42 I - De vermeerdering; Yi - Vermeerdering
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷩ 42 I - De vermeerdering | ䷩ 42 Yi - Vermeerdering |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Als de vermindering maar steeds voortduurt, dan bewerkt zij zeker vermeerdering. | Wanneer vermindering aan zijn einde komt, zal er zeker vermeerdering ontstaan. |
Daarom is het volgende teken: vermeerdering. | Na vermindering volgt derhalve vermeerdering. |
Vermengde tekens De hexagrammen vermindering en vermeerdering zijn het begin van bloei en ondergang. |
|
Bijgevoegde oordelen Toen de clan van Pau Si voorbij was, kwam de clan van de goddelijke Landman op. Hij spleet een stuk hout voor een ploegschaar en boog een stuk hout voor de ploegstang en leerde aan de hele wereld het nut van het openleggen van de aarde met een ploeg. Dat ontleende hij waarschijnlijk aan het hexagram de vermeerdering. De vermeerdering toont de volheid van het karakter. De vermeerdering toont de groei van de volheid zonder kunstgrepen. Zo bevordert de vermeerdering het nuttige. |
|
Het oordeel | Oordeel |
De vermeerdering: het is bevorderlijk iets te ondernemen. | Vermeerdering. Gunstig om ergens naar toe te gaan. |
Het is bevorderlijk het grote water over te steken. | Gunstig om brede rivieren over te steken. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
De vermeerdering. Het bovenste verminderen en het onderste vermeerderen: | Vermeerdering. Verminderen wat boven staat, is vermeerderen wat beneden ligt. |
dan kent de vreugde van het volk geen grenzen. | De vreugde der mensen is eindeloos. |
Wat boven is, plaatst zich onder het lagere: dat is de weg van het grote licht. | Toename van wat beneden ligt, komt van wat boven staat. Zijn weg is sterk verlicht. |
Bevorderlijk is het iets te ondernemen: centraal, correct en zegenrijk. | Gunstig om ergens naar toe te gaan, omdat hij centraal en correct is, en daarom gezegend is. |
Bevorderlijk is het grote water over te steken: de weg van het hout schept succes. | Gunstig om brede rivieren over te steken omdat het hout op het water drijft en vooruit wordt gestuurd door de wind. |
De vermeerdering beweegt zich, zachtmoedig en mild: dagelijkse vooruitgang, onbegrensd. | Toename beweegt, zachtmoedig en zoetjes. Elke dag gaat het eindeloos verder. |
De hemel schenkt en de aarde brengt voort: daardoor groeit het allerwegen. | De hemel schenkt en de aarde aanvaardt. Daardoor nemen de dingen zonder beperking toe. |
De weg der vermeerdering overal gaat met de tijd harmonisch voort. | De Dao van vermeerdering is altijd in harmonie met de tijd. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Wind en donder: het beeld van de vermeerdering. | Wind en donder steunen elkaar. Een beeld van vermeerdering. |
Alzo de edele: | In overeenstemming hiermee, |
ziet hij iets goeds, dan doet hij het na; | volgt de superieure mens het goede wanneer hij het ontwaart |
heeft hij gebreken, dan legt hij ze af. | en corrigeert hij zijn fouten zodra hij ze opmerkt. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginnegen: a. Het is bevorderlijk grote daden te volbrengen. Verheven heil, geen blaam. |
1. Begin negen Gunstig om bezig te zijn met grote prestaties. Opperste voorspoed, zonder blaam |
b. Verheven heil, geen blaam. | Opperste voorspoed, geen blaam. |
De lageren gebruiken het niet voor hun eigen gemak. | Hoewel de onderste niet geschikt is om grote zaken aan te pakken. |
Zes op de tweede plaats: a. Hij zal wel door iemand vermeerderd worden. |
2. Tweede zes Wordt waarschijnlijk vermeerderd. |
Tien paar schildpadden kunnen dat niet verhinderen. | Een schildpad die tien paar schelpen waard is, kan men niet weigeren. |
Duurzame standvastigheid brengt heil. | Volhardend standvastig en rechtschapen zijn: voorspoed. |
De koning toont hem voor God. Heil! | De koning is bezig aan te bieden aan de Heer van de hemel. |
b. Hij zal wel door iemand vermeerderd worden. Dat komt van buiten. | Aanvaard profijt met open geest. Het komt van buiten. |
Zes op de derde plaats: a. Men wordt verrijkt door rampspoedige gebeurtenissen. |
3. Derde zes Vermeerderd worden. Bezig zijn met betreurenswaardige gebeurtenissen. |
Geen blaam als je waarachtig bent, in het midden wandelt en de vorst bericht met een zegel. | Zonder blaam. Oprecht en eerlijk zijn. Het middelste pad bewandelen, verslag uit brengen aan de heer met de jaden scepter. |
b. Men wordt verrijkt door rampspoedige gebeurtenissen: dat is iets, wat ons zeker toebehoort. | Vermeerderd worden, bezig zijn met onzalige gebeurtenissen. Het is precies zoals het moet zijn. |
Zes op de vierde plaats: a. Als je in het midden wandelt en de vorst bericht, zal hij volgen. |
4. Vierde zes Bewandelt het middelste pad, brengt verslag uit aan de heer. De heer volgt. |
Bevorderlijk is het gebruikt te worden bij het verleggen van de hoofdstad. | Gunstig om op basis hiervan een hoofdstad te verplaatsen. |
b. Als je de vorst bericht, zal hij volgen; omdat daardoor zijn gezindheid wordt vermeerdert. | Verslag uitbrengen aan de heer. De heer volgt. Zijn doel is het voordeel voor het volk te vermeerderen. |
Negen op de vijfde plaats: a. Als je werkelijk een goed hart hebt, vraag dan niet. Verheven heil! |
5. Vijfde negen Met oprechtheid en eerlijkheid, ten goede komen aan hun hart. Onnodig te vragen. Opperste voorspoed. |
Waarlijk, goedheid zal je als deugd worden aangerekend. | Oprecht en eerlijk zijn. Mijn deugd zal begunstigd worden. |
b. Als je een goed hart hebt, vraag dan niet. | Met oprechtheid en eerlijkheid, ten goede komen aan hun hart. Onnodig naar de reactie te vragen. |
Als goedheid je als deugd wordt aangerekend, heb je je doel volkomen bereikt. | Mijn deugd zal begunstigd worden. Dat is wat hij werkelijk wil. |
Bovenste negen: a. Hij dient niemand tot vermeerdering. Het kan zelfs zijn dat iemand hem slaat. |
6. Bovenste negen Geen toename, maar een slag. |
Hij heeft zijn hart niet altijd in bedwang. Onheil. | Het hart niet stabiel houden: tegenspoed. |
b. Hij dient niemand tot vermeerdering: dat is een woord dat eenzijdigheid betekent. | Geen toename. Hij heeft een verkeerde neiging. |
Het kan zelfs zijn dat iemand hem slaat: dat komt van buiten. | Maar een slag, hij komt van buiten. |
terug naar de hexagrammen
^