61 Tsjoeng foe - Innerlijke waarheid; Zhong fu - Grote oprechtheid
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷼ 61 Tsjoeng foe - Innerlijke waarheid | ䷼ 61 Zhong fu - Grote oprechtheid |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Doordat de dingen beperkt worden, worden ze betrouwbaar gemaakt. | Wanneer beperkingen zijn gevestigd, zullen mensen betrouwbaar zijn. |
Daarom is het volgende teken: innerlijke waarheid. | Na beperking volgt derhalve grote oprechtheid. |
Vermengde tekens Innerlijke waarheid betekent betrouwbaarheid. |
|
Het oordeel | Oordeel |
Innerlijke waarheid. Zwijnen en vissen. Heil. | Grote oprechtheid. Varkens en vissen. Voorspoed. |
Het is bevorderlijk het grote water over te steken. | Gunstig om brede rivieren over te steken. |
Bevorderlijk is standvastigheid. | Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Innerlijke waarheid. De weken zijn binnen en toch houden de sterken het midden. | Grote oprechtheid. De wijkende staan binnen en de vaste verkrijgen de centrale plaatsen. |
Blij en zachtmoedig, waarlijk, daardoor wordt het land getransformeerd. | Vreugde en nederigheid, met grote oprechtheid en betrouwbaarheid, is hij in staat om een land te hervormen. |
Zwijnen en vissen. Heil! De macht van het vertrouwen strekt zich zelfs uit tot zwijnen en vissen. |
Varkens en vissen. Voorspoed. Grote oprechtheid en betrouwbaarheid veranderen varkens en vissen in zegeningen. |
Het is bevorderlijk het grote water over te steken. | Gunstig om brede rivieren over te steken. |
Men maakt gebruik van de holte van een houten schip. | Het beeld lijkt op een lege boot. |
Innerlijke waarheid en standvastigheid, die vooruit brengt: | Grote oprechtheid en betrouwbaarheid zijn gunstig met standvastigheid en rechtschapenheid. |
zo is men in harmonie met de hemel. | Hij reageert op het principe van de hemel. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Boven het meer is de wind: het beeld van de innerlijke waarheid. | Wind boven meer. Een beeld van grote oprechtheid. |
Zo bespreekt de edele strafzaken om executies op te houden. | In overeenstemming hiermee berecht de superieure mens strafzaken nauwgezet en stelt hij executies uit. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginnegen: a. Bereid zijn brengt heil. Zijn er bijbedoelingen, dan is dat verontrustend. |
1. Begin negen Met gemak en vertrouwen: voorspoed. Iets anders zoeken: geen vrede. |
b. Het bereid zijn van de beginnegen brengt heil: de wil is nog niet veranderd. | Met gemak en vertrouwen: voorspoed. Zijn oorspronkelijke wens verandert niet. |
Negen op de tweede plaats: a. Een roepende kraanvogel in de schaduw. Zijn jong antwoord hem. |
2. Tweede negen Een kraanvogel roept vanuit een schuilplaats. Haar kuikens antwoorden. |
Ik heb een goede beker, die wil ik met je delen. | Ik heb een goede wijn, jij en ik delen. |
b. Zijn jong antwoord hem. Dat is de toegenegenheid, die uit het diepst van het hart komt. | Zijn kuiken antwoordt uit genegenheid in zijn hart. |
Zes op de derde plaats: a. Hij vindt een kameraad. |
3. Derde zes Confronteert een tegenstander. |
Nu eens trommelt hij, dan houdt hij op. Nu eens zucht hij, dan zingt hij weer. | Nu slaat de trommel, nu stopt hij. Nu snikt ze, nu zingt ze. |
b. Nu eens trommelt hij, dan houdt hij op. De plaats is niet de passende. | Nu slaat de trommel, nu stopt hij. De plaats is niet geschikt. |
Zes op de vierde plaats: a. De maan die bijna vol is. |
4. Vierde zes De maan is bijna vol. |
Eén paard van het span gaat verloren. Geen blaam. | Een stel paarden, raakte er één kwijt. Zonder blaam. |
b. Eén paard van het span gaat verloren. | Een stel paarden, raakte er één kwijt. |
Hij scheidt zich af van zijn soort en wendt zich omhoog. | Ze verlaat zijn metgezel. Keert zich naar boven. |
Negen op de vijfde plaats: a. Hij bezit waarheid, die nauw verbindt. Geen blaam. |
5. Vijfde negen Grote oprechtheid. Verbindt zich met een ander, hand in hand. Zonder blaam. |
b. Hij bezit waarheid, die nauw verbindt. De plaats is correct en passend. | Grote oprechtheid. Verbindt zich met een ander, hand in hand. Zijn plaats is correct en geschikt. |
Bovenste negen: a. Hanengekraai dat ten hemel stijgt. Standvastigheid brengt onheil. |
6. Bovenste negen Het gekraai van een haan stijgt op naar de hemel. Standvastig zijn: tegenspoed. |
b. Hanengekraai dat ten hemel stijgt. Hoe zou dat lang kunnen duren? | Het gekraai van een haan stijgt op naar de hemel. Hoe zou dat lang kunnen duren? |
terug naar de hexagrammen
^