48 Tjing - De waterput; Jing - Aanvullen

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 2


Wilhelm Huang
䷯  48 Tjing - De waterput ䷯  48 Jing - Aanvullen
De volgorde Volgorde van de gua
Wie boven in het nauw wordt gebracht, zal zich omlaag wenden. Zij die boven uitgeput zijn, zullen zeker terugkeren naar beneden.
Daarom is het volgende teken: de waterput. Na uitputting volgt derhalve Aanvullen
Vermengde tekens
De waterput betekent samenhang.
Bijgevoegde oordelen
De waterput toont het veld van het karakter.
De waterput blijft op zijn plaats en heeft toch invloed op andere dingen.
De waterput bewerkt het vermogen te onderscheiden wat het juiste is.
Het oordeel Oordeel
De waterput. Men kan wel de stad verleggen, maar de waterput niet. Aanvullen. Een dorp kan worden verplaatst, maar niet de bron.
Hij neemt niet af en neemt niet toe. Zij komen en gaan en scheppen uit de waterput. Verliest noch wint. Komen en gaan, putten, putten.
Als men het welwater bijna heeft bereikt, maar het touw net niet lang genoeg is of als de kruik breekt, dan brengt dat ongeluk. Bijna uit de bron, breekt de emmer, tegenspoed.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
Indringen onder het water en omhoogbrengen van het water, dat is de waterput. Boort zich in het water en brengt het omhoog. Het geeft een bron aan.
De waterput voedt en droogt niet op. De bron zorgt voor aanvulling, maar raakt nooit uitgeput.
Men kan wel de stad verleggen, maar de waterput niet, want de centrale positie gaat gepaard met vastheid. Een dorp kan worden verplaatst, maar niet de bron, omdat de vaste in de centrale posities staan.
Als men het welwater bijna heeft bereikt, maar het touw net niet lang genoeg is, Bijna uit de bron,
dan heeft men nog niets gepresteerd. de verdienste is nog niet volbracht,
Als de kruik breekt: dat brengt ongeluk. breekt de emmer, er is tegenspoed.
Het beeld Commentaar op het beeld
Boven het hout is het water: het beeld van de waterput. Water boven hout. Een beeld van aanvullen.
Zo moedigt de edele het volk aan bij het werk In overeenstemming hiermee moedigt de superieure mens de mensen aan bij hun werk
en vermaant hij het, elkaar te helpen. en spoort ze aan elkaar te helpen.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginzes:
a. Het slik van de waterput wordt niet gedronken.
1. Begin zes
Modder in de bron. Niet drinken.
Bij een oude waterput komen geen dieren. Oude bron, geen vogels.
b. Het slik van de waterput wordt niet gedronken: het is te ver beneden. Modder in de bron. Niet drinken. De positie is te laag.
Bij een oude bron komen geen dieren:
de tijd verlaat hem.
Oude bron, geen vogels.
Met het verstrijken van de tijd is hij verlaten.
Negen op de tweede plaats:
a. Bij het gat van de put schiet men vissen.
De kruik is gebroken en lekt.
2. Tweede negen
Bodem van de bron, klein karpertje.
Emmer lekt.
b. Bij het gat van de put schiet men vissen.
Hij heeft niemand die meedoet.
Bodem van de bron, klein karpertje.
Niemand reageert op hem.
Negen op de derde plaats:
a. De waterput is schoongemaakt, maar men drinkt er niet uit.
3. Derde negen
Bron wordt uitgebaggerd. Niet drinken.
Dat is mijn harteleed, want men zou eruit kunnen putten. Droefheid in mijn hart. Hij zou gebruikt en geput kunnen worden.
Als de koning het zich bewust was, zou men gemeenschappelijk het geluk genieten. Koning is verlicht en ontvangt zijn zegen.
b. De waterput is schoongemaakt, maar men drinkt er niet uit. Bron wordt uitgebaggerd, niet drinken.
Dat is het leed van degenen die handelen. Dit is de droefheid van de voorbijganger.
Zij smeken dat de koning het zich bewust moge zijn, om het geluk deelachtig te worden. Moge de koning verlicht en helder zijn, dan zal de zegen worden ontvangen.
Zes op de vierde plaats:
a. De waterput wordt met metselwerk bekleed. Geen blaam.
4. Vierde zes
Bron wordt betegeld. Zonder blaam.
b. De waterput wordt met metselwerk bekleed. Geen blaam. Bron wordt betegeld. Zonder blaam.
Want dat is het bruikbaar maken van de bron. Hij wordt opgeknapt.
Negen op de vijfde plaats:
a. In de waterput is een heldere, koele bron, waaruit men kan drinken.
5. Vijfde negen
Bron is zuiver. IJskoud bronwater wordt gedronken.
b. Het drinken van de heldere, koele bron, Drinken van een zuivere en ijskoude bron.
berust op haar centrale, correcte positie. De positie is centraal en correct.
Bovenste een zes:
a. Men put ongestoord uit de waterput. Hij is betrouwbaar. Verheven heil!
6. Bovenste zes
Bron staat vol water. Bedek niet. Oprecht en eerlijk zijn: opperste voorspoed.
b. Verheven heil op de bovenste plaats, dat beduidt grote volmaaktheid. Opperste voorspoed op de bovenste plaats. Grote prestatie.

terug naar de hexagrammen






^