam. | Vrienden arriveren. Er is geen blaam. |
Heen en terug gaat de weg. | Vervallen en terugkeren. In overeenkomst met de Dao van opkomst en ondergang. |
Op de zevende dag komt de terugkeer. | Over zeven dagen komt de terugkeer. |
Dat is de gang van de hemel. | Dat is het Dao van de hemel. |
Het vaste is aan het groeien. | De vaste groeit en strekt zich uit. |
In het teken terugkeer ziet men de zin van hemel en aarde. | In deze gua, Fu, kijkt men in het hart van hemel en aarde. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
De donder binnen in de aarde: het beeld van het keerpunt. | Donder onder aarde. Een beeld van terugkeren. |
Zo sloten de oude koningen de passen tijdens de zonnewende. | In overeenstemming hiermee, sloot de oude koning de poorten der passen op de winterzonnewende. |
Handelaren en vreemdelingen reisden niet | Reizende kooplui reisden niet, |
en de heerser bereisde niet de provincies. | evenmin inspecteerde de koning zijn staten. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginnegen: a. Terugkeer van geringe afstand. |
1. Begin negen Niet te ver gaan, terugkeren. |
Berouw is onnodig. Groot heil. |
Geen rampspoed, geen berouw. Opperste voorspoed. |
b. Terugkeer van geringe afstand. | Terugkeren zonder te ver te gaan. |
Zo versterkt men zijn karakter. | Men koestert de eigen deugd. |
Zes op de tweede plaats: a. Rustige terugkeer. Heil! |
2. Tweede zes Prachtig terugkeren. Voorspoed. |
b. Het heil van de rustige terugkeer | De voorspoed van prachtig terugkeren. |
berust op de onderwerping aan een goed mens. | Ondergeschikt aan de goedaardige. |
Zes op de derde plaats: a. Veelvuldige terugkeer. Gevaar. Geen blaam. |
3. Derde zes Herhaaldelijk terugkeren. Tegenslag. Zonder blaam. |
b. Het gevaar van de veelvuldige terugkeer | De tegenslag van herhaaldelijk terugkeren. |
is in zijn eigenlijke betekenis bevrijding van blaam. | Toepasselijk om verschoond te worden van blaam. |
Zes op de vierde plaats: a. Temidden van anderen wandelend, |
4. Vierde zes Lopend op het middelste pad. |
keert men alleen terug. | Eenzaam terugkeren. |
b. Temidden van anderen wandelend, | Lopend op het middelste pad. |
keert men alleen terug en volgt aldus de rechte weg. | Eenzaam terugkeren. De juiste weg volgen. |
Zes op de vijfde plaats: a. Grootmoedige terugkeer. Geen berouw. |
5. Vijfde zes Oprecht terugkeren. Geen berouw. |
b. Grootmoedige terugkeer. Geen berouw. | Oprecht terugkeren. |
Centraal zijnde, vermag hij zichzelf te onderzoeken. | Hij is centraal en in staat zichzelf te onderzoeken. |
Bovenste zes: a. Gemiste terugkeer. Onheil. |
Bovenste zes Verward terugkeren. Tegenspoed. |
Ongeluk van buiten en van binnen. | Er is rampspoed en narigheid. |
Als men zo legers laat oprukken, zal men tenslotte een grote nederlaag lijden, | Zich bezighouden met het mobiliseren van de menigte, op het einde: een grote nederlaag. |
wat voor de heer van het land rampspoedig is. | Voor de heer van de staat, tegenspoed. |
Tien jaar lang is men niet meer tot een aanval in staat. | Tien jaren: niet in staat iets te ondernemen. |
b. Het onheil van de gemiste terugkeer ligt daarin, | De tegenspoed van verward terugkeren. |
dat men tegen de weg van de edele ingaat. | Tegen de weg van de heerser in. |
terug naar de hexagrammen
^