37 Tjia Zjèn - Het gezin (De clan); Jia Ren - Gezin

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 2


Wilhelm Huang
䷤  37 Tjia Zjèn - Het gezin (De clan) ䷤  37 Jia Ren - Gezin
De volgorde Volgorde van de gua
Wie buiten wordt gekwetst, zal zich terugtrekken in zijn gezin. Wie buiten is verwond, zal zeker naar huis terugkeren.
Daarom is het volgende teken: het gezin. Na verduistering volgt derhalve gezin.
Vermengde tekens
Het gezin is het innerlijke.
Het oordeel Oordeel
Het gezin. Bevorderlijk is de standvastigheid van de vrouw. Gezin. Gunstig voor een vrouw om standvastig en rechtschapen te zijn.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Het gezin. De juiste plaats van de vrouw is binnen, de juiste plaats van de man is buiten. Gezin. Vrouwen bezetten de juiste plaats binnen; mannen bezetten de juiste plaats buiten.
Dat man en vrouw elk hun juiste plaats hebben, Wanneer mannen en vrouwen hun juiste plaats bezetten,
is het grootste concept in de natuur. vervullen ze de grote norm van hemel en aarde.
Onder de leden van het gezin bevinden zich strenge heren, dat zijn de beide ouders. In een gezin zijn er heersers met autoriteit. Het zijn de ouders.
Als de vader in waarheid vader is en de zoon zoon, Wanneer de vader werkelijk vader is en de zoon zoon,
als de oudere broer een oudere broer is en de jongere een jongere, wanneer de oudste broer werkelijk een oudste is en de jongste broer de jongste,
de echtgenoot echtgenoot en de echtgenote echtgenote, de man een man en de vrouw een vrouw,
dan is het huis op de juiste weg. dan bevindt de weg van het gezin zich in goede staat.
Wanneer men ervoor zorgt dat het huis in orde is, komt de wereld in vaste banen. Wanneer elk gezin in goede staat is, bevindt alles onder de hemel zich in een stabiele toestand.
Het beeld Commentaar op het beeld
Wind komt voort uit vuur: het beeld van het gezin. Wind komt voort uit vuur. Een beeld van gezin.
Zo heeft de edele in zijn woorden zakelijkheid In overeenstemming hiermee, is de superieure mens krachtig in zijn woorden
en in zijn levenswandel duur. en consequent in zijn daden.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginnegen:
a. Vaste afsluiting binnen het gezin. Berouw verdwijnt.
1. Begin negen
Neem voorzorgen binnen het gezin. Berouw verdwijnt.
Beginnegen:
b. Vaste afsluiting binnen het gezin: de wil is nog niet veranderd.
1. Begin negen
Neem voorzorgen binnen het gezin. Voordat een verandering van wil plaatsvindt.
Zes op de tweede plaats:
a. Zij moet niet toegeven aan haar gril.
2. Tweede zes
Neem geen grillige besluiten, onderneem geen halfhartige actie.
Ze moet binnen voor het eten zorgen. Standvastigheid brengt heil. Belast met de voeding van het gezin, standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed.
b. Het heil van de zes op de tweede plaats berust op overgave en zachtmoedigheid. De voorspoed van de tweede zes, dankzij haar meegaandheid en goedaardigheid.
Negen op de derde plaats:
a. Als het in het gezin heftig toegaat, ontstaat berouw over te grote strengheid. Toch heil!
3. Derde negen
Het gezin, morrend, morrend. Berouw vanwege tegenslag: voorspoed.

b. Als vrouw en kind dartelen en lachen, leidt dat ten slotte tot beschaming.
Het gezin, morrend, morrend. Er is geen toegeeflijkheid. Vrouwen en kinderen, schertsend, schertsend. Eindigt in vernedering.
Zes op de vierde plaats:
a. Zij is de rijkdom van het huis. Groot heil!
4. Vierde zes
Verrijk het gezin. Grote voorspoed.
b. Zij is de rijkdom van het huis. Groot heil! Want zij is vol overgave en op haar plaats. Verrijk het gezin. Grote voorspoed. Dankzij haar meegaandheid en correcte plaats.
Negen op de vijfde plaats:
a. Als een koning nadert hij zijn gezin. Vrees niet. Heil!
5. Vijfde negen
De koning beïnvloedt het gezin. Maak u geen zorgen. Voorspoed.
b. Als een koning nadert hij zijn gezin: zij gaan in liefde met elkaar om. De koning beïnvloedt het gezin. Zij gaan met elkaar om met wederzijdse liefde.
Bovenste negen:
a. Zijn werk dwingt respect af. Ten slotte komt heil.
6. Bovenste negen
Wees oprecht en rechtschapen, met waardigheid. Eindigt in voorspoed.
b. Respect afdwingen en heil: dat wijst erop, dat men allereerst eisen stelt aan zichzelf. Voorspoed van waardigheid. Hij vertrouwt op zelfbeschouwing.

terug naar de hexagrammen






^