Woorden die wijzen op onbewust taalgebruik


Wie het wezenlijke niet begrijpt,
is gericht op wat wordt gehoord of gezien.
Door het verschijnsel 'taal' en 'spraak' zijn twee menselijke geesten ook op aarde in staat zich met elkaar te verbinden en aan elkaar duidelijk te maken, wat er in hen leeft - ondanks de belemmeringen die het verblijf in het lichaam op aarde met zich meebrengt. Met datgene wat er in hen leeft, moet op de hersenen worden ingewerkt en pas dan kan door de mond heen het innerlijke leven van de geest middels de taal in de buitenwereld hoorbaar worden gemaakt (zie in het menu: De wisselwerking tussen geest en hersenen); en vervolgens door andere geesten door te luisteren weer in zichzelf worden opgenomen. Als zij dezelfde taal spreken en ook de betékenis die zij aan de woorden toekennen dezelfde is, gaan zij meetrillen met wat er in de verwoordende geest aan gedachten en gevoelens leeft. Daardoor komt een kopie van wat in de ene geest leeft, ook in hen tot leven en kunnen zij de werkzaamheid van die geest 'volgen'.
Door de toestand van onbewuste vereenzelviging met het tijdelijke bestaan worden aandacht en toewijding naar buiten gericht; zij worden daardoor vooral op de klánk van de woorden overgedragen. In die toestand worden woorden voor het gevoel pas tot een 'werkelijkheid' als zij in de buitenwereld tot klinken worden gebracht. Zolang ze alleen in de geest leven en daar door de zachte, innerlijke stem 'hoorbaar' zijn, zijn het 'maar gedachten'. Dat heeft tot gevolg dat de klánk van het woord belangrijk wordt gevonden, terwijl de betékenis van het woord vaag kan blijven.


Die betekenis hangt samen met het innerlijke woordbeeld, het geestelijke lichtbeeld dat die betekenis weergeeft en alleen in de geest zelf aanwezig is, maar dat door de onbewustheid van de geest van zichzelf, niet wordt gezien. De geest is zich van de betekenis van het woord, dat in de vorm van een klank in de buitenwereld hoorbaar is, niet duidelijk bewust. Het woord als klank mist door de vereenzelviging met die klank voor een deel zijn innerlijke grondslag, het denkbeeld, het begrip, dat vaag blijft.
De toestand van onbewuste vereenzelviging met het uiterlijke heeft tot gevolg, dat de betekenis van de woorden die worden gebruikt, min of meer onduidelijk blijft; door die toestand is er sprake van een zekere mate van onbewust taalgebruik.
Enkele voorbeelden: het woord 'zelfstandigheid' wordt gebruikt, maar het betekenisvolle beeld dat daarbij hoort: 'zelf staande', wordt niet beseft; of het woord 'ontwikkelingsproces': een 'ontwikkeling' duidt zelf al een 'verloop', een 'voortgang' aan, maar van dat beeld is de geest zich blijkbaar niet bewust, wat de oorzaak is van het achtervoegsel 'proces', dat ook een 'verloop' aanduidt en daardoor een overbodige toevoeging is.

Het is door dit onbewuste taalgebruik dat talen voortdurend veranderen... wat niet altijd een verbetering betekent. Bij dat, wat wezenlijk is, de betekenis van woorden, wordt namelijk niet stilgestaan. Daardoor ontbreekt de vaste grondslag en worden woorden vluchtige klanken; zoals vlinders van de ene naar de andere bloem fladderen en daar even op blijven zitten, krijgen woorden in de loop der jaren andere betekenissen of sluipen ongemerkt fouten een taal in.
Zo schrijft een lezeres in de rubriek 'Taalergernissen' van het maandblad 'Onze Taal' (nr. 2/3 2015):
"Steeds vaker duikt er in de taal iets op wat mij ergert: het woord 'zelfbewust' in de betekenis 'zich van zichzelf bewust' of 'onzeker', zoals in het Engelse 'self-conscious'. Het wordt daardoor langzaam maar zeker het tegengestelde van de eigenlijke betekenis van het Nederlandse woord, namelijk 'zelfverzekerd'. lk hoorde het Twan Huys onlangs zeggen tijdens een interview met zangeres Anouk in het tv-programma College Tour.
Anouk legt uit hoe zenuwachtig en onzeker ze is over het geven van interviews en Twan Huys noemt haar vervolgens 'zelfbewust'. Iets daarna dook de term zelfs in grote letters op in de kop boven een column van Hanna Bervoets in Volkskrant magazine: 'Zelfbewustzijn doodt de huiskamerdans'. Ze betoogt daarin dat mensen niet in het bijzijn van een kleine groep mensen durven dansen, wanneer ze zich te veel bewust zijn van zichzelf. Maar als je écht zelfbewust bent, in de oorspronkelijke betekenis van het woord, zou je je daar naar mijn mening juist niets van aantrekken."
Klik hier voor twee artikelen over dit onderwerp
en hier voor een wetenschappelijk onderzoek naar 'napraten' door Gerrit Jan Kootstra
en hier voor een wetenschappelijk onderzoek naar het verschijnsel 'onbewust taalgebruik'. Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren, dat een spreker eerder gelooft wat er vanuit de buitenwereld tot hem komt, dan wat de spreker zelf in zijn eigen binnenwereld heeft gedacht. Gebeurtenissen in de buitenwereld hebben voor hem meer werkelijkheidswaarde dan die in zijn eigen binnnenwereld.

De slotsom van deze onderzoeken is dat de neiging om elkaar na te praten bij mensen zeer sterk aanwezig is; er is namelijk sprake van onbewust spiegelgedrag. De (nog) onbewust levende mens is een navolger: doet en zegt wat anderen doen en zeggen om erbij te horen. Mensen hebben niet alleen de neiging elkaar na te praten, maar ook om als elkaar te praten. Taal is voor veel mensen nog een onbewust groepsgebeuren, waarbij de groepsgeest de overhand heeft over het persoonlijke oordeel van een zelfstandig nadenkende en doorvoelende geest, die weloverwogen zijn woorden kiest.
Een beschamend voorbeeld hiervan is het feit dat een aantal Nederlandse drieletterwoorden en Engelse vierletterwoorden - die ooit als schuttingtaal werden aangemerkt - door de invloed van de televisie verbazingwekkend snel als krachtterm tot het alledaagse taalgebruik zijn gaan behoren. Het heilige, dat God ons heeft gegeven om er ook zelf kinderen mee te kunnen krijgen, wordt als scheldwoord of krachtterm misbruikt.
Klik hier voor een artikel van Leo Neels over dit onderwerp.

Opmerkelijk is dat van de twee onderdelen van een taal, de spraakkunst (grammatica) en de woordenschat, de spraakkunst veel minder aan verandering onderhevig is. Als iemand de woordvolgorde in een zin verandert of een werkwoord verkeerd verbuigt, wordt die persoon onmiddellijk verbeterd, maar als een woord verkeerd wordt gebruikt, laat men het erbij zitten: omdat men het toch wel begrijpt en niet de schoolmeester wil spelen, omdat men het zelf niet zo goed weet, of omdat men het gewoon aanvaardt dat mensen nu eenmaal fouten maken. Door dit soort zaken die van onachtzaamheid voor taal getuigen, verandert taal voortdurend.
Zeker bij het gebruik van leenwoorden wordt onbewust taalgebruik duidelijk. Als de betekenis van bepaalde leenwoorden bekend zou zijn, zouden sommige bevolkingsgroepen ze nooit meer gebruiken. Zo is bijvoorbeeld het woord 'enthousiasme' afkomstig van het Griekse 'en thousias', wat 'in god zijn' betekent. Toch wordt dit woord door hen die zich 'atheïst' noemen, gebruikt, terwijl dát woord 'zonder god' betekent. Een andere groep hangt het 'feminisme' aan, blijkbaar zonder te beseffen dat de betekenis van dit woord strijdig is met hun gedachtengoed, daar het woord 'femina' niet alleen 'de zogende' of 'vrouw' betekent, maar ook samenhangt met het Latijnse 'famulare': 'dienstbaar zijn'(!).
Hieronder een aantal veel gebruikte woorden waarvan veel sprekers niet zullen weten wat ze eigenlijk betekenen, of het niet meer weten, maar ze desalniettemin met de gerustheid van de onbewustheid toch gebruiken.


astronaut en kosmonaut Om een ruimtereiziger te benoemen, hebben de Amerikanen gekozen voor het woord 'astronaut', dat echter 'sterrenreiziger' betekent, dus iemand die naar de sterren reist. De Russen hebben gekozen voor het woord: 'kosmonaut' en dat duidt op iemand die de kosmos bereist, die reizen maakt in de kosmos.
Het is duidelijk dat geen enkele Amerikaan er ooit in zal slagen om naar een ster te reizen, want al ver vóór het te bereiken doel, zal de reiziger samen met zijn voertuig tot sterrenstof zijn verdampt.
De Russen daarentegen hebben al heel wat van hun landgenoten een reis door de kosmos laten maken en allen zijn daarvan teruggekeerd (voor zover bekend). Zíj hebben het woord gekozen dat duidelijk slaat op wat het is.
De uitstapjes in de kosmos waren in verhouding daarmee echter zó klein, dat de woordkeuze overdreven aandoet.
In het Nederlands wordt zo iemand een 'ruimtereiziger' genoemd, die een 'ruimtewandeling' maakt en dat is in alle eenvoud wat het werkelijk is.

  terug naar de woordenlijst

beginnen en starten In het verloop van een paar jaar is het Nederlandse 'beginnen' geheel vervangen door het Engelse 'to start' in de vorm van 'starten' en als overdrijving 'opstarten'.
Vanaf de 12e eeuw werd in het Middel Engels 'sterten' gebruikt, overeenkomend met het Germaanse 'sterzen': opspringen. Pas later kreeg het ook de betekenis 'to begin', overeenkomend met het werkwoord 'beginnen'.
Tot voor kort werd 'starten' hier alleen gebruikt voor het aanzetten van een machine, nu wordt werkelijk alles gestart i.p.v. begonnen. Een goed Nederlands werkwoord werd geruisloos door een vreemd werkwoord vervangen, doordat het samenhangt met een zicht- en hoorbare gebeurtenis in de buitenwereld: het aanzetten van een motor; én het werd vervangen door 'beeldschermtaal': het taalgebruik dat doorspekt is met Engelse woorden doordat iedereen tegenwoordig een groot deel van zijn werkzame tijd voor een beeldscherm zit en in zijn vrije tijd naar zijn telefoonscherm tuurt, waardoor díe zijn woordkeus zijn gaan bepalen.

  terug naar de woordenlijst

'bewust vlees' Wie het heeft over 'het bewuste' vlees, kon tot voor kort alleen nog maar vlees bedoelen dat eerder in de conversatie al ter sprake was gekomen. Bijvoorbeeld: eerst zegt een journalist dat er paardenvlees als rundvlees is verkocht en vervolgens meldt hij dat 'het bewuste vlees' is vernietigd.
En natuurlijk kunnen mensen ook 'bewust omgaan met vlees'. Bewuste consumenten denken goed na over de omstandigheden waarin hun vlees is geproduceerd. Die omstandigheden moeten goed zijn, vinden ze.
Tegenwoordig wordt echter ook dat goed geproduceerde vlees zélf 'bewust' genoemd. Op de site van Westfort-vleesproducten bijvoorbee|d: "Bewust vlees van Nederlandse bodem." En laatst adverteerde de Aldi groot met 'Bewuste vis'. Alsof het vlees en de vis zelf bewustzijn hebben. Nou, ik mag toch hopen van niet, zeg …
Sandra Baars - Wateringen in de rubriek 'Gesignaleerd'
Uit ‘Onze Taal’ nr. 12 2015 (Maandblad van het Genootschap Onze Taal)

  terug naar de woordenlijst

big bang en oerknal Toen de theorie over het ontstaan van het heelal werd uiteengezet, was er een wetenschapper die dit gekscherend aanduidde als de 'big bang theory'. Het is daarna gebruikelijk geworden er zo over te spreken. Maar 'big bangs' zijn er in allerlei soorten en met vele oorzaken. Het gaat erom dat er een dergelijk verschijnsel was waarmee het heelal begon. Wat veel beter wordt aangeduid met het Nederlandse woord 'oerknal' (het voorvoegsel 'oer' hangt samen met 'eerst').
Waarbij de kanttekening moet worden gemaakt dat er van een 'knal' geen sprake was; die kan pas ontstaan als er lucht aanwezig is. Beter kan worden gesproken van een 'oeruitbarsting': het plotseling in grote mate voorkomen van iets. Dat woord geeft nauwkeurig aan wat er gebeurde.

  terug naar de woordenlijst

blijkbaar en schijnbaar Het bijwoord 'blijkbaar' betekent: klaarblijkelijk, duidelijk, waarschijnlijk, ongetwijfeld; het hangt samen met het werkwoord 'blijken' met als betekenis: duidelijk worden.
Het bijwoord 'schijnbaar' betekent: naar de schijn, niet in werkelijkheid; het hangt samen met het werkwoord 'schijnen' met als betekenis: voorlopige indruk maken, twijfelachtig zijn.
De beide woorden hebben een tegengestelde betekenis, maar worden regelmatig door elkaar gebruikt.

  terug naar de woordenlijst

bloedverdunning Bij een verhoogde neiging tot stolling van het bloed of bij onregelmatigheden in de bloedvaten die de oorzaak van ongewenste stolling van het bloed kunnen zijn, wordt een aantal geneesmiddelen ingezet die de stolling tegengaan. Zij bewerken dus antistolling.
Sinds het begin van de antistollingtherapie wordt er echter gesproken over 'bloedverdunning' en 'bloedverdunners' - de term 'blood thinner' komt uit Amerika. Verdund bloed is echter een levensbedreigende toestand. De nieren doen juist hun uiterste best het bloed en de bloedbestanddelen zoveel mogelijk binnen nauwe grenzen constant te houden! Als de nieren hierin falen en het bloed bijvoorbeeld zou verdunnen, is een spoedeisende ziekenhuisopname noodzakelijk.
Toch blijven zowel artsen als leken over 'bloedverdunners' spreken als men antistolling bedoelt. Dit verschijnsel geeft aan dat men niet stilstaat bij de betekenis van wat men zegt. Het is een voorbeeld van onbewust taalgebruik.

  terug naar de woordenlijst

dodelijke slachtoffers Een 'slachtoffer' is een verschijnsel uit de oudheid en slaat op een dier dat werd geslacht om als offer te dienen. Door het te slachten, ging het dier dood. Een slachtoffer kan niets anders zijn dan een dier dat al is gedood.
Dit wordt niet meer geweten, want er wordt altijd geschreven over 'dodelijke slachtoffers' i.p.v. eenvoudig 'slachtoffer'; van de gedode toestand waarin een offerdier al verkeert door het slachten, is men zich blijkbaar niet meer bewust.
Er wordt nog een tweede denkfout gemaakt door 'dodelijke' te gebruiken i.p.v. 'gedode'. Een messteek bijvoorbeeld kan 'dodelijk' zijn en is dan een 'dodelijke messteek' of van een schot kan worden gezegd dat het een 'dodelijk schot' was. Het woord 'dodelijk' wordt dan juist als een bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Wat is gebeurd, is, dat de uitdrukking 'een dodelijk ongeluk', dus een 'ongeluk met dodelijke afloop waarbij een slachtoffer is gevallen', is vermengd met 'slachtoffer', waardoor er nu wordt gezegd: 'een dodelijk slachtoffer' (i.p.v. 'dodelijk ongeluk'). Maar een 'dodelijke slachtoffer' betekent dat het 'slachtoffer dodelijk kan zijn'; de omstanders moeten dus oppassen voor zo'n slachtoffer, want het kan dodelijk zijn.

  terug naar de woordenlijst

drievoudig en 'driedubbel' Het woord 'tweevoudig' betekent: 'twee keer zoveel'; 'drievoudig': 'drie keer zoveel'; 'viervoudig': 'vier keer zoveel', enzovoort. Als enige heeft het woord 'tweevoudig' een ander woord als synoniem met dezelfde betekenis: 'dubbel'.
De vergissing wordt gemaakt dat i.p.v. 'drievoudig' het woord 'driedubbel' wordt gebruikt (dat niet in het woordenboek voorkomt), onbewust van het feit dat het kunstmatige woord 'driedubbel' in feite 'zesvoudig' betekent.

  terug naar de woordenlijst

emotie Het woord 'emotie' is afkomstig van het Latijnse werkwoord 'e-movere' dat niets anders dan: 'eruit bewegen' betekent.
In het algemeen kan worden aangenomen dat men met het woord 'emotie' een 'gevoel' of beter een 'aandoening' bedoelt - wat in het geheel niet overeenkomt met de letterlijke betekenis van 'e-movere'. Maar ook deze samenhang wordt niet meer aangevoeld, getuige het voorkomen van zinnen als: "Ik voel de emotie". Bedoeld wordt te zeggen: "Ik voel met hen mee", maar in plaats daarvan wordt een zin gebruikt die betekent: "Ik voel het gevoel". Door de vaagheid van het leenwoord 'emotie' is men zich er niet van bewust dat deze uitspraak betekenisloos is en dat nu niet meer wordt gezegd: "Ik voel met hen mee".
Het voorkomen van dit soort uitspraken is een aanwijzing voor het bestaan van het verschijnsel onbewust taalgebruik.
In feite wordt álles 'eruit bewogen', niet alleen gevoelens, maar ook als kennis, gedachten en wilsbesluiten onder woorden worden gebracht. Alle voortbrengselen van de geestelijke vermogens worden 'eruit bewogen' als zij worden uitgesproken.

  terug naar de woordenlijst

gijzelaar en 'gijzelnemer' In het Nederlands duidt het achtervoegsel -aar de persoon aan die de handeling, die bij een werkwoord hoort, uitvoert.
Zo hoort bij het werkwoord 'wandelen' de 'wandelaar' als de persoon, die wandelt en 'wandeling' als het zelfstandige naamwoord van die handeling; en zo hoort bij 'leren' de 'leraar' als de persoon, die iemand iets leert en is 'lering' de aanduiding van de handeling en 'leerling' degene die wordt beleerd.
In overeenstemming met deze eenvoudige grammatikale regel hoort bij 'martelen' een 'martelaar' als de persoon die een ander martelt en is de persoon die de handeling moet ondergaan de 'gemartelde' als de lijdende vorm: de persoon die de 'marteling' moet ondergaan. Op dezelfde wijze hoort bij 'gijzelen' een 'gijzelaar' als de persoon die een ander 'gijzelt' en is de persoon als de lijdende vorm de 'gegijzelde' die de 'gijzeling' ondergaat.
Geheel tegenstrijdig aan deze eenvoudige regel komt het ook voor dat met het woord 'martelaar' degene wordt aangeduid die ís gemarteld en met 'gijzelaar' degene die ís gegijzeld; terwijl degene die de gijzeling uitvoert dan de 'gijzelnemer' wordt genoemd (overgenomen van het Engelse 'hostage taker'). Moet dan in overeenstemming met deze kunstvorm degene die een marteling uitvoert een 'martelgever' worden genoemd?

  terug naar de woordenlijst

'goed' en 'zaak' Eerst sprak de Belastingdienst over een 'Onroerend Goed Belasting', waarbij het vooral ging om je huis en de grond waarop het staat, want dat behoorde tot de 'onroerende goederen', die je bezat. Dat huis was een tastbaar voorwerp, dat niet was te verplaatsen, niet was te 'verroeren', geheel in overeenstemming met de betekenis van 'goederen', maar dan als het enkelvoud 'goed' (verkleinwooord een 'goedje').
Ook wordt er in deze zin terecht gesproken over 'vastgoed bezit'.
Maar op zekere dag was men tot het besluit gekomen, dat 'goed' niet goed was en dat het moest zijn: 'Onroerend Zaak Belasting' (OZB). Maar een 'zaak' is iets onstoffelijks, het is bijvoorbeeld de 'bedrijvigheid' van iemand die met zijn of haar 'bedrijf' een 'onderneming', een zaak 'drijft', bijvoorbeeld om daarmee iets te maken, wat kan worden verhandeld.
Zo'n 'zaak' bestaat alleen op papier of is alleen zichtbaar als naam op een uithangbord, wat allemaal zonder veel moeite kan worden verplaatst, dus 'verroerd'. Zaken zijn juist de 'roerende' onderwerpen, in tegenstelling tot de 'onroerende' voorwerpen, bijvoorbeeld het gebouw, waarin die 'zaak' is gevestigd.
Een duidelijk voorbeeld van ondoordacht woordgebruik, terwijl het eerdere woordgebruik goed was.

  terug naar de woordenlijst

hallo Het woord 'hallo' is afkomstig uit de tijd van de grote zeilschepen in het begin van de 20e eeuw. Matrozen hingen in de mast van het schip over de ra heen om de zeilen met de hand op te hijsen. Dat moest gelijkmatig gebeuren, waarom ze ritmisch tegen elkaar riepen 'haal op', in het Engels 'hold up'. Ze zeiden dit zo vaak tegen elkaar - en in feite in levensbedreigende werkomstandigheden - dat het werd verbasterd tot 'hallo' en een stopwoordje werd. Later werd dit woord door anderen aan de wal ter begroeting gebruikt.
In de tijd dat de Amerikaan Bell de telefoon had uitgevonden, begon men een telefoongesprek op allerlei manieren, bijvoorbeeld met de vraag: "Bent u gereed om te spreken?" Deze omslachtigheid ergerde Bell en op een keer pakte hij de telefoon op en zei alleen maar 'hallo'. Daarna verspreidde het woord 'hallo' zich met grote snelheid over de hele aardbol.
Het woord 'hallo' wordt tegenwoordig met meerdere betekenissen gebruikt, niet alleen ter begroeting, maar ook om elkaars aandacht te trekken of als uitroep van verbazing (bijvoorbeeld: "Já, halló zeg!"; in feite een onbegrijpelijke zinsopbouw).
Als het wordt gebruikt i.p.v. de betekenisvolle woorden 'dáág' of 'goedemorgen', betekent dat, dat de ander niet meer wordt aangesproken, maar wordt begroet met een betekenisloos geworden kreet. Men stoot een klank uit naar een medemens zonder de betekenis ervan te kennen.
In Spanje heeft men het woord omgedraaid en wordt het uitgesproken als 'olla!'>

Denk vervolgens aan de diepere betekenis van de Indiase groet 'namasté': "Het goddelijke in mij groet het goddelijke in jou!"
Of aan de oorspronkelijke betekenis van het Engelse 'goodbye', dat een samentrekking is van "God be with you!", overeenkomend met de Franse afscheidsgroet "a Dieu!"

  terug naar de woordenlijst

hartstikke Het woord 'hartstikke' is een verbastering van het Middelnederlandse woord 'hartsteek', 'steek door het hart'. Het woord 'hartsteek' werd gebruikt in de uitdrukking 'door hartsteek dood' om aan te geven, op welke wijze iemand om het leven was gebracht, namelijk door met een dolk het hart te doorsteken. In de tegenwoordige tijd hiermee overeenkomend zou zijn: 'door hartschot dood', gedood door een 'schot door het hart'.
Nu wordt het gebruikt in zinnen als: "Hartstikke bedankt!"; "Dat is hartstikke mooi!"; "Hartstikke leuk!" of "Ik hou hartstikke veel van hem!"
Een voorbeeld van onbewust taalgebruik.

  terug naar de woordenlijst

hiel en hak Het verschijnsel van de overdracht, waarbij onbewust een geestelijke eigenschap op iets overeenkomstigs in de buitenwereld wordt overgedragen, komt ook voor bij het lichaam. Het komt namelijk voor dat de 'hiel', een lichaamsdeel, wordt benoemd met het woord 'hak', een onderdeel van schoeisel.
  terug naar de woordenlijst

kennen en kunnen In het verloop van de geestelijke werkzaamheid door een onderwerp waar te nemen, dat te overdenken en te doorvoelen en er vervolgens iets mee te willen doen, vindt door het waarnemen eerst een noodzakelijke bewustwording plaats, waardoor men het onderwerp leert kennen.
Het daardoor nu aan de geest bekende onderwerp kan worden verwerkt door het te overdenken en te doorvoelen, waarna er een wilsbesluit wordt gevormd. Door vervolgens met de wilskracht werkzaam te worden, kunnen er door de geest uitspraken worden gedaan en handelingen worden verricht. Door het vermogen te willen kan de geest iets met gedachten en gevoelens gaan doen.
Het werkwoord 'kennen' staat aan het begin van de geestelijke werkzaamheid, het werkwoord 'kunnen' aan het einde ervan. Het 'kunnen' kan alleen dan plaatsvinden, als het 'kennen' eraan vooraf is gegaan. Kennen en kunnen zijn, naast denken en voelen, wezenlijke eigenschappen van de geestelijke werkzaamheid. Het spreekwoord "Kennis is macht" betekent: alleen door iets te kennen, kunnen we er iets mee doen.
Dat beide werkwoorden in het alledaagse spraakgebruik met elkaar worden verwisseld doordat hun betekenis niet wordt begrepen, is een aanwijzing voor het bestaan van het verschijnsel onbewust taalgebruik.

  terug naar de woordenlijst

kiezen en 'er voor gaan' Enige jaren geleden gebruikte een grootgrutter de reclametekst: "Ik ga voor Adeh!" in plaats van "Ik kies voor Adeh!"
Daardoor werd aan het werkwoord 'gaan': 'zich ergens naartoe bewegen' een nieuwe betekenis toegevoegd, namelijk 'kiezen'. Dit werd veroorzaakt doordat niet werd gezegd: "Ik kies voor..." maar: "Ik ga voor..." De reclamepsychologen (de meest ontwikkelde en best verdienende tak van de psychologie) vormden daardoor het beeld van een klant die niet alleen een bepaalde 'keuze' maakt, maar die keuze ook meteen 'gaat' uitvoeren. Dit had tot gevolg dat 'ergens voor kiezen' allerwege is vervangen door 'ergens voor gaan'; dit gebruik verspreidde zich als een griepgolf over Nederland.
Er is echter een wezenlijk onderscheid tussen 'kiezen' en 'gaan'. Wanneer een mens een keuze maakt, dan worden alle geestelijke vermogens gebruikt: het waarnemen van de keuzemogelijkheid, het overdenken en doorvoelen ervan, en vervolgens het genomen besluit willen uitvoeren door een uitspraak of handeling. Als 'kiezen' echter wordt vervangen door 'er voor gaan', dan komt de nadruk eenzijdig op de uiterlijke handeling te liggen. Wat daaraan vooraf is gegaan - het maken van een keuze - wordt niet meer genoemd.
Door de overdracht op het gevolg: de uiterlijke uitspraak of handeling is de werkzaamheid van de oorzaak: de geest, uit het zicht verdwenen en is alleen het uiterlijke gedrag overgebleven.

  terug naar de woordenlijst

koelkast en ijskast Een koelkast is een kast om waren die aan bederf onderhevig zijn in een gekoelde toestand te houden bij een temperatuur tussen 4 en 8°C.
IJs heeft een temperatuur van 0°C of lager, waarbij waterachtige vloeistoffen en waterhoudende waren bevriezen, wat ongewenst is. Als in een koelkast ijsvorming is opgetreden doordat waterdamp uit de buitenlucht erin is bevroren, belemmert dat een goede werking van de koelkast en moet die worden ontdooid. IJs is daardoor een last voor elke koelkast.
Ondanks de duidelijke nadelen van ijsvorming, waarvan iedereen door eigen ervaring toch op de hoogte moet zijn, wordt nog steeds de oude benaming 'ijskast' gebruikt. In deze, nu niet meer gebruikte kast, moesten lange, dikke staven ijs worden geschoven, die regelmatig per vrachtauto moesten worden aangevoerd. Met de komst van de (elektrisch aangedreven) koelkast is de ijskast daardoor verdwenen.
Ook als nog nooit zo'n ouderwetse kast is gezien, wordt toch nog steeds i.p.v. 'koelkast' over 'ijskast' gesproken, wat een aanwijzing is voor het bestaan van onbewust taalgebruik.

  terug naar de woordenlijst

natiestaat Het woord 'natie' hangt samen met Latijn 'natalis': geboren en met 'natio': geslacht, volksstam, een groep personen die hun oorsprong, geschiedenis en taal gemeenschappelijk hebben.
Het woord 'staat' betekent o.a. een grondgebied met bewoners die onder één regering zijn verenigd.
Beide woorden betekenen 'volk' en in feite overlappen de betekenissen elkaar (tautologie), en is het onnodig over een 'natiestaat' te spreken i.p.v. over een natie of over een staat.

  terug naar de woordenlijst

OK, okay of oké - De herkomst van het 'woord' OK is in feite onbekend; er zijn een tiental verklaringen in omloop. De meest betrouwbare zijn de volgende.
Waarschijnlijk is het een afkorting, of van fout geschreven 'all correct' of van 'Oud Kinderhoek', een plaatsje in de Verenigde Staten van Amerika, New York, door Nederlanders gesticht begin 1600; door Engelssprekenden wordt het als Old Kinderhook geschreven. De geschiedenis vertelt dat de democratische senator Martin van Buren die daar vandaan kwam, in 1840 gekozen wilde worden als president. Hij werd daarbij gesteund door een club uit zijn woonplaats die zich de 'Democratic O.K. Club' noemde. De wijze waarop die club zich inzette, maakte zoveel indruk en werd zo gewaardeerd, dat de afkorting O.K. later de betekenis 'all right' kreeg.
Een andere uitleg is dat er in Oud Kinderhoek door de Nederlanders aldaar heerlijke appels werden geteeld, die in kratten met daarop 'O.K' werden verhandeld.
Nog een andere: de lettercombinatie OK verscheen op 23 maart 1839 voor het eerst in een artikel in de Amerikaanse krant Boston Morning Post, volgens professor Allan Metcalf in zijn boek "OK. The Improbable Story of America's Greatest Word". Volgens hem - en ook volgens het Britse Oxford-woordenboek - is OK een afkorting van 'orl korrekt', dat zelf in de jaren 1830 ontstond door een verkeerd schrijven van 'all correct' (alles in orde). Het woord 'OK' kwam in de jaren 1840 echter pas echt in het Amerikaanse woordgebruik terecht dankzij de genoemde presidentskandidaat Martin van Buren en de Democratic Old Kinderhook Club die hem daarbij steunde.

In het Nederlands komt het overeen met 'goed', 'in orde'. Het is het meest gebruikte stopwoordje ooit geworden, dat 'hè' evenaart. Het wordt zelfs twee of drie keer herhaald 'oké, oké' en ook in de vorm van een meewarig 'okéééé' gebruikt als een ander iets treurigs moet mededelen.
'OK' is doordat het overal voor wordt gebruikt een nietszeggende, inhoudsloze kreet geworden (zoals ook 'hoi' en 'hi' dat zijn). Het is in de plaats gekomen van uitingen als: 'fijn!', 'oh!', 'ja', 'oh ja?', 'ach!', 'wat erg!', 'goh!', 'jammer!', 'sneu!' en ook nog wel voor wat het oorspronkelijk betekent: 'goed!' en 'in orde!'
In plaats daarvan gebruikt men nu een 'woord' in de vorm van een afkorting ('OK') waarvan niemand met zekerheid weet wat de oorsprong van dat 'woord' is, noch wat de betekenis is.

Het gebruik van 'OK' anders dan als 'goed' wijst op het verschijnsel dan men niet stilstaat bij de diepere betekenis van woorden door de overdracht op de uiterlijke klank, door onbewuste vereenzelviging daarmee veroorzaakt.
Doordat de genoemde andere uitingen nu niet meer worden gebruikt, laat het ook duidelijk zien hoe door het gebruik van leenwoorden de Nederlandse taal wordt verarmd. Terwijl aan de andere kant heel de wereld nu Nederlands spreekt in de vorm van 'Oud Kinderhoek'.

  terug naar de woordenlijst

omdat en doordat Het gebrek aan inzicht in het verschil tussen de betekenis van 'omdat' en 'doordat' is een aanwijzing voor het bestaan van de onbewuste vereenzelving, die ook in het taalgebruik tot uiting komt.
- 'Omdat' betekent: 'om reden dat' - het is redegevend; terwijl
- 'doordat' betekent: 'door de oorzaak dat' - het is oorzaakaanduidend.
Voorbeelden zijn: "Ik blijf thuis, omdat (om reden dat) mijn vrouw jarig is" en "De weg is glad, doordat (door de oorzaak dat) het heeft gevroren". Bij het gebruik van 'omdat' is er sprake van een redenering of van een verstandelijk of gevoelsmatig oordeel, van waaruit de géést of persóón besluit iets al of niet te doen. 'Omdat' verwijst naar een werkzaamheid van de menselijke geest. Bij het gebruik van 'doordat' daarentegen is de oorzaak van een gebeurtenis in de uiterlijke omstandigheden gelegen, dus búiten de geest. (Het onderscheid tussen beide verbingswoorden is echter niet geheel gelijkwaardig; soms komen er gevallen voor waarbij het lastig is het juiste onderscheid te maken.)
Door de toestand van onbewuste vereenzelviging echter zijn aandacht en toewijding vanuit de geest overgedragen op de omgeving. Door de onbewustheid van de geest van zichzelf is het onderscheid tussen innerlijke reden en uiterlijke oorzaak verloren gegaan. Door de overdracht van zichzelf zijn er voor het gevoel van de geest ook buiten zichzelf overal 'innerlijke redenen' werkzaam i.p.v. oorzaken. Vandaar dat overwegend 'omdat' wordt gebruikt, ook voor uitwendige oorzaken; het daarbij juiste 'doordat' wordt daardoor slechts weinig gebruikt.
Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij 'daarom' en 'daardoor' en bij 'waarom' en 'waardoor'.
Voorbeelden: - "Waarom heb je dat gedaan?" (een vraag naar de redenen van een persoon) en - "Waardoor is dit gebeurd?" (een vraag naar de oorzaak van een gebeurtenis)

Het feit dat de taal desondanks wel de noodzakelijke woorden bezit om het juiste onderscheid te kunnen maken, duidt erop dat de oorsprong van het verschijnsel 'taal' een zeer verheven oorsprong is. De oorsprong van taal is de algeest zelf. Taal is aan de menselijke geest meegegeven, toen die nog over een oorspronkelijke hederziendheid en helderhorendheid beschikte, die beide later langzamerhand verminderden. Tegelijkertijd ging de woordenschat en de grammaticale rijkdom van de taal achteruit door onachtzaamheid en onwetendheid.
Taal is de onmiddellijke uitdrukking van de scheppende werkzaamheid van de geest. Om die reden zou er met gepaste waardering of beter met liefde met het verschijnsel taal moeten worden omgegaan.

  terug naar de woordenlijst

optie Het woord 'optie' is afkomstig van het Latijnse 'optio' en betekent 'keuze', 'mogelijkheid', 'keuzemogelijkheid'.
Evenals 'OK' komt het woord 'optie' op vrijwel iedere computerpagina voor.
Het wordt met verschillende betekenissen gebruikt, o.a. in de uitdrukking 'er zijn meerdere opties mogelijk', waar dan staat dat 'meerdere mogelijkheden mogelijk zijn'. Ook gelezen: 'er is keuze uit meerdere opties', waar dan staat dat er 'een keuze is uit meerdere keuzes'.

  terug naar de woordenlijst

planetoïde en asteroïde Het woord 'planetoïde' betekent 'planeetachtige': een zeer kleine planeet in de vorm van een rotsblok in de ruimte in een baan tussen de planeten Mars en Jupiter. Er zijn er duizenden van en zij draaien als planeetje rond om de enige ster die in de buurt is, onze Zon.
Planetoïden worden ook wel 'asteroïden' genoemd, waarbij een Engels/Amerikaanse spreekwijze wordt nagevolgd. Het woord 'asteroïde' betekent echter 'sterachtige', wat zij in het geheel niet zijn. Sterren bestaan voornamelijk uit waterstofgas waarin zich in de kern een fusiereactie voltrekt, waardoor zij licht uitstralen. Toch blijven zelfs natuurwetenschappers dit onjuiste woord gebruiken, zonder zich om de betekenis ervan te bekommeren.

  terug naar de woordenlijst

positief en negatief Het woord positief komt van het Latijnse 'ponere' met de betekenis 'neerzetten'; het betekent dat 'er iets is', wat kan worden verplaatst. Negatief komt van het Latijnse 'negare' met de betekenis 'ontkennen', wat betekent dat 'er níet iets is' wat kan worden verplaatst, er ontbreekt iets. Het woord positief betekent daarom: 'er zijn' en negatief: 'er niet zijn'.
Deze woorden worden ook in de elektriciteitsleer gebruikt; eerst juist, maar later met een omgekeerde betekenis.

De geschiedenis vermeldt dat de Amerikaan Benjamin Franklin rond 1750 de begrippen 'positieve' en 'negatieve' elektrische lading invoerde. Hij veronderstelde terecht dat elektrische lading alleen kon stromen van een voorwerp met positieve lading (daar waar zich elektrische lading bevindt) naar een voorwerp met negatieve lading (waar lading ontbreekt). Daardoor ontstond de op zich juiste gedachte elektrische stroom te zien als een verschijnsel dat zich van positief (plus) naar negatief (min) beweegt.

De Engelse natuurkundige Sir Joseph Thomson stelde in 1897 proefondervindelijk het bestaan van elektronen vast. De naam elektron is niet bedacht door Thomson, maar tien jaar eerder door de Ier George J. Stoney.
Het was Thomson die willekeurig stelde dat atomen bestonden uit positief geladen massieve bolletjes waarbinnen zich negatieve elektronen bewogen. Het atoom op zich was hiermee elektrisch neutraal. De elektronen moesten onderling in een bepaald verband aan elkaar vastzitten, maar zij konden wel uit het bolletje worden losgemaakt.
Met het elektron ontdekte men daardoor ook dat 'elektrische stroom' in feite een stroom van elektronen is. Aangezien Thomson het elektron een negatieve lading had toebedacht, had dat tot gevolg dat de stroom van elektronen zich van negatief (de plaats waar de elektronen zich bevonden) naar positief bewoog (waar zij ontbraken) - dit geheel in tegenspraak met wat Franklin eerder terecht had gesteld, afgaande op de betekenis van de woorden 'positief' en 'negatief'.
Niemand heeft het blijkbaar van belang geacht deze fout te herstellen en nu is het te laat om dit te doen.

In de medische wetenschap worden de woorden wél in de juiste betekenis gebruikt. Daar heet de uitslag van een test 'positief' als wordt gevonden waarnaar wordt gezocht (wat voor de patiënt meestal ongunstig is) en negatief als dat niet het geval is (wat voor de patiënt meestal gunstig is). Dit wordt door veel mensen als verwarrend ervaren.

  terug naar de woordenlijst

prima Het woord 'prima' is afkomstig uit het Latijn en betekent 'eerste'. Het wordt net als 'OK' gebruikt in de betekenis van 'goed', 'in orde'.
De opeenvolging van de woorden: "Prima, hartstikke OK" zou in de spreektaal zomaar een 'Nederlandse' zin kunnen zijn.

  terug naar de woordenlijst

prioriteit Het woord 'prioriteit' uit het Frans afkomstig van het Latijnse 'primus', met de betekenis: eerste.
Een 'prioriteit' is datgene, wat als eerste moet worden behandeld omdat het belangrijk is; het moet de voorrang krijgen: aan iets prioriteit geven, iets met prioriteit behandelen.
Wat tegenwoordig wordt gehoord: "Dit is de eerste prioriteit..." betekent daarom "dit is de eerste eerste..."
Men is zich niet meer bewust van de betekenis van 'prioriteit', maar het woord klinkt wel overtuigend voor het belang van de zaak.

  terug naar de woordenlijst

proactief Dit is een nieuwvorm met als betekenis: vooruitziend op een te verwachten ontwikkeling of mogelijk noodzakelijke handeling.
Het voorvoegsel 'pro-' betekent echter: er vóór staan, er vóór zijn. De verwisseling die wordt gemaakt is die met het voorvoegsel 'pre-', dat heeft te maken met 'vooruit zien', bijvoorbeeld in 'pre-cognitie': vooruit-weten en 'preventie': vooruit beschermen.

  terug naar de woordenlijst

rustig en gerust Het woord 'rustig' betekent: in rust zijn, niet of weinig bewegen, stil, zonder drukte. Het woord 'gerust' heeft als betekenis: een kalme stemming, zonder vrees zijn, zonder zorgen.
Het woord 'rustig' duidt de toestand aan zoals die in de omgeving is (Wat rustig is het hier!), het woord 'gerust' wijst op een kalme, zekere toestand van het gemoed (Een gerust geweten hebben.).
Door de toestand van onbewustheid van zichzelf en de daardoor bestaande toestand van onbewuste vereenzelviging met de omgeving echter, wordt de bijzondere betekenis van 'gerust' niet beseft en wordt dit woord vervangen door 'rustig' (bijvoorbeeld: "Dat kun je rustig doen" en "Een rustig geweten hebben" i.p.v. het juiste woord 'gerust').

  terug naar de woordenlijst

servicedienst Het Engelse woord 'service' is afkomstig uit het Latijnse werkwoord 'servere' dat 'dienen' betekent. Het woord 'service' betekent: 'dienst'.
Het regelmatig door bedrijven gebruikte woord 'servicedienst' betekent daardoor: 'dienstdienst'.

  terug naar de woordenlijst

slachtoffer Het woord 'slachtoffer' geeft weer dat het gaat om een 'offer' dat is 'geslacht', bijvoorbeeld een offerdier. Na de handeling van het slachten, zal het dier ongetwijfeld dood zijn. Dat betekent dat als iemand van een ongeval het slachtoffer is geworden, die persoon dood is, overleden, gestorven.
Toch wordt bij het gebruik van de aanduiding 'slachtoffer' er iedere keer bij vermeld, dat het om een 'dodelijk slachtoffer' gaat.
- Niet alleen is het gebruik van dit bijvoeglijke naamwoord volgens het voorafgaande overbodig, maar
- een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het onderwerp waar het vóór staat.
In overeenstemming met bijvoorbeeld een 'dodelijk vergif' - dus een vergif dat de dood kan veroorzaken - betekent het gebruik van dit bijvoeglijke naamwoord hier ook nog eens, dat de omstanders, die getuige waren van het ongeval met dodelijke afloop, moeten oppassen voor dit slachtoffer, want het kan bij hen de dood veroorzaken, het kan hun dood betekenen als ze het slachtoffer bijvoorbeeld aanraken.

  terug naar de woordenlijst

soap Het Engelse woord 'soap' betekent 'zeep'. Het woord 'soap' wordt echter ook gebruikt om een 'familieserie' op de televisie aan te duiden.
De ontstaansgeschiedenis van dit taalgebruik is als volgt. Uit onderzoek bleek dat familieseries het meest door vrouwen worden bekeken. Wasmiddelfabrikanten speelden hierop in door reclames voor hun product, in feite een soort zeep, zo veel mogelijk vóór of ná deze familieseries op de televisie te vertonen. Familieseries werden a.h.w. ingepakt door hun zeepreclames.
In Amerika ontstond vervolgens het taalgebruik niet meer van een 'family serial' te spreken, maar van een 'soap'. De familieserie - waarin toch het gedrag t.o.v. elkaar in het alledaagse bestaan wordt getoond - 'mocht geen naam hebben' en het woord 'soap' kreeg bovendien de ongunstige bijklank van 'inhoudsloze klucht'.
Daarnaast werd aan een verschijnsel, de familieserie, de naam ontnomen die het van zichzelf heeft en vervangen door een woord dat er niets mee te maken heeft; een duidelijk voorbeeld van verhullend taalgebruik.

  terug naar de woordenlijst

'sorry' en 'excuses' Politicus Henk Krol kreeg een zakje eindejaars-nootjes van de Iraanse ambassade, zoals zoveel fractievoorzitters en andere politici. Na beperkte navraag was hem gebleken dat vrouwen niets hadden gekregen, wat later onjuist bleek te zijn. Maar demonstratief had de heer Krol zijn zakje daarom in de afvalbak gegooid, wat later de woede opwekte van het ambassadepersoneel. De heer Krol weigerde echter verontschuldigingen te vragen: "Ik heb in mijn leven al zo vaak sorry gezegd, daar kan deze ook nog wel bij. Excuses aanbieden vind ik een stapje te ver," aldus Krol.
Hij maakte persoonlijk een onderscheid tussen twee gelijkwaardige uitdrukkingen. Eén van de gevaren van het gebruik van leenwoorden. Men gaat ze gebruiken naar eigen goeddunken, met misverstanden als gevolg.

  terug naar de woordenlijst

techniek en technologie Het woord 'techniek' komt van het Griekse 'technè': bedrevenheid, kunst; het betekent i.h.b. de bedrevenheid om met werktuigen om te gaan of het toepassen van kennis in het bouwen en werken met apparaten.
Het woord 'technologie' betekent de kennis die men bezit om apparaten te bouwen en er mee om te gaan. Onder invloed van het Amerikaanse Engels wordt het woord 'techniek' steeds meer vervangen door 'technologie'. Het klinkt indrukwekkender, maar het betekent echt iets anders.
Het woord 'lastechniek' betekent de bedrevenheid om te lassen, de kunst van het lassen; terwijl 'lastechnologie' op de kennis wijst die men ervoor nodig heeft.

  terug naar de woordenlijst

'tussen de middag' Niet alleen bij leenwoorden kan de kennis van de betekenis van het woord onduidelijk zijn, ook bij gewone Nederlandse woorden kan dat het geval zijn, zoals bij het woord 'middag'. Dit woord heeft als eenvoudige betekenis: 'het midden van de dag' - dit is samengetrokken tot 'middag' en dat is het tijdstip dat de klok twaalf uur slaat.
Vóór dat tijdstip is het 'vóór de middag' wat is samengetrokken tot 'voormiddag' en ná dat tijdstip is het 'ná de middag', wat is samengetrokken tot 'namiddag'.
Het besef van het duidelijke onderscheid tussen deze woorden is in Nederland verloren gegaan, waardoor het woord 'namiddag' in onbruik is geraakt en vervangen door het woord 'middag'. De betekenis van dit woord is uitgebreid met de betekenis van 'namiddag'. Daardoor wordt het woord 'middag' nu gebruikt voor de tijdsspanne tussen de ochtend en de avond.
Daardoor is de betekenis van het woord 'middagpauze': de pauze in de werktijd tussen de ochtend en de 'namiddag', dus 'omstreeks de middag', ook onduidelijk geworden. In plaats daarvan wordt nu in Nederland de uitdrukking 'tussen de middag' gebruikt. Er wordt 'tussen de ochtend en de namiddag' mee bedoeld (de 'middagpauze'), maar dit wordt achteloos samengetrokken tot het betekenisloze 'tussen de middag', wat in feite een onmogelijkheid is. Het woord 'tussen' duidt immers aan dat er twee zaken of dingen moeten zijn waartussen zich iets ánders bevindt.
Als er een 'tussen de middag' mogelijk zou zijn, dan ook een 'tussen de morgen' en een 'tussen de avond'. Hieruit blijkt de onzinnigheid van deze uitdrukking.
De Vlamingen gebruiken het woord 'namiddag' nog wel in de juiste betekenis.

  terug naar de woordenlijst

vechten voor zijn leven. Het woord 'patiënt' komt van het Latijnse 'patientia': de lijdende. Wie de 'lijdende' is, is meestal onderworpen aan een ziekte of gebrek, waardoor deze persoon machteloos is geworden en juist daardoor hulp zoekt bij een hulpverlener, bijvoorbeeld een arts. Deze persoon is kundig in het bestrijden van bijvoorbeeld een ziekte en het is déze persoon van wie door de patiët wordt gehoopt, dat hij of zij zich gaat inzetten om de patiënt diens gezondheid terug te geven.
Het is uitsluitend de arts, die in staat is voor de gezondheid van de patiënt te vechten, die in staat is 'een ziekte te bestrijden'; de patiënt kan niets doen, kan niet vechten en moet lijdzaam toezien en hopen dat de arts slaagt.

  terug naar de woordenlijst

vegetariër Een vegetariër is iemand die alleen plantaardig voedsel gebruikt en daardoor 'vegetarisch' eet. In deze zin is 'vegetariër' het zelfstandige naamwoord en 'vegetarisch' een bijwoord (een bijvoegelijk naamwoord dat iets zegt van een werkwoord).
Regelmatig worden deze woordsoorten verwisseld, bijvoorbeeld in de zin: "Ik ben vegetarisch." In plaats van: "Ik ben vegetariër" of: "Ik eet vegetarisch." Dit is een aanwijzing voor de verwarring die kan ontstaan door het gebruik van leenwoorden.

  terug naar de woordenlijst

veld De Engelse arts William Gilbert strooide als eerste ijzervijlsel op een papier rondom een magneet en ontdekte het magnetische verschijnsel dat nu een 'veld' wordt genoemd. Gilbert zelf noemde het echter terecht een 'aura', een 'uitstraling'. De werkelijkheid is namelijk dat de magnetische uitstraling de vorm heeft van een wolk, die met het toenemen van de afstand tot de magneet ijler wordt.
Michael Feraday herhaalde later zijn onderzoekingen naar de eigenschappen van magnetisme, maar noemde de magnetische uitstraling een 'veld', ingegeven door het vel papier waarop ook hij ijzervijlsel had gestrooid en waarop hij de vorm van de magnetische krachtlijnen waarnam.
Iedereen weet dat de magnetische uitstraling ruimtelijk is en geen plat vlak (veld). Toch blijft men deze onjuiste en verwarrende benaming gebruiken.

  terug naar de woordenlijst

verdieping Als bij de bouw van een huis op de woonlaag op de begane grond een tweede laag wordt gebouwd, wordt deze laag de eerste 'verdieping' van het huis genoemd. Terwijl deze laag een 'verhoging' van het huis tot gevolg heeft.
Met 'verdieping' is een woord gekozen dat het volstrekte tegendeel is van wat er werkelijk heeft plaatsgevonden. Het juiste woord is 'verhoging', terwijl een 'verdieping' de aanduiding is van een kelder.

  terug naar de woordenlijst

verontschuldiging Als iemand zich aan iets schuldig maakt door iets verkeerds te doen, dan laadt die persoon schuld op zich en is hij of zij de schuldige. In het geval dit ook tot die persoon doordringt, gaat hij of zij zich schuldig voelen. Komt die persoon er vervolgens ook nog toe die daad te betreuren, dan kan hij of zij spijt gaan voelen die daad te hebben begaan. Het schuldgevoel kan dan zo zwaar drukken dat die persoon besluit naar de betrokkene toe te gaan, aan hem of haar spijt te betuigen over het gebeurde en vervolgens aan de ander te vrágen: "Wilt u mij verontschuldigen?!"

Immers, alleen de ander die leed is aangedaan, kan de spijtbetuiging aannemen en vervolgens zeggen: "Het is goed, ik scheld u uw schuld kwijt, ik verontschuldig u!" Het is alleen de leed-aangedane tegenpartij die tot de verontschuldiging kan besluiten en de verontschuldiging kan uitspreken, met andere woorden 'verontschuldiging kan aanbieden'. Door zijn of haar uitspraak wordt de schuldige daardoor van de schuld verlost en wordt zo 'verontschuldigd'.

Deze verhouding tussen de schuldige en de beledigde, en de verontschuldiging die de belédigde partij vervolgens kan voltrekken na een spijtbetuiging van de schuldige, wordt niet meer gezien. De uitdrukking 'verontschuldiging aanbieden' (of 'excuses aanbieden') door de schuldige, in plaats dat deze om 'verontschuldiging vraagt' (of 'excuseer mij'), is in zwang geraakt. De betekenis van het woord 'verontschuldiging' wordt niet meer beseft, wat in de hand is gewerkt door het gebruik van het leenwoord 'excuseren'; de betekenis is zelfs volledig omgekeerd, ze wordt niet meer gevraagd, maar aangeboden.
Hoe kan iemand die zelf schuldig is, 'veróntschuldiging aanbieden' aan de persoon die onschuldig is?!

Het voorkomen van deze verwisseling is een aanwijzing voor het bestaan van het verschijnsel onbewust taalgebruik; de betekenis van het woord dat men gebruikt, wordt niet begrepen.
In andere talen wordt het nog wel goed gezegd: "Excuser moi, s'il vous plait!", "Excuse me, please!", "Entschuldigung, bitte!", in het Zweeds "Ursäckta mej" en daarmee overeenkomend zou het in het Nederlands moeten zijn: "Verontschuldig mij!", "Ik hoop dat u mij wilt verontschuldigen!"

De woorden 'vergeving' en 'vergiffenis' zijn nog niet het slachtoffer geworden van deze slordigheid of onnadenkendheid. Als die woorden worden gebruikt, wordt nog wel juist gezegd: "Wilt u mij vergeven!" of "Ik vraag u om vergiffenis!" en men is nog niet overgegaan tot het met de vorige fout overeenkomende: "Ik bied u mijn vergeving aan!"

  terug naar de woordenlijst

versnelling en vertraging Het woord 'versnelling' wordt gebruikt voor een auto of fiets om aan te geven, dat als eenmaal een bepaalde snelheid is bereikt er kan worden doorgeschakeld. Bij dit doorschakelen ontstaat er bij de overbrenging van het door de motor of fietser geleverde vermogen naar de wielen een nieuwe verhouding tussen de krachtoverbrengende tandwielen.
Als er een hogere snelheid is bereikt, is er minder kracht nodig om die snelheid te handhaven. Daardoor kan het toerental van de motor omlaag en hoeft de fietser minder hard te trappen. De tandwieloverbrenging wordt daarbij door schakelen zo ingesteld, dat de motor trager kan draaien en de fietser trager kan trappen. De auto of de fietser gaat daardoor níet sneller; de snelheid blijft dezelfde door minder toegevoerd vermogen doordat de overbrenging wordt vertraagd.
Het doorschakelen betekent niet een hogere 'versnelling', maar een grotere vertraging!
Dat dit woordgebruik is ontstaan en de fout niet wordt verbeterd, is een duidelijke aanwijzing dat er niet wordt stilgestaan bij de diepere betekenis van woorden.

  terug naar de woordenlijst

via Het woord 'via' is afkomstig uit het Latijn en betekent 'weg'.
Het is uit het Engels overgenomen en wordt gebruikt in plaats van een groot aantal Nederlandse woorden zoals: 'over', 'door', 'door middel van', 'middels', 'in', 'bij', 'langs', 'met', 'uit', 'vanaf', 'vanuit'. Al deze nuttige woorden worden op een hoop geveegd, vervangen door 'via' (weg) en niet meer gebruikt. In dit soort gevallen is het gebruik van een leenwoord niet een verrijking van het Nederlands, maar dreigt verarming en vervlakking.

  terug naar de woordenlijst

'zelfbewust' Reactie van een lezeres in de rubriek 'Taalergernissen' in het maandblad Onze Taal 2/3 2015.
"Er moet mij iets van het hart. Steeds vaker duikt er in onze taal iets op wat mij ergert: het gebruik van 'zelfbewust' in de betekenis 'zich van zichzelf bewust' of 'onzeker' zoals in het Engelse 'self-conscious'. Het wordt daardoor langzaam maar zeker precies het tegengestelde van de eigenlijke betekenis van het Nederlandse woord, namelijk 'zelfverzekerd'. lk hoorde het Twan Huys onlangs zeggen tijdens het interview met zangeres Anouk in het tv-programma College Tour. Anouk legt uit hoe zenuwachtig en onzeker ze is over het geven van interviews en Twan Huys noemt haar vervolgens 'zelfbewust'.
Iets daarna dook de term zelfs in grote letters op in de kop boven een column van Hanna Bervoets in Volkskrant magazine: 'Zelfbewustzijn doodt de huiskamerdans.' Ze betoogt daarin dat mensen niet in het bijzijn van een kleine groep mensen durven dansen, wanneer ze zich te veel bewust zijn van zichzelf. Maar als je écht zelfbewust bent, in de oorspronkelijke betekenis van het woord, zou je je daar naar mijn mening juist niets van aantrekken."

  terug naar de woordenlijst

zelfidentificatie De nieuwvorm 'zelfidentificatie' is samengesteld uit het Nederlandse 'zelf', 'eigen' en het Latijnse 'identificatie'. Dat laatste woord is een samenvoeging van 'idem': zelf en 'facere': maken. M.a.w. 'zich identificeren' betekent: zich tot eenzelfde maken, zich ergens mee vereenzelvigen. Dit werkwoord wil zeggen dat iemand zich zodanig één voelt met een bepaalde persoon of een bepaald voorwerp, dat die persoon zich a.h.w. tot eenzelfde maakt als die persoon of dat voorwerp.
Blijkbaar zijn sommigen zich niet bewust van die betekenis en plaatsen nogmaals het woord 'zelf' voor het woord 'identificatie', waardoor er feitelijk komt te staan: 'zelf' 'idem' 'facere' of: zelf zichzelf tot een zelfde maken. Dit woordgebruik wijst erop dat de betekenis van het woord 'identificatie' niet wordt begrepen; een algemeen gevaar van leenwoorden.

  terug naar de woordenlijst

zinnelijkheid en zintuiglijkheid Als 'zintuiglijkheid' wordt bedoeld (geboeid worden door de werking van de zintuigen) wordt meestal het woord 'zinnelijkheid' gekozen. De 'zinnen' zijn echter geheel iets anders dan de 'zintuigen'.
Het zelfstandige naamwoord 'zin' duidt een geestelijk vermogen aan (bijvoorbeeld: schoonheidszin, waarheidszin, werkelijkheidszin), maar het wordt door overdracht vaak verwisseld met 'zintuig' (waar het door woordafleiding wel mee samenhangt); een 'zintuig' is echter een 'tuig', een 'gereedschap' voor een van de 'zinnen', een van de vermogens - waarvoor nu enkele voorbeelden volgen:
Als je ergens je zinnen op hebt gezet, dan betekent dat, dat je door dat waar te nemen en het te overdenken en te doorvoelen een bepaald besluit hebt genomen en dat wilt uitvoeren; wanneer er daarentegen geen opwekkende gedachten of gevoelens in je zijn, dan heb je er geen zin in en ontbreekt het je aan de zin om iets te gaan doen. Gaat datgene wat er gebeurt niet naar je zin, dan komt het gebeurde niet overeen met de voorstelling die jij je daarvan had gevormd: met je gedachten, gevoelens en besluiten. Kun je die tegenslag niet goed verwerken, dan kun je eigenzinnig worden, niet van die tegenslag willen leren en je eigen zin, je eigen gedachten, gevoelens en besluiten willen doordrijven. Lukt het dan nog niet, dan kun je zelfs buiten zinnen raken, niet meer goed kunnen nadenken, ongevoelig en onbeheerst worden. Totdat je weer tot bezinning komt, weer tot jezelf komt en al je vermogens gaat gebruiken om je op het vraagstuk te bezinnen door je vermogens er op te richten.

De oorspronkelijke betekenis van het woord 'zin' is 'richting' (de richting die de geestelijke werkzaamheid neemt), 'zenden', 'gang', 'gedachte', 'gemoed', 'gezindheid', 'peinzen' en (door de overdracht) ook 'zintuig'. Het woord hangt samen met het Latijnse 'sentire': 'voelen', 'bemerken', 'zien', 'menen', 'oordelen', 'denken', 'gezind zijn'. Kortom, de betekenis van het woord 'zin' is in de eerste plaats die van de vermogens en in de tweede plaats 'zintuig'.

  terug naar de woordenlijst

terug naar Overzicht vreemde woordenlijsten

terug naar het weblog







^