62 Siau kwo - Het overwicht van het kleine; Xiao guo - Niet te ver gaan
Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang Afdeling 2Wilhelm | Huang |
䷽ 62 Siau kwo - Het overwicht van het kleine | ䷽ 62 Xiao guo - Niet te ver gaan |
De volgorde | Volgorde van de gua |
Als men het vertrouwen der wezens heeft, brengt men hen in beweging; | Wanneer mensen oprechtheid en betrouwbaarheid bezitten, zullen ze die zeker gebruiken. |
daarom is het volgende teken: het overwicht van het kleine. | Na grote oprechtheid volgt derhalve niet te ver gaan. |
Vermengde tekens Het overwicht van het kleine betekent een overgang. |
|
Bijgevoegde oordelen De heren spleten hout en maakten er een stamper van en holden de aarde uit tot een vijzel. Het nut van de vijzel en de stamper kwam alle mensen ten goede. Dat ontleenden zij waarschijnlijk aan het hexagram: het overwicht van het kleine. |
|
Het oordeel | Oordeel |
Het overwicht van het kleine. Welslagen. Bevorderlijk is standvastigheid. | Niet te ver gaan. Voorspoedig en probleemloos. Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. |
Men kan kleine dingen doen, men mag geen grote dingen doen. | Kleine zaken kunnen worden gedaan. Grote zaken niet. |
De vliegende vogel brengt de boodschap: | De vliegende vogel laat een boodschap achter: |
het is niet goed omhoog te streven, het is goed beneden te blijven. Groot heil! | Niet geschikt om op te stijgen, geschikt om af te dalen. Grote voorspoed. |
Commentaar op de beslissing | Commentaar op het oordeel |
Het overwicht van het kleine. De kleinen hebben het overwicht en hebben succes. | Niet te ver gaan. De kleine overtreffen en gaan verder. |
Bij de overgang gesteund te worden door standvastigheid: dat betekent dat men met de tijd meegaat. | Gunstig om standvastig en rechtschapen te zijn. En te handelen overeenkomstig de tijd. |
Het weke bereikt het midden, daarom heil in kleine dingen. | De wijkende bereikt de centrale plaatsen. Er ligt voorspoed in het afhandelen van kleine zaken. |
Het harde heeft zijn plaats verloren en is niet in het midden, daarom kan men geen grote dingen doen. | De vasten zijn centraal noch correct. Met grote zaken moet men zich niet bezighouden. |
Het teken heeft de vorm van een vogel. | Er is een beeld van een vliegende vogel. |
De vliegende vogel brengt de boodschap: | De vliegende vogel laat een boodschap achter: |
het is niet goed omhoog te streven, | Niet geschikt om op te stijgen, |
het is goed beneden te blijven. Groot heil! | geschikt om af te dalen. Grote voorspoed. |
Omhoogstreven is rebellie, laag willen blijven is overgave. | Opstijgen gaat tegen de situatie in; afdalen komt overen met de tijd. |
Het beeld | Commentaar op het beeld |
Op de berg is de donder: het beeld van het overwicht van het kleine. | Donder boven berg: een beeld van niet te ver gaan. |
In overeenstemming hiermee weegt de superieure mens voor- en nadelen van zijn gedrag: | |
Zo hecht de edele in zijn levenswandel het meeste gewicht aan de piëteit. | Voor gedrag is buitensporige nederigheid beter dan buitensporige arrogantie. |
Bij sterfgevallen hecht hij het meeste gewicht aan de droefheid. | Voor een begravenis is buitensporig verdriet beter dan buitensporige uitgaven. |
Bij zijn uitgaven betracht hij in de eerste plaats de spaarzaamheid. | Bij uitgaven is buitensporige zuinigheid beter dan buitensporige weelde. |
De afzonderlijke lijnen | Yao-tekst |
Beginzes: a. De vogel komt door vliegen in het ongeluk. |
1. Begin zes Vliegende vogel verheft zich. Tegenspoed. |
b. De vogel komt door vliegen in het ongeluk. Daar is niets aan te doen. | Vliegende vogel verheft zich. Tegenspoed. Niets kan worden gedaan om de tegenspoed te vermijden. |
Zes op de tweede plaats: a. Zij gaat haar stamvader voorbij en ontmoet de stammoeder. |
2. Tweede zes Overtreft haar grootvader, ontmoet haar grootmoeder. |
Hij dringt niet door tot zijn vorst en ontmoet de beambte. Geen blaam. | Overvleugel de koning niet; ontmoet haar ondergeschikte. Zonder blaam. |
b. Hij dringt niet door tot zijn vorst. | Zij kan haar heer niet bereiken. |
De beambte mag de vorst niet willen overtreffen. | De minister moet de heer niet overvleugelen. |
Negen op de derde plaats: a. Als men niet buitengewoon voorzichtig is, |
3. Derde negen Ga niet te ver, waak daarvoor. |
loopt men gevaar in de rug te worden aangevallen en geslagen. Onheil. | Anders raakt men misschien gewond: tegenspoed. |
b. Men loopt gevaar in de rug te worden aangevallen en geslagen. Wat is dat een ramp! | Anders raakt men misschien gewond. Wat een ernstige tegenspoed is dat. |
Negen op de vierde plaats: a. Geen blaam. Zonder voorbij te gaan, treft hij hem. |
4. Vierde negen Er is geen blaam. Ga niet te ver, ontmoet liever. |
Heengaan brengt gevaar. Men moet op zijn hoede zijn. Handel niet. | Naar voren gaan: tegenslag. Men moet op zijn hoede zijn. Handel niet. |
Wees steeds standvastig. | Wees eeuwig standvastig en rechtschapen. |
b. Zonder voorbij te gaan, treft hij hem. De plaats is niet de passende. | Niet te ver gaan, liever ontmoeten. De plaats is niet gepast. |
Heengaan brengt gevaar. Men moet op zijn hoede zijn. | Naar voren gaan: tegenslag. Men moet op zijn hoede zijn. |
Men mag in geen geval op deze wijze doorgaan. | De situatie kan niet lang duren. |
Zes op de vijfde plaats: a. Dichte wolken. Geen regen voor ons westelijke gebied. |
5. Vijfde zes Wolken condenseren, maar geen regen ten westen van me. |
De vorst schiet en treft die in de grot. | De prins schiet en raakt het in de grot. |
b. Dichte wolken, geen regen: hij is al boven. | Wolken condenseren, maar geen regen. De wolk is al hoog. |
Bovenste zes: a. Zonder te treffen, gaat hij hem voorbij. |
6. Bovenste zes Niet ontmoeten, te ver gaan. |
De vliegende vogel verlaat hem. Onheil! | Een vliegende vogel komt rampspoed tegen. Tegenspoed. |
Dat betekent ongeluk en schade. | Dit is wat rampspoed en ellende wordt genoemd. |
b. Zonder te treffen, gaat hij hem voorbij. Hij is reeds hoogmoedig. | Niet ontmoeten, te ver gaan. Hij is te hooghartig. |
terug naar de hexagrammen
^