28 Ta kwo - Het overwicht van het grote; Da guo - Grote overschrijding
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 1Wilhelm | Huang | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
䷛ 28 Ta kwo - Het overwicht van het grote | ䷛ 28 Da guo - Grote overschrijding | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De volgorde | Volgorde van de gua | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zonder voeding kan men zich niet bewegen, | Zonder voeding is het onmogelijk om actie te ondernemen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daarom is het volgende teken: het overwicht van het grote. | Na voeding volgt derhalve grote overschrijding. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vermengde tekens Het overwicht van het grote is de top. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijgevoegde oordelen In de oudheid begroef men de doden door hen dicht met rijshout te bedekken |
en hen midden op het land bij te zetten zonder grafheuvels of boom- aanplantingen.
|
|
De rouwtijd had geen bepaalde duur.
|
|
De heiligen van later tijd voerden in plaats daarvan doodskisten en sarcofagen in.
|
|
Dat hebben zij waarschijnlijk ontleend aan het teken Het overwicht van het grote.
|
|
Het oordeel
|
Commentaar op het oordeel
|
Het overwicht van het grote.
|
Grote overschrijding
|
De nokbalk buigt door.
|
De nokbalk zakt door.
|
Het is bevorderlijk een plaats te hebben waar men heen kan gaan. Welslagen.
|
Gunstig om ergens naar toe te gaan. Voorspoedig en probleemloos.
|
Commentaar op de beslissing
|
Commentaar op het oordeel
|
Het overwicht van het grote:
|
Grote overschrijding.
|
het grote heeft een teveel aan gewicht.
|
Het geeft aan dat de overschrijding groot is.
|
De nokbalk buigt door, doordat aanvang en einde te zwak zijn.
|
De nokbalk zakt door. Twee uiteinden zijn zwak.
|
Het vaste heeft het overwicht en is centraal.
|
Het vaste overschrijdt het wijkende op de centrale plaats.
|
Zachtmoedig en vrolijk in het handelen:
|
Probleemloos en vreugdevol in actie.
|
dan is het bevorderlijk een plaats te hebben waar men heen kan gaan, dan zal men slagen.
|
Gunstig om ergens naar toe te gaan. Er is succes.
|
Groot voorwaar is de tijd van het overwicht van het grote.
|
Waarlijk groots is de tijd van grote overschrijding.
|
Het beeld
|
Commentaar op het beeld
|
Het meer gaat over de bomen heen: het beeld van het overwicht van het grote.
|
en trekt zich zonder depressie terug uit de wereld.
|
Zo is de edele als hij alleen staat onbezorgd en
|
In overeenstemming hiermee staat de superieure mens zonder vrees alleen
|
als hij afstand moet doen van de wereld onversaagd.
|
en trekt zich zonder depressie terug uit de wereld.
|
De afzonderlijke lijnen
|
Yao-tekst
|
Beginzes: |
a. Wit struisriet eronder leggen. Geen blaam.
1. Begin zes | Voor een mat. Gebruik wit struisriet. Zonder blaam.
b. Wit struisriet eronder leggen:
|
Voor een mat. Gebruik wit struisriet.
|
het weke is onder.
|
Het is om zacht materiaal onder te leggen.
|
Negen op de tweede plaats: |
a. Een dorre populier bot uit aan de wortel.
2. Tweede negen | Verdorde wilg brengt katjes voort.
Een oudere man krijgt een jonge vrouw. Alles is bevorderlijk.
|
Oude man neemt een jonge vrouw. Niets is ongunstig.
|
b. Een oudere man krijgt een jonge vrouw:
|
Oude man neemt een jonge vrouw.
|
het buitengewone bestaat uit hun wederzijds tezamenkomen.
|
De overschrijding en het gebrek kunnen worden rechtgezet.
|
Negen op de derde plaats: |
a. De nokbalk buigt door. Onheil.
3. Derde negen | Nokbalk zakt door. Tegenspoed.
b. Het onheil van het doorbuigen van de nokbalk
|
De tegenspoed van de doorzakkende nokbalk,
|
komt voort uit het feit dat deze geen steun vindt.
|
niet in staat om steun te krijgen.
|
Negen op de vierde plaats: |
a. De nokbalk wordt gestut. Heil!
4. Vierde negen | Nokbalk krult omhoog. Voorspoed.
Zijn er bijbedoelingen, dan is dat beschamend.
|
Als hij reageert op anderen, vernedering.
|
b. Het heil van de gestutte nokbalk bestaat daarin,
|
De voorspoed van de omhoogkrullende nokbalk.
|
dat hij niet meer naar onderen doorbuigt.
|
Vertrouw niet op steun van anderen.
|
Negen op de vijfde plaats: |
a. Een dorre populier krijgt bloesems.
5. Vijfde negen | Verdorde wilg brengt bloesem voort.
Een oudere vrouw krijgt een jongere man.
|
Oude vrouw neemt een jonge man.
|
Geen blaam, geen lof.
|
Zonder blaam. Geen lof.
|
b. Een dorre populier krijgt bloesems.
|
Verdorde wilg brengt bloesem voort.
|
Hoe zou dat lang kunnen duren?
|
Hoe lang kan dat duren?
|
Een oudere vrouw krijgt een jongere man.
|
Oude vrouw neemt een jonge man.
|
Een schande is het echter toch.
|
Kan dat schandelijk zijn?
|
Bovenste zes: |
a. Men moet door het water.
6. Bovenste zes | Wadend door een rivier.
Het reikt tot boven het hoofd. Onheil. Geen blaam.
|
Water boven het hoofd. Tegenspoed. Zonder blaam.
|
b. Het onheil van het doorwaden van het water
|
Tegenspoed bij het doorwaden van een rivier;
|
mag men niet laken.
|
er is geen reden voor blaam.
| |
terug naar de hexagrammen
^