Ann de Craemer - Mistige metaforen


Tijdschrift Onze Taal, 10 - 2015, blz. 284

Schrijfster en columniste Ann de Craemer belicht op gezette tijden vanuit Vlaanderen allerlei taalkwesties.

Het komt niet vaak voor dat een scriptie de media haalt, maar begin juli gebeurde het met die van Heidi Van Rompuy, dochter van de Vlaamse CD&V-politicus Eric Van Rompuy. Zij vergeleek aan de KU Leuven het taalgebruik van Vlaamse politici tijdens verkiezingsdebatten in I995 en 2014. Haar conclusie was dat politici vandaag vaker metaforen gebruiken, en dat die bovendien creatiever en origineler zijn dan in 1995. Opvallend: Van Rompuy merkt op dat het verschil in frequentie niet groot is; in 1995 was er sprake van 1,5 metaforen per minuut, in 2014 was dat aantal 1,8.
Zo'n conclusie doet mij meteen twijfelen aan de waarde van dit onderzoek, maar vooral wil ik Van Rompuy's stelling tegenspreken dat metaforen wijzen op creativiteit en originaliteit in het taalgebruik van Vlaamse politici. Ik vind ze namelijk vaak een voorbeeld van taalkundige gemakzucht, en heb zelden de indruk dat politici metaforen gebruiken om op een creatieve manier complexe materie te verhelderen; eerder proberen ze die er verder mee te verduisteren.

Een vette vis
Ik sluit me daarmee aan bij de theorie van taalwetenschapper Niels Janssens, die in 2011 in zijn masterscriptie schreef dat Belgische politici metaforen bovenal gebruiken om mist te spuien. Vooral populistische en Vlaamsnationalistische partijen zouden het doen. Zo werd een stap vooruit in de zesde Belgische staatshervorming in 2011, waarbij er meer bevoegdheden van het federale niveau werden overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten, 'een vette vis' genoemd. Het beeld werd bedacht door Peter De Roover van de Vlaamse Volksbeweging. Het leidde tot een hele rij voedingsmetaforen: van 'borrelnootjes' tot 'een lepel suiker' tot zaken die 'de ijskast in gingen'. De media pikten de beelden gretig op, maar uiteindelijk werden de metaforen zo uitgehold dat ze tot hoongelach van de bevolking leidden en de politici aan geloofwaardigheid verloren.

Volgens Janssens, een Vlaming die in Nederland woont, zijn dergelijke uitwassen in Nederland niet mogelijk, omdat het politieke discours er minder emotioneel is. Nederlandse kiezers willen daarnaast veel meer weten waar het beleid concreet over gaat. Ook George Orwell, die met 'Politics and the English Language' in 1946 een vlammend betoog schreef over de wollige en dode taal van politici, bemerkte maar weinig creativiteit in de beeldspraak van Engelse politici en hekelde hun 'versleten metaforen'. Een nieuw gevonden beeldspraak, schreef hij, biedt hulp bij het denken doordat die een beeld oproept. "Anderzijds is een technisch gezien 'dode' beeldspraak (bijvoorbeeld 'keihard') eigenlijk weer een gewoon woord, waar een tekst niet minder pittig van hoeft te worden. Maar tussen deze twee groepen ligt een grote hoop versleten metaforen die geen enkel beeld meer oproepen en die alleen nog worden gebruikt omdat een mens op deze manier ontkomt aan de plicht om zelf naar woorden te zoeken."

'Optimistische stromingen'
Toen Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) in september 2014 met zijn regeringsverklaring kwam, gebruikte ook hij heel wat versleten metaforen. Bijvoorbeeld: "Deze regering laat zich meevoeren door optimistische stromingen." Origineel en creatief? Ik denk het niet, want we hebben het beeld van de stroming al zo vaak gehoord dat het niets meer oproept. Dat geldt ook voor 'budgettaire orthodoxie'. Die laatste uitdrukking is bovendien een interessant voorbeeld van hoe een metafoor wordt gebruikt om mist te spuien. De kern van de regeringsverklaring was de aankondiging dat er fors moest worden bespaard, maar politici lijken te denken dat ze kiezers 'de wol over de ogen kunnen trekken' door een vaag beeld als 'budgettaire orthodoxie' te gebruiken.

Boodschap aan de Vlaamse politici nu het nieuwe politieke jaar begint: metaforen kunnen verhelderend zijn, maar je kunt er, zoals Frits Bolkestein ooit schreef in Onze Taal, maar beter gedoseerd gebruik van maken. Een sterke metafoor kan verrassen, maar herhaal haar niet tien keer, want dan verandert ze al snel in een holle frase. En welke politicus streeft er nu naar om een holle indruk te maken?


Beeldspraak
Erik van der Spek buigt zich maandelijks over beeldspraak die de tijdgeest vangt - en soms zelfs ook bepaalt.
Tijdschrift Onze Taal, 10 - 2015, blz. 287

Haarvaten
Het bibliotheekwerk moet doordringen in de haarvaten van de samenleving, lees ik op internet. Maar het wordt druk in die haarvaten, want ook duurzaamheid, ondernemingszin, media en de kerk zoeken er hun plaatsje. En de afdeling Hardenberg van D66 zet zich in om 'het D66-geluid nog verder in de haarvaten van de samenleving in te brengen'. Tijd voor een dotterbeurt?
Als we duidelijk willen maken dat we ons een bepaald begrip volledig eigen hebben gemaakt, doen we vaak een beroep op ons lichaam. Vroeger zeiden we bijvoorbeeld dat iemand een politieman of een verkoper 'in hart en nieren' was. Maar naarmate we meer weten van ons lichaam, worden onze metaforen specialistischer. De metafoor 'haarvaten' is een goed voorbeeld.

DNA
Haarvaten zijn onze fijnst vertakte bloedvaten: als een begrip als duurzaamheid in onze haarvaten zit, zijn we er volledig van doordrongen. Maar de lichamelijkheid van de metafoor stelt wel beperkingen. We kunnen ons niet elke entiteit voorstellen als een wezen met haarvaten. Een bedrijf of organisatie wordt vaak vergeleken met een organisme, dus dan zijn haarvaten niets buitenissigs. Bij 'de haarvaten van de politiek' is het al lastiger, hoewel je 'de politiek' als een veelkoppig monster kunt zien - inclusief haarvaten. Maar als ik lees: "Marjan Minnesma wil dat duurzaamheid in de haarvaten van elk schoolvak komt", is de metafoor te ver opgerekt.
Naast haarvaten hebben we natuurlijk ook DNA: "Klantgerichtheid zit in het DNA van onze organisatie." Het klinkt bijna wetenschappelijk. Ook metaforen als 'tot op het bot' of 'in het merg van' suggereren diep doordringen. Volgens Denker des Vaderlands Marli Huijer zijn "mensen tot op het bot, tot in elke vezel, doordrongen van ritmes." Vezels zijn ook fijnvertakt, maar dan zijn we wel afgedaald naar het plantenrijk.
Erik van der Spek


terug naar het overzicht

terug naar de Leenwoordenlijst - terug naar het weblog







^