29 Kan - Het onpeilbare (Het water); Kan - Duisternis

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 1


Wilhelm Huang
䷜  29 Kan - Het onpeilbare (Het water) ䷜  29 Kan - Duisternis
De volgorde Volgorde van de gua
De dingen kunnen niet voortdurend in een overwichtstoestand zijn. De dingen kunnen niet eeuwig in een overvloedige staat blijven.
Daarom is het volgende teken: het onpeilbare. Het onpeilbare beduidt een uitdieping. Na grote overschrijding volgt derhalve duisternis.
Vermengde tekens
Het onpeilbare is naar beneden gericht.
Het oordeel Oordeel
Het herhaalde onpeilbare.
Als je waarachtig bent, heb je welslagen in je hart en al wat je doet heeft succes.
Dubbele duisternis.
Wees oprecht en eerlijk. Vertrouw op hart en geest. Voorspoedig en probleemloos. Daden zullen worden beloond.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Het herhaalde onpeilbare is het verdubbelde gevaar. Duisternis is verdubbeld, het ene na het andere gevaar.
Het water stroomt en hoopt zich nergens op, Water stroomt en vult. Verzamel niet maar stroom.
het gaat door gevaarlijke plaatsen heen en verliest zijn betrouwbaarheid niet. Passeer gevaarlijke punten. Verlies uw zelfvertrouwen nooit.
Je hebt welslagen in je hart: want de vasten vormen het midden. Vertrouw op hart en geest. De vaste staan op centrale plaatsen.
Wat je ook doet heeft succes: het voortschrijden brengt werken tot stand. Daden zullen worden beloond. Naar voren gaan, er is succes.
Het gevaar van de hemel bestaat daarin, dat men hem niet kan beklimmen. Het gevaar in de hemel, niemand kan opstijgen.
Het gevaar van de aarde zijn de bergen en rivieren, heuvels en hoogten. Het gevaar op aarde, er zijn bergen en rivieren.
De koningen en vorsten benutten het gevaar om hun rijk te beschermen. Koningen en prinsen maakten gebruik van deze gevaarlijke situaties om hun rijk te beschermen.
De werkingen van de tijd van gevaar zijn waarlijk groot. Het is waarlijk groots om op het juiste moment gebruik te maken van deze gevaarlijke situaties.
Het beeld Commentaar op het beeld
Het water stroomt ononderbroken en komt aan het doel: Water stroomt twee keer.
het beeld van het herhaalde onpeilbare. Duisternis is verdubbeld.
Zo wandelt de edele in voortdurende deugd In overeenstemming hiermee koestert en beoefent de superieure mens zijn deugd constant
en wijdt hij zich aan het onderricht. en reageert door te instrueren.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginzes:
a. Herhaling van het onpeilbare.
1. Begin zes
Dubbele duisternis.
Men geraakt in de afgrond in een gat. Onheil. Vallen in een kuil binnen een kuil. Tegenspoed.
b. Herhaling van het onpeilbare. Dubbele duisternis.
Men geraakt in de afgrond, doordat men de weg is kwijtgeraakt; Vallen in een kuil onder in een kuil. Men is de weg kwijt:
dat brengt onheil. er zal tegenspoed zijn.
Negen op de tweede plaats:
a. De afgrond is gevaarlijk.
2. Tweede negen
Duisternis, er dreigt gevaar.
Men moet slechts kleine dingen trachten te bereiken. Streef naar kleine dingen. Verkrijg.
b. Men moet slechts kleine dingen trachten te bereiken. Streef naar kleine dingen,
Men heeft namelijk het midden nog niet overschreden. steeds langs de middelste weg.
Zes op de derde plaats:
a. Voorwaarts en achterwaarts afgrond op afgrond.
2. Derde zes
Komen of gaan, duisternis, duisternis.
Blijf in zulk een gevaar eerst stilstaan en wacht, Gevaar, gewoon wachten.
anders raak je in de afgrond in een gat. Handel niet zo. Gevallen in een kuil binnen een kuil; niet handelen.
b. Voorwaarts en achterwaarts afgrond op afgrond: Komen of gaan, duisternis, duisternis.
dan is ieder werk volslagen onmogelijk. Elke inspanning eindigt zonder resultaat.
Zes op de vierde plaats:
a. Een kruik wijn, een schaal rijst als toegift,
4. Vierde zes
Een kan wijn, twee manden voedsel.
aarden schotels, eenvoudig door het venster naar binnen gereikt: Sobere aarden vaten. Eenvoudige gaven door een raam,
dat verdient volstrekt geen blaam. eindigen zonder blaam.
b. Een kruik wijn, een schaal rijst als toegift. Een kan wijn, twee manden voedsel.
Het is de grens van vast en week. Stevig en wijkend ontmoeten elkaar.
Negen op de vijfde plaats:
a. De afgrond wordt niet overvol,
5. Vijfde negen
Water in de kuil, stroomt niet over,
hij wordt slechts vol tot aan de rand. Geen blaam. stijgt slechts tot de rand. Geen blaam.
b. De afgrond wordt niet overvol, Water in de kuil, stroomt nog niet over.
want de centrale lijn is nog niet groot. De middelste lijn is nog niet groot genoeg.
Bovenste zes:
a. Met koorden en touwen gebonden,
6. Bovenste zes
Gebonden met zwart koord,
ingesloten tussen met doornen omheinde kerkermuren; gevangen in de doornstruiken.
drie jaren vindt men de weg niet. Onheil! Drie jaren, geen kwijtschelding. Tegenspoed.
b. De bovenste zes is de weg kwijtgeraakt. Bovenste zes heeft de juiste weg gemist.
Dit onheil duurt drie jaar lang. Drie jaar lang tegenspoed.

terug naar de hexagrammen






^