32 Heng - De duurzaamheid; Heng - Duurzaamheid
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷟ 32 Heng - De duurzaamheid | ䷟ 32 Heng - Duurzaamheid |
De volgorde | Volgorde van de gua |
De weg van man en vrouw mag niet anders dan langdurig zijn. | De verbintenis van man en vrouw moet geen kort leven beschoren zijn. |
Daarom is het volgende teken: de duurzaamheid. | Na wederzijdse beïnvloeding volgt derhalve duurzaamheid. |
Duurzaamheid wil zeggen lange duur. | |
Vermengde tekens De duurzaamheid beduidt het langdurende. |
|
Bijgevoegde oordelen Duurzaamheid bewerkt vastheid van karakter. Het hexagram duurzaamheid toont menigvuldige ervaringen zonder oververzadiging. Duurzaamheid bewerkt de eenheid van het karakter. |
|
Het oordeel | Oordeel |
Welslagen. Geen blaam. | Duurzaamheid. Voorspoedig en probleemloos. Zonder blaam. |
Bevorderlijk is standvastigheid. Bevorderlijk is het een plaats te hebben, waar men heen kan gaan. | Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. Gunstig om ergens naar toe te gaan. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Duurzaamheid beduidt het langdurende. | Heng is duurzaamheid. |
Het sterke is boven, het zwakke beneden; donder en wind werken samen. | De vaste boven, de goedaardige onder. Donder en wind steunen elkaar. |
Zachtmoedig en bewogen. | Wees goedaardig in de beweging. |
De sterken en de zwakken zijn alle in harmonie met elkaar: dat wijst op duurzaamheid. | De vaste en goedaardige reageren. Dit betekent duurzaamheid. |
Welslagen. Geen blaam. | Duurzaamheid brengt succes; geen blaam. |
Bevorderlijk is standvastigheid: dat betekent voortdurend volharden in zijn baan. | Het is gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. Dit geeft aan dat duurzaamheid harmoniseert met Dao. |
De baan van de hemel en van de aarde is duurzaam en lang en houdt nooit op. | De Dao van hemel en aarde is duurzaam; hij eindigt nooit. |
Bevorderlijk is het een plaats te hebben, waar men heen kan gaan. | Het is gunstig om ergens naar toe te gaan. |
Dat betekent, dat op een einde steeds een nieuw begin volgt. | Een einde wordt altijd gevolgd door een nieuw begin. |
Zon en maan hebben de hemel, daarom kunnen ze in alle eeuwigheid licht geven. | Zon en maan vertrouwen op de Dao van de hemel; daarom kan hun schijnsel duurzaam zijn. |
De vier jaargetijden veranderen en vormen, daardoor kunnen ze in alle eeuwigheid voltooien. | De vier seizoenen veranderen en transformeren; daardoor duurt hun schepping van wezens voort. |
De geroepene blijft voor altijd in zijn baan en de wereld vervormt zich tot volmaaktheid. | De heilige wijze houdt lang vast aan zijn levenswijze. Zo worden alle wezens onder de hemel volledig getransformeerd. |
Nadenkend over dat, wat een ding zijn duurzaamheid verleent, kan men de natuur van hemel en aarde en van alle schepselen onderkennen. | Beschouw de Dao van duurzaamheid, om de natuur van hemel en aarde en alle wezens te zien. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Donder en wind: het beeld van de duurzaamheid. | De verbintenis van donder en wind. Een beeld van duurzaamheid. |
Zo staat de edele vast en hij verandert zijn richting niet. | In overeenstemming hiermee, staat de superieure mens pal, zonder zijn oogmerk te veranderen. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginzes: a. Te haastig duurzaamheid verlangen, brengt altijd onheil. Niets, wat bevorderlijk zou zijn. |
1. Begin zes Diepe duurzaamheid. Standvastig zijn: tegenspoed. Niets is gunstig. |
b. Het onheil van te haastig duurzaamheid verlangen komt, doordat men dadelijk in het begin te veel wil. | De tegenspoed van diepe duurzaamheid, door diepte en diepzinnigheid te zoeken in het prille begin. |
Negen op de tweede plaats: a. Berouw verdwijnt. |
2. Tweede negen Spijt verdwijnt. |
b. Voor de negen op de tweede plaats verdwijnt berouw, omdat ze permanent centraal is. | Spijt verdwijnt voor de tweede negen, hij houdt vast aan de centrale plaats. |
Negen op de derde plaats: a. Wie zijn karakter geen duurzaamheid geeft, zal schande oogsten. Blijvende beschaming. |
3. Derde negen Niet duurzaam, zijn deugd. Zal waarschijnlijk eerverlies lijden. Standvastig zijn: vernedering. |
b. Wie zijn karakter geen duurzaamheid geeft, wordt niet geduld. | Niet duurzaam, zijn deugd. Niemand tolereert hem. |
Negen op de vierde plaats: a. In het veld is geen wild. |
4. Vierde negen Veld. Geen vogels. |
b. Als men bij voortduring niet op zijn plaats is, hoe kan men dan wild vinden? | Lang wegblijven van zijn juiste plaats, hoe kan hij wild vangen? |
Zes op de vijfde plaats: a. Zijn karakter duurzaamheid geven door standvastigheid: dat is voor de vrouw heilzaam, |
5. Vijfde zes Duurzaam, zijn deugd. Wees standvastig, rechtschapen. Echtgenotes: voorspoed. |
voor de man noodlottig. | Echtgenoten: tegenspoed. |
b. Voor een vrouw is standvastigheid heilzaam, want zij volgt heel haar leven lang één man. | Volgzaamheid brengt voorspoed voor echtgenote; zij volgt hem tot het einde. |
Een man moet zich aan zijn plicht houden; volgt hij de vrouw, dan is dat verkeerd. | Een man moet vastberaden besluiten. Gehoorzaam een vrouw volgen: slecht einde. |
Bovenste zes: a. Rusteloosheid als duurzame toestand brengt onheil |
6. Bovenste zes Duurzame opschudding. Tegenspoed. |
b. Rusteloosheid als duurzame toestand in een hoge positie is geheel zonder verdienste. | Duurzame opschudding op de bovenste positie. Bijzonder onverdienstelijk. |
terug naar de hexagrammen
^