C.G. Jung - Psychologie und Alchemie

De vierheid of quaterniteit

II. De droomsymbolen van het individuatieproces
  3. De Mandalasymboliek
    B. Mandala's in de droom blz. 150 e.v.

Het vierkant
[...] Hier verschijnt het vierkant (kwadraat) voor de eerste keer in de droom. Dit komt duidelijk voort uit de kring van de vier personen in de (boven besproken) droom. Het probleem van de 'kwadratuur van de cirkel' hield, evenals de 'lapis', de 'tinctura rubea' en het 'aurum philosophicum', de middeleeuwse geesten bezig.
De kwadratuur van de cirkel is een symbool van het 'opus alchymicum' (fig. 59), in die zin dat
- het de aanvankelijke, chaotische eenheid
- oplost in de vier elementen en ze vervolgens
- door het werk weer samenvoegt tot een hogere eenheid.
De eenheid (en de bewerking) wordt voorgesteld door de passer, de vier elementen door het vierkant. De voortkomst van het Ene uit de Vier vond plaats door middel van een proces van distillatie of sublimatie, dat als 'kringloop' verliep; dat wil zeggen dat het distillaat aan verschillende distillaties werd onderworpen, zodat de 'ziel' of 'geest' er in zijn zuiverste vorm uit werd gehaald.

Afbeelding 59
De kwadratuur van de cirkel
"Alle dingen bestaan weliswaar in drieën, maar in de vierde verheugen zij zich."
Jamsthaler, Viatorium spagyricum (1625)

In de regel wordt het resultaat de quintessens [de vijfde als kern van de vier] genoemd, wat geenszins de enige naam is van het altijd gehoopte en nooit geslaagde 'ene'. Het heeft, zoals de alchemisten zeggen, 'duizend namen', zoals de 'materia prima'. Heinrich Khunrath zegt over de circulaire distillatie in zijn 'Belijdenis': "Door Circumrotatie of Circulaire Filosofische Circumfusie van de Quaternarii ... wordt het teruggebracht tot de hoogste en allerzuiverste Simpliciteit of Eenvoud ... Monadis Catholicae plusquam perfectae ... Van het onzuivere grove wordt een opperste zuivere subtiele Ene ... etc."
Ziel en geest moeten gescheiden worden van het lichaam, wat gelijk staat aan de dood: vandaar dat Paulus Tarsensis ook zegt: "Cupio dissolvi, et esse cum Christo. ... daarom, mijn beste filosoof, moet je hier de geest en de ziel als 'magnesiae' opvangen." (De magnesia van de alchemisten is in Khunrath "materia caelistis atque divina", d.w.z. de "materia Lapidis Philosophorum", de arcaan- of transmutatiestof).
De geest (of geest en ziel) is de 'ternarius' (drie-eenheid), die eerst van zijn lichaam wordt gescheiden en na zijn zuivering weer met het lichaam wordt verenigd. Het lichaam is waarschijnlijk de vierde. Daarom verwijst Khunrath naar het Pseudo-Aristotelescitaat, waar de cirkel weer ontstaat uit de driehoek in de vierhoek. Deze cirkel, samen met de ouroboros, de draak die zichzelf vanuit de staart verslindt, vertegenwoordigt de basis van de alchemistische mandala.

De oosterse mandala, vooral de lamaïstische, bevat meestal een vierkant stupa-grondplan (Fig. 43). Dat dit werkelijk een gebouw betekent, is te zien aan de fysiek uitgevoerde mandala's. Daar geeft de figuur van het vierkant ook het idee van een huis of tempel, respectievelijk van een binnenste, ommuurde ruimte (cf. infra, binnenruimte). Stupa's moeten altijd door rechtshandig ritueel worden omcirkeld, want linkshandigheid is slecht. Links (sinister) betekent de onbewuste kant. Linkshandigheid van beweging betekent dus zoveel als een beweging in de richting van het onbewuste, terwijl rechtshandigheid 'juist' is en op het bewustzijn is gericht.
Voor zover deze onbewuste inhouden door langdurige oefening in het Oosten geleidelijk bepaalde vormen hebben aangenomen die het onbewuste uitdrukken, moeten zij als zodanig door de bewuste geest worden overgenomen en vastgehouden. Yoga, voor zover het ons bekend is als een dagelijkse praktijk, verloopt op een soortgelijke manier. Het prent vaste vormen in het bewustzijn.
Daarom is de belangrijkste westerse parallel ervan de 'Exercitia spiritualia' van Ignatius van Loyola, die eveneens de vaste ideeën over verlossing in de psyche inprenten. Deze praktijk is 'juist' in die zin, dat het symbool nog steeds een geldige uitdrukking is van het onbewuste feit. De psychologische juistheid van yoga in zowel het Oosten als het Westen houdt pas op, wanneer het onbewuste proces, dat vooruitloopt op toekomstige veranderingen in het bewustzijn, zich zo ver heeft ontwikkeld, dat het nuances vertoont, die niet meer voldoende worden uitgedrukt door het traditionele symbool of er niet meer geheel mee verenigbaar zijn. Alleen in dit opzicht kan men dan zeggen dat het symbool zijn 'juistheid' heeft verloren. Dit proces is waarschijnlijk een langzame, seculiere verschuiving van het onbewuste wereldbeeld en heeft niets te maken met intellectualistische kritiek daarop.

Religieuze symbolen zijn levensverschijnselen, feiten bij uitstek en geen meningen. Als de Kerk lange tijd volhoudt dat de zon om de aarde draait, maar dit standpunt in de 19e eeuw laat varen, kan zij zich beroepen op de psychologische waarheid dat voor vele miljoenen mensen de zon wel om de aarde draaide en dat pas in de 19e eeuw een groter aantal mensen de zekerheid van hun intellectuele functie hebben bereikt, om het bewijs voor het planetaire karakter van de aarde te kunnen zien. Helaas, er is geen waarheid zonder de ménsen die het zien.
De linker 'circumambulatio' rond het vierkant zou erop kunnen wijzen, dat het kwadraat van de cirkel wordt doorkruist op weg naar het onbewuste, dat het dus een instrumenteel doorgangspunt is, dat bemiddelt bij het bereiken van een onderliggend, nog niet geformuleerd doel.

Afbeelding 60
De kwadratuur van de cirkel, die de twee geslachten tot één geheel samenvat.
Maier, Scrutinium chymicum (1687)

Het is een van die wegen naar het centrum van het niet-ego, die ook door het middeleeuwse onderzoek werden gevolgd: namelijk bij de vervaardiging van de lapis. Het 'Rosarium philosophorum' zegt: "Maak van man en vrouw een ronde cirkel en trek daarin het vierkant, en in het vierkant de driehoek. Maak daarin een ronde cirkel en je hebt de steen der wijzen" 43 (Fig. 60; ook Fig. 59).

43 In de Scholia bij de Tractatus aureus (Hermetis Trismegisti tractatus vere aureus de lapidis philosophici secreto cum scholiis Dominici Gnosii) wordt gezegd (p.43):
"Quadrangulum secretum sapientum" [het geheime vierkant van de wijzen]. In het midden van het vierkant staat een cirkel met straling. Hieruit verklaart het scholium: "Divide lapidem tuum in quatuor elementa ... et coniunge in unum et totum habebis magisterium. [Verdeel je steen in de vier elementen ... en voeg ze samen tot één, en je zult alle heerschappij hebben."] (Citaat van Pseudo-Aristoteles.)

Afbeelding kwadratuur (quaterniteit)
verbinding tussen binnen en buiten
door de vier elementen [vermogens]

De cirkel in het midden wordt "mediator, pacem faciens inter inimicos sive elementa imo hic solus 'mediator efficit quadraturam circuli" genoemd [de bemiddelaar die vrede sticht tussen de tegenstrijdigheden of (de vier) elementen; inderdaad, hij is het die de cirkel in het kwadraat brengt]. (l.c. p. 44).
Circumambulatie heeft zijn parallel in de "circulatio spirituum sive distillatio circularis, hoc est.exterius intro, interius foras: item inferius et superius, simul in uno ciculo conveniant, neque amplius cognoscas, quid vel exterius, vel interius, inferius vel superius fuerit: sed omnia sint unum in uno circulo sive vase. Hoc enim vas est Pelecanus verus Philosophicus, nec alius est in toto 'mundo quaerendus'. [... in het omcirkelen door geesten of cirkelvormige distillatie, dat wil zeggen, de buitenkant naar binnen, de binnenkant naar buiten; evenzo, als de onderkant en de bovenkant samenkwamen in één en dezelfde cirkel, zou je niet meer weten wat buiten was noch binnen, beneden of boven: maar alles zou één zijn in één en dezelfde cirkel of vat. Want dit verloop is de ware filosofische pelikaan, en er is geen ander in de hele wereld] Dit proces wordt verklaard door de tekening. De vierdeling is de 'exterius': vier rivieren die in en uit de innerlijke 'oceaan' stromen (1. C., p.2e2 f.).

Zulke dingen betekenen natuurlijk volslagen onzin voor het moderne intellect. Dit waardeoordeel neemt echter geenszins weg dat dergelijke associaties van ideeën voorkomen en zelfs gedurende vele eeuwen een belangrijke rol hebben gespeeld. Het is aan de psychologie om deze dingen te begrijpen en het aan de leek over te laten onzin en obscurantisme uit te kramen. (Veel van mijn critici die beweren 'wetenschappelijk' te zijn, doen in feite precies hetzelfde als die bisschop die de meikever uit de kerk verbande, omdat hij zich te veel vermenigvuldigde).
Zoals de stoepa's in hun binnenste relikwieën van de Boeddha bevatten, zo bevindt zich in het binnenste van het lamaïstische vierkant, evenals in het Chinese vierkant van de aarde, het 'heilige der heiligen' [dat een kubus was] of magisch werkzame: namelijk de kosmische energiebron, de god Shiva, die een bodhisattva of een grote leraar is; in het Chinees is het Kiän (Tjièn), de hemel met zijn vier uitstralende kosmische krachten (afb. 61).

Afbeelding 62
Rechthoekige mandala in de vorm van een kruis. In het midden het Lam Gods, op het kruis de vier evangelisten met de vier paradijsrivieren, op de hoeken de vier hoofddeugden.
Ook in de westerse, middeleeuwse christelijke mandala troont de godheid in het midden, vaak in de vorm van de Verlosser met de vier symbolische figuren van de evangelisten (Afb. 62).

Het [boven besproken] droomsymbool nu staat in schril contrast met deze hoogste metafysische ideeën; want in het centrum moet de 'gibbon', die ongetwijfeld een aap is, worden gereconstrueerd. Hier komen we de aap weer tegen, die voor het eerst voorkomt in droom 22 (Par. 117). Daar geeft hij aanleiding tot paniek en tot de nuttige tussenkomst van het verstand. Nu moet hij worden 'gereconstrueerd', wat waarschijnlijk niets anders betekent dan dat de mensachtige, het archaïsche feit 'mens', moet worden hersteld. De linkse weg leidt dus duidelijk niet omhoog naar het rijk van de goden en de eeuwige ideeën, maar omlaag naar de natuurlijke geschiedenis, naar de dierlijke instinctbasis van het menselijk wezen. Het is dus, in oude termen, een Dionysisch mysterie. Het vierkant komt overeen met de Temenos [heilig gebied, heiligdom] (zie fig. 31, de vierkante stad), waar theater wordt gespeeld, in dit geval een aap- in plaats van een saterspel. Het binnenste van de gouden bloem is een kiemplaats waar het "diamanten lichaam wordt voortgebracht". Het synoniem 'Occident' (Wilhlm en Jung, Het geheim van de Gouden Bloem [uitgave 1939], p.112.) kan er zelfs op wijzen dat deze schepping voortkomt uit een integratie van de voorouderlijke stadia. In primitieve vernieuwingsrituelen spelen de voorouderlijke geesten een belangrijke rol.
De inheemsen van Centraal-Australië identificeren zich zelfs met hun mythische voorouders uit de Alcheringa-periode, een soort Homerisch tijdperk. Evenzo identificeren de Taos Pueblos zich, ter voorbereiding op de rituele dansen, met de zon wiens zonen zij zijn. De her-identificatie met de menselijke en dierlijke voorouders betekent psychologisch een integratie van het onbewuste, eigenlijk een vernieuwingsbad in de levensbron waar men weer vis is, dat wil zeggen onbewust zoals in de slaap, de dronkenschap en de dood; vandaar de incubatieslaap, de Dionysische inwijding en de rituele dood bij de inwijding.

Deze processen worden natuurlijk altijd voltrokken op de heilige plaats. Men kan deze ideeën gemakkelijk vertalen in het concretisme van de Freudiaanse theorie: de temenos is dan de baarmoeder en de rite een regressie naar incest. Maar dit zijn de neurotische misverstanden van mensen die gedeeltelijk infantiel zijn gebleven en niet weten dat zij hebben te maken met dingen die altijd oefeningen van volwassenen zijn geweest, wier activiteiten onmogelijk kunnen worden verklaard als louter regressies naar infantilisme. Anders zouden de belangrijkste en hoogste prestaties van de mensheid uiteindelijk niet meer zijn dan perverse kinderwensen, en zou het woord 'kinderachtig' zijn bestaansreden hebben verloren.

Aangezien de alchemie zich in haar filosofische vorm bezighield met problemen, die zeer dicht liggen bij die welke onze moderne psychologie interesseren, is het misschien van enig belang om in te gaan op het droommotief van de aap die moet worden gereconstrueerd in de vierkante ruimte. In de overgrote meerderheid van de gevallen identificeert de alchemie haar 'transformatiesubstantie' met het 'argentum vivum' of Mercurius. Chemisch gezien duidt deze term op kwik, filosofisch gezien echter op de 'spiritus vitae', de wereldziel (afb. 91), en zo krijgt Mercurius ook de betekenis van Hermes, de god van de openbaring. Dit is niet de plaats om dit verband in extenso te presenteren. Dit zal elders worden gedaan.

Hermes is verbonden met het idee van zowel rondheid als vierhoekigheid, zoals met name blijkt uit Papyrus V, regel 401 van de 'Papyri Graecae magicae'. Daar vinden we de term 'rond en vierkant'. Het wordt ook wel 'vierhoekig' genoemd. Het heeft ïberhaupt met het getal vier te maken; vandaar dat er ook een 'vierkoppige' is.
Deze attributen waren ook in de Middeleeuwen bekend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het werk van Cartari. Er staat: "Davantage, les figures quarres de Mercure (fig. 63), qui n'avait seulement que la teste et le membre viril, signifoient que le soleil est le Chef du monde, et qui seme toutes choses, mesmes les quatre costez de la figure quarree, designent ce que signifie la sistre à quatre chordes, die ook aan de Mercure werd geschonken, namelijk "les quatre parties du monde" of "les quatre saisons de l'annee" of 'les deux equinocces' en 'les deux solstices', die de quatre parties van de hele Zodiaque vormen."

Afbeelding 64
Christus als Anthropos, staand op de wereldbol, omgeven door de vier elementen: vuur, lucht, water en aarde.

Het is gemakkelijk te begrijpen dat dergelijke eigenschappen Mercurius bijzonder geschikt maakten om die geheimzinnige transformerende substantie van de alchemie voor te stellen; want deze is rond en vierhoekig, d.w.z. een heelheid die uit vier delen bestaat (vier elementen). Vandaar dat zowel de vierdelige gnostische oermens (afb. 64) als de Pantocrator Christus 'imago lapidis' (afb. 65) zijn.
Aangezien de westerse alchemie grotendeels van Egyptische oorsprong is, concentreren wij ons in de eerste plaats op de hellenistische Hermes Trismegistos, wiens figuur enerzijds in de schaduw staat van de middeleeuwse Mercurius, en anderzijds is afgeleid van de oud-Egyptische Thoth (fig. 66). Het attribuut van Thoth was de hond-aap, of hij werd rechtstreeks afgebeeld als een aap. Door de ontelbare uitgaven van het Dodenboek is deze opvatting bewaard gebleven tot in de laatste tijden van de directe waarneming.

Afbeelding 65
Ezechiëls Eerste Visioen: Gods viereenheid
Een Ofanim als Tetramorph (een Anthropossymbool) op twee raderen
Uit het Athos-Klooster Watopädi (1213)

In de alchemie, waarvan de bestaande teksten op enkele uitzonderingen na tot de christelijke jaartelling behoren, is de oude band van Thoth-Hermes met de aap verdwenen, hoewel zij in de Romeinse keizertijd nog bestond. Aangezien Mercurius iets met de duivel te maken heeft (waarop wij hier niet zullen ingaan), verschijnt de aap (fig. 67) opnieuw in de nabijheid van Mercurius in de "simia Dei". Het behoort tot het wezen van de stof van de gedaanteverandering dat zij enerzijds het door en door goedkope, ja zelfs verachtelijke is, wat tot uitdrukking komt in een reeks duivelse allegorieën, zoals slang, draak, raaf, leeuw, basilisk en adelaar, maar anderzijds ook het waardevolle, ja zelfs het goddelijke zelf aanduidt. De transformatie leidt van het laagste tot het hoogste, van het dierlijk-archaïsch infantiele tot de mystieke "homo maximus".

De symboliek van de riten van vernieuwing wijst, indien serieus genomen, voorbij het louter infantiele en archaïsche naar die aangeboren psychische aanleg die het resultaat en de neerslag is van alle voorouderlijke levens terug naar de dierlijkheid; vandaar de voorouderlijke en dierlijke symboliek. Dit zijn pogingen om de scheiding op te heffen tussen het bewustzijn en het onbewuste, dat de eigenlijke bron van het leven is, en om een hereniging tot stand te brengen van het individu met de geboortegrond van de erfelijke, instinctieve aanleg. Indien dergelijke vernieuwingsrituelen geen uitgesproken uitwerking hadden gehad, zouden zij niet alleen in de prehistorie zijn uitgestorven, maar zelfs helemaal nooit zijn ontstaan. Ons geval bewijst dat, ook al is het bewustzijn mijlenver verwijderd van de oude ideeën van de rite der vernieuwing, het onbewuste toch tracht ze in dromen naar het bewustzijn terug te brengen.

De zelfstandigheid en de zelfwerkzaamheid van het bewustzijn zijn inderdaad kwaliteiten zonder welke het in het geheel niet zou kunnen ontstaan; maar zij betekenen ook het gevaar van isolement en verlatenheid, in die zin dat zij door afsplitsing van het onbewuste een ondraaglijke vervreemding van het instinct teweegbrengen. Gebrek aan instinct is echter de bron van eindeloze fouten en verwarring. Tenslotte is het feit dat de dromer zich niet in het 'centrum' bevindt, maar aan de zijkant, een veelzeggende aanwijzing voor wat er met zijn ego zal gebeuren: het zal niet langer de centrale plaats kunnen opeisen, maar waarschijnlijk genoegen moeten nemen met de positie van een satelliet of althans een planeet die om de zon draait.

De belangrijke plaats in het midden is duidelijk bestemd voor de te reconstrueren gibbon. De gibbon behoort tot de mensachtigen en is, wegens zijn menselijke verwantschap, een geschikt symbool om dat deel van de psyche uit te drukken, dat tot in het ondermenselijke reikt. In het voorbeeld van Kynokephalos (baviaan; fig. 68), de hoogste aap die de Egyptenaren kenden, hebben wij gezien hoe hij, krachtens zijn verwantschap met God, geschikt is om uitdrukking te geven aan dat deel van het onbewuste, dat het niveau van het bewustzijn te boven gaat; het zal nauwelijks aanleiding geven tot ernstige aanstoot om te veronderstellen, dat de menselijke psyche 'niveaus' heeft die onder het bewustzijn liggen. Maar dat er evengoed verdiepingen zouden kunnen zijn die als het ware boven het bewustzijn liggen, lijkt een veronderstelling die grenst aan een "crimen laesae maiestatis humanae".

In mijn ervaring kan het bewustzijn slechts aanspraak maken op een betrekkelijke middenpositie en verdragen dat het als het ware aan alle kanten overvleugeld en omringd wordt door de onbewuste psyche, die door onbewuste inhouden achterwaarts verbonden is met fysiologische condities enerzijds en archetypische vooronderstellingen anderzijds. Maar het wordt ook naar voren geëmancipeerd door intuïties, die op hun beurt geconditioneerd zijn deels door archetypen, deels door subliminale waarnemingen die verbonden zijn met de ruimte-tijd relativiteit van het onbewuste.
Ik moet het aan de lezer overlaten zijn eigen oordeel te vormen over de mogelijkheid van een dergelijke hypothese op grond van een grondige beschouwing van deze droomreeks en de problemen die zij oproept.
[...]
In de alchemie betekent het ei de chaos die door de artifex (handwerksman, laborant) wordt gegrepen, de 'prima materia', die de wereldziel bevat die erin is gebonden. Uit het ei, dat gesymboliseerd werd door de ronde kookpot, rijst de adelaar of feniks op, de nu bevrijde ziel, die uiteindelijk identiek is met de anthropos, die in de physis gevangen zat (Afb. 98).


terug naar het literatuuroverzicht

terug naar Pythagoras' getallenleer

terug naar de viereenheid of quaterniteit







^