Teilhard de Chardin - Hymne aan de materie

Pierre Teilhard de Chardin (1881-1955), jezuïet, theoloog, paleontoloog en schrijver
uit de bundel 'Hymne de l'univers', vertaling uit het Frans door Henk Hogeboom van Buggenum
(voorheen voorzitter van de Stichting Teilhard de Chardin)

[De strekking van Teilhard de Chardins 'Hymne de l'univers' is:
De weerstand die de stoffelijke wereld biedt aan de menselijke geest en die moet worden overwonnen, is de leerschool die de mens tot het bewustzijn van zichzelf laat komen en daardoor tot hereniging met God.

Het is ook de strekking van geestkunde. Freek]

Hymne aan de materie

"Een zegen ben je,
ruwe natuur, onvruchtbare bodem,
weerbarstige rots: jij,
die slechts dorst naar geweld,
jij, die ons dwingt te werken,
als wíj willen eten
."

"Een zegen ben je,
o stof vol gevaren, zee vol geweld,
o tomeloze hartstocht: jij,
die ons verslindt
als wíj je niet temmen
."

"Een zegen ben je,
o machtige materie, o evolutie,
in je loop onomkeerbaar en
steeds nieuw waar iets maar ontstaat:
jij, die onze geest bij voortduring noopt
tot herzien van de schema's
,
die ons dwingt almaar verder
en verder te gaan
op onze jacht naar wat
waar moge zijn
."

"Een zegen ben je,
o universele stof, onmeetbare tijd,
grenzeloze hemel,
onpeilbaar in je drievoudige diepte
van sterren, atomen en leven na leven:
jij, die steeds weer te groot bent
voor onze enge normen en maten,
ze nietig laat zijn en ons zó
openbaart de dimensies van God
."

"Een zegen ben je,
ondoordringbare stof: jij,
die de schakel vormt tussen onze geesten
en de wereld van essenties
,
het verlangen in ons wekt
de dichte sluier van de verschijnselen
eens te doorbreken
."

"Een zegen ben je, sterfelijke stof:
jij, die het proces van uiteenval eens
in ons zult ervaren en ons daarmee noopt
je te volgen naar het hart van al
wat bestaat in zijn diepste essentie
."

"Zonder jou, zonder jouw hevige prikkels,
zonder de kracht waarmee je ons opdrijft,
zouden wij in ons leven nergens toe komen,
stilstaan, kinderlijk onwetend steeds blijven
zowel over onszelf als over God
."


"Jij, die ons neerslaat
en dan de wonden verbindt
,

Jij, die ons weerstand biedt én voor ons zwicht,
Jij, die afbreekt én opbouwt,
jij die ketent én vrijmaakt,

het elan van onze zielen, de hand van God,
het vlees van Christus:

jij bent het, materie, die ik mijn zegen geef."

"Ik zegen je, materie, en

jouw bestaan juich ik toe:

niet als de hogepriesters van de wetenschap

of als de moralisten zie ik jou:

onteerd, vervormd -

een massa redeloze krachten
en lage begeerten -

maar zoals je jezelf vandaag

aan mij openbaart,

in je totaliteit en je ware natuur."

"Jouw bestaan juich ik toe

als de onuitputtelijke bron
van zijn en van wording,

waarin alles ontkiemt
en groeit zoals het bedoeld is
."

"Jouw bestaan juich ik toe

als de universele kracht

die samenbrengt en verenigt,

de veelheid van monaden verbindt
,
waarin allen zich buigen
naar jou, hun gezamenlijk doel,
langs de weg van de Geest
."

"Jouw bestaan juich ik toe

als de welluidende klank van het water,
waaruit de zielen opspringen

als in een fontein,

en als het heldere kristal waaruit

het nieuwe Jeruzalem wordt gevormd
."

"Jouw bestaan juich ik toe

als het Goddelijk Milieu,

bruisend van scheppende krachten,

de oceaan die drijft op de Geest
,

de klei die gekneed en bezield is met leven
door het vleesgeworden Woord."

terug naar het literatuuroverzicht






^