49 Ke - De omwenteling (het ruien); Ge - Het oude afschaffen
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷰ 49 Ke - De omwenteling (het ruien) | ䷰ 49 Ge - Het oude afschaffen |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Het systeem van een waterput moet mettertijd noodzakelijk grondig worden vernieuwd; | Het slib op de bodem van een put moet verwijderd worden. |
daarom is het volgende teken: de omwenteling. | Na aanvullen volgt derhalve het oude afschaffen. |
Vermengde tekens De omwenteling beduidt de verwijdering van het verouderde. |
|
Het oordeel | Oordeel |
De omwenteling. Op de eigen dag vind je geloof. | Juiste dag. Krijgt het vertrouwen van mensen. |
Verheven welslagen, bevorderend door standvastigheid. Het berouw verdwijnt. | Verheven voorspoedig en probleemloos. Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. Berouw verdwijnt. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
De omwenteling: water en vuur temperen elkaar. | Het oude afschaffen. Water en vuur vernietigen elkaar. |
Twee dochters wonen samen, maar hun opvattingen lopen ver uiteen. Dat beduidt: omwenteling. | Twee dochters wonen bij elkaar, maar hun gedachten komen niet overeen. Dit wordt revolutie genoemd. |
Op de eigen dag vind je geloof: | Juiste dag. Krijgt dan het vertrouwen van mensen. |
men bewerkt een omwenteling en vindt daarbij vertrouwen. | Wanneer de storm der revolutie uitbreekt, zal geloof ermee overeenstemmen. |
Opheldering en daardoor blijheid: je schept groot succes door rechtvaardigheid. | Verlichte kennis maakt mensen blij. Groot succes ontstaat door gerechtigheid. |
Als men bij een omwenteling het juiste weet te doen, verdwijnt het berouw. | Aangezien de revolutie gepast is, verdwijnt alle berouw. |
Hemel en aarde bewerken de omwenteling en daardoor volgen de vier jaargetijden elkaar op. | Hemel en aarde schaffen het oude af en veroorzaken het nieuwe, en de vier seizoenen vervolmaken hun veranderingen. |
Tang en Woe bewerkten politieke omwentelingen | Tang en Wu schaften het oude af en veroorzaakten het nieuwe. |
door overgave aan de hemel in harmonie met de mensen. | Ze gehoorzaamden aan de wil van de hemel zoals het volk dat wenste. |
De tijd van de omwenteling is waarlijk groot. | De tijd en de betekenis van het oude afschaffen is waarlijk groot. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
In het meer is vuur: het beeld van de omwenteling. | Vuur in het midden van het meer. Een beeld van het oude afschaffen. |
Zo ordent de edele de tijdrekening en klaart hij de tijden. | In overeenstemming hiermee beschouwt de superieure mens de veranderingen in de planeten en corrigeert de kalender, verduidelijkt het moment der seizoenen. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginnegen: a. Men wordt gewikkeld in de huid van een gele koe. |
1. Begin negen Gebonden met de huid van een gele os. |
b. Men wordt gewikkeld in de huid van een gele koe. | Gebonden met de huid van een gele os. |
Zo mag men niet handelen. | In dergelijke omstandigheden zou men niet moeten handelen. |
Zes op de tweede plaats: a. Op de eigen dag mag je een omwenteling teweeg brengen. |
2. Tweede zes Juiste dag. Schaf dan het oude af. |
Opbreken brengt heil. Geen blaam. | Naar voren gaan: voorspoed. Zonder blaam. |
b. Op de eigen dag mag je een omwenteling teweeg brengen. | Juiste dag. Schaf dan het oude af. |
Handelen brengt een mooi resultaat. | Handelen zorgt voor prijzenswaardig succes. |
Negen op de derde plaats: a. Opbreken brengt onheil. Standvastigheid brengt gevaar. |
3. Derde negen Naar voren gaan: tegenspoed. Standvastig zijn: tegenslag. |
Als het gerucht van de omwenteling drie keer de ronde heeft gedaan, kan men eraan meedoen en zal men geloof vinden. | Verklaar de oude drie tijden af te schaffen. Wees oprecht en eerlijk. |
b. Als het gerucht van de omwenteling drie keer de ronde heeft gedaan, mag men eraan meedoen: waartoe wil men het anders laten komen? | Verklaar de oude drie tijden af te schaffen. Behalve revolutie, wat kan hij anders doen? |
Negen op de vierde plaats: a. Het berouw verdwijnt. Men vindt geloof. De staatsvorm te veranderen brengt heil. |
4. Vierde negen Berouw verdwijnt. Wees oprecht en eerlijk. Verander het oude. Voorspoed. |
b. Het heil van de verandering van de staatsvorm berust daarop, | De voorspoed van het oude veranderen. |
dat men voor zijn gezindheid geloof vindt. | Zijn overtuiging ontmoet zijn geloof. |
Negen op de vijfde plaats: a. De grote man verandert als een tijger. |
5. Vijfde negen Groot mens verandert als een tijger. |
Nog voordat hij het orakel raadpleegt, vindt hij geloof | Niet nodig om te orakelen; er is oprechtheid en eerlijkheid. |
b. De grote man verandert als een tijger: zijn tekening is duidelijk. |
Groot mens verandert als een tijger. Hij is briljant en beslist. |
Bovenste zes: a. De edele verandert als een panter. De geringe man ruit in het gezicht. |
6. Bovenste zes Superieure mens verandert als een luipaard. Kleine lieden veranderen van gezicht. |
Opbreken brengt onheil. Verwijlen in standvastigheid brengt heil. | Naar voren gaan: tegenspoed. Blijf vasthouden aan standvastigheid en rechtschapenheid: voorspoed. |
b. De edele verandert als een panter. Zijn tekening is fijner. | Superieure mens verandert als een luipaard. Briljant en elegant. |
De geringe man ruit in het gezicht; hij is toegewijd en gehoorzaamt de vorst. | Kleine lieden veranderen van gezicht. Ze gehoorzamen toegewijd aan de superieure. |
terug naar de hexagrammen
^