45 Tswéi - Het verzamelen; Cui - Samenvoegen
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷬ 45 Tswéi - Het verzamelen | ䷬ 45 Cui - Samenvoegen |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Als de wezens elkaar ontmoeten, verzamelen ze zich. | Na een ontmoeting voegen zaken zich samen. |
Daarom is het volgende teken: het verzamelen. | Na tegemoetkomen volgt derhalve samenvoegen. |
Verzamelen wil zeggen opeenhopen. | |
Vermengde tekens Verzamelen betekent opeenhopen. |
|
Het oordeel | Oordeel |
Het verzamelen. Welslagen. | Samenvoegen, voorspoedig en probleemloos. |
De koning nadert zijn tempel. | De koning arriveert bij de vooroudertempel. |
Bevorderlijk is het, de grote man te zien. Dat brengt welslagen. | Gunstig om een groot man te bezoeken. Voorspoedig en probleemloos. |
Bevorderlijk is standvastigheid. | Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. |
Grote offers brengen, schept heil. Bevorderlijk is het iets te ondernemen. | Gebruik grote dieren: voorspoed. Gunstig om ergens naar toe te gaan. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Verzamelen beduidt opeenhopen. Toegewijd en daarbij blijmoedig. | Samenvoegen. Voorspoedig en probleemloos. Toegewijd en vreugdevol. |
De sterke staat in het midden en vindt overeenstemming. | De vaste is centraal en heeft een overeenkomst. |
Daarom verzamelen de anderen zich om hem heen. | Daardoor komen mensen en verzamelen ze zich. |
De koning nadert zijn tempel. Dat bewerkt eerbied en welslagen. | De koning arriveert bij de vooroudertempel. Vol gehoorzame eerbied biedt hij zijn offergaven aan. |
Bevorderlijk is het, de grote man te zien. Dat brengt welslagen. | Gunstig om een groot man te bezoeken. Dat zal leiden tot voorspoed en probleemloosheid. |
De verzameling vindt plaats op de juiste grondslag. | Mensen op de juiste manier samenbrengen. |
Grote offers brengen schept heil. | Gebruik grote dieren: voorspoed. |
Bevorderlijk is het iets te ondernemen, want dat betekent: overgave aan het gebod van de hemel. | Hij volgt de wens van de hemel. |
Als men erop let wat zij verzamelen, | Door gade te slaan hoe alle wezens samengebracht worden, |
kan men de verhouding tussen hemel en aarde en alle wezens doorzien. | kan men de waarheid van hemel en aarde en alle wezens zien. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Het meer is boven de aarde: het beeld van het verzamelen. | Meer boven aarde. Een beeld van samenvoegen. |
Zo vernieuwt de edele zijn wapenen | In overeenstemming hiermee herstelt de superieure mens zijn wapens |
om onvoorziene dingen het hoofd te bieden. | om zich te verdedigen tegen onverwachte gebeurtenissen. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginzes: a. Als je oprecht bent, maar niet tot het einde toe, |
1. Begin zes Wees oprecht en eerlijk, niet tot het einde. |
dan komt er nu eens verwarring, dan weer vereniging. | Verward, nog steeds samenvoegen |
Als je roept hoef je je hand maar uit te steken om weer te kunnen lachen. Betreur niets. | Als ze het uitschreewt, eenmaal handen grijpend: lachen. Wees niet bezorgd. |
Heengaan is zonder blaam. | Naar voren gaan: zonder blaam. |
b. Nu eens verwarring, dan weer vereniging. | Verward, nog steeds samenvoegen |
De wil is in verwarring. | Haar geest is in verwarring. |
Zes op de tweede plaats: a. Zich laten trekken brengt heil en blijft zonder blaam. |
2. Tweede zes Nader tot elkaar komen: voorspoed. Zonder blaam. |
Als men oprecht is, is het ook bevorderlijk een klein offer te brengen. | Wees oprecht en eerlijk; gunstig, zelfs met een kleine offergift. |
b. Zich laten trekken brengt heil en blijft zonder blaam. | Nader tot elkaar komen: voorspoed. Zonder blaam. |
Het midden is nog onveranderd. | Het centrale principe blijft onveranderd. |
Zes op de derde plaats: a. Verzamelen onder zuchten. Niets dat bevorderlijk ware. |
3. Derde zes Samenvoegen: zuchten. Niets is gunstig. |
Heengaan is zonder blaam. Kleine beschaming. | Naar voren gaan: zonder blaam. Lichte vernedering. |
b. Heengaan is zonder blaam. Boven is het zachtmoedige. | Naar voren gaan: zonder blaam. Een zachte bries waait boven. |
Negen op de vierde plaats: a. Groot heil! Geen blaam. |
4. Vierde negen Grote voorspoed. Zonder blaam. |
b. Groot heil! Geen blaam. Want de plaats vraagt niets voor zichzelf (De plaats is niet correct). | Grote voorspoed. Zonder blaam. Zelfs de plaats is niet geschikt. |
Negen op de vijfde plaats: a. Als men bij het verzamelen de juiste positie inneemt, verdient dat geen blaam. |
5. Vijfde negen Samenvoegen. Er is een positie. Zonder blaam. |
Als sommigen nog niet oprecht meedoen, | Geen vertrouwen. |
is er verheven, duurzame standvastigheid nodig; dan verdwijnt het berouw. | Verheven doorzetten, standvastig en rechtschapen. Berouw verdwijnt. |
b. Als men bij het verzamelen de juiste positie maar inneemt. | Samenvoegen. Er is een positie. |
Dan is de wil nog niet stralend genoeg. | Zijn wens is nog niet helder geworden. |
Bovenste zes: a. Klagen en zuchten, tranen in stromen! Geen blaam. |
6. Bovenste zes Weeklagen en zuchten. Bittere tranen; zonder blaam. |
b. Klagen en zuchten, tranen in stromen. | Weeklagen en zuchten. Bittere tranen. |
Hij komt boven niet tot rust. | Ze voelt zich bovenaan niet veilig. |
terug naar de hexagrammen
^