NederL.blogspot.nl


Woensdag 23 januari 2013 - Geschreven door Marc van Oostendorp (Meertens Instituut)

Dijsselbloem: "I'm a social-democrat."
Het wonderlijkste taalverschijnselen van onze tijd is hoe groot en machtig het Engels wordt en hoe weinig daarover gediscussieerd wordt. Nog nooit in de wereldgeschiedenis heeft enige taal zo'n sterke positie gehad - je hoort er eigenlijk nooit iemand over, het wordt gezien als een natuurverschijnsel. Maar het gebeurt.
De nieuwe voorzitter van de Eurogroep, Jeroen Dijsselbloem, sprak gisteren de Zuid-Europese landen toe, en deed dat volgens het verslag in de Volkskrant in het Engels ("I'm a social-democrat."), terwijl er slechts één euroland is waarin het Engels de officiële taal is, Ierland, en dat ligt niet in het zuiden.
Het is niet mijn bedoeling om Dijsselbloem te bekritiseren om dat interview. Ik gebruik zelf bijna iedere dag Engels en ik zie er de voordelen van in. Maar opvallend is het wel: een sociaal verschijnsel dat zo zonder enige politieke discussie almaar voort kan schrijden.

De Nederlandse socioloog Bram de Swaan beschouwt talen als een bijzondere vorm van economisch goed, vergelijkbaar met socialemediasites (hij maakt die vergelijking niet, dat doe ik): hoe meer mensen Facebook gebruiken, des te aantrekkelijker het is voor andere mensen om ook op Facebook te gaan. Er zijn honderden alternatieven, die misschien mooier zijn vormgegeven, prettiger in het gebruik zijn en aantrekkelijke privacywetgeving hanteren - maar zij verliezen het omdat er te weinig mensen op zitten; en dat is een zichzelf versterkend effect.
Het is logisch om te denken dat talen ook zo werken. Wanneer je een vreemde taal moet leren en je hebt daarbij de keuze tussen Chinees en de taal van een kleine stam in Nieuw-Guinea, kiezen de meeste mensen voor het Chinees, want daar heb je meer aan: je hebt meer gesprekspartners, je kunt meer boeken lezen, je kunt naar meer films kijken.
De uitkomst van zo'n proces is onvermijdelijk dat er uiteindelijk maar één taal of één sociaal netwerk overblijft: dat wordt dan de absolute standaard, het Facebook onder de talen.
Of die redenering per se klopt, weet ik niet. Zou het Engels niet ook ooit een crisis kunnen doormaken zoals de euro nu omdat de mensen er niet meer in geloven? En gaan 'social-democrats' daar dan iets aan doen?

Dezelfde Bram de Swaan heeft mij weleens gesuggereerd dat we op het Meertens Instituut eigenlijk een soort dijkwacht zouden moeten installeren: wat onderzoekers die af en toe langs de dijken van het Nederlands fietsen om te kijken of er ergens zwakke plekken aan het ontstaan zijn, waar het Engels doorheen begint te sijpelen of waar je zelfs op termijn een doorbraak zou kunnen verwachten. Wij hebben dat nooit gedaan - niemand doet het (ook de Nederlandse Taalunie niet, die misschien een logischer uitvoerder zou zijn voor zo'n taak).
Nogmaals, ik denk niet dat er reden is voor zorg; het zal vast wel loslopen allemaal. Er is wel reden voor verbazing: waarom is er zo weinig zorg, zo weinig protest? De clubjes die tegen het Engels strijden zijn allemaal marginaal en onbelangrijk. Waarom is dat zo? Wat zegt het over onze samenleving?


Opmerkingen:
Simone
Er zijn wel mensen die sich daar mee bezig houden, maar dan niet in het Nederlands (b.v. Ulrich Ammon www.ifa.de/en/pub/kulturreport-fortschritt-europa/progress-europe/ammon/). Het is uiteindelijk niet een probleem van taalwetenschap maar van politiek. In principe zou iedereen binnen de EU zijn eigen taal kunnen praten omdat sowieso alles wordt vertaald. Echter blijkt het dat iedereen wil laten zien dat hij/zij 'cosmopolite' is en dus Engels praat.

Miet
Twee dingen. Eén: de reden waarom het Engels zo vanzelfsprekend is, is niet (alleen) omdat je dan meer gesprekspartners hebt, want dan kan je even goed Chinees of Arabisch spreken. Veel belangrijker is dat het Engels intussen de algemeen aanvaarde en dus vanzelfsprekende taal voor internationale contacten, politiek, zaken, economie, wetenschap is. Als je dus in zo'n context voor een publiek spreekt, dan gebruik je die taal. En daaruit vloeit twee voort: uiteraard kan Engels in een crisis geraken. Vraag maar aan het Latijn en het Frans. ;-)

Berry
Wat het overdadige gebruik van Engels over onze samenleving zegt is dat we allemaal kuddegedrag vertonen. Het staat immers oh zo interessant als je een gesprek kunt larderen met onnodig Engels en dan met die verfoeilijke Nederlandse uitspraak. Op de televisie is er bijna geen reclame meer te horen in vlekkeloos Nederlands en als men het heeft over de 'Emsterdem fesjion wiek' of een 'laif uitzending' word ik geestelijk onpasselijk. Engels is een wereldtaal die we allemaal zouden moeten beheersen, maar waarom dat ten koste moet gaan van onze eigen taal is me al vele jaren een raadsel.

Marc van Oostendorp 23 januari 2013, antwoord:
Ik vind de verklaring 'kuddegedrag' niet zo interessant. Alle taalgedrag is kuddegedrag; je kunt nu eenmaal moeilijk op eigen houtje je eigen taal gaan verzinnen, ook al zou die aantoonbaar beter zijn dan alle bestaande theorieën. U doet weinig meer dan een aantal verschijnselen opsommen die laten zien dat het Engels wordt overgenomen, maar de vraag is waaróm dit zo is.

Ivo
Het kan wel zijn dat Engels tegenwoordig aanvaard wordt voor internationale contacten, economie, wetenschap enz., maar dan toch voornamelijk in de Noordelijke landen. In het Zuiden (Frankrijk inbegrepen), is de kennis van het Engels doorgaans nog beneden alle peil (daar zijn al eerder studies over gemaakt). Bovendien blijft dat gebruik van het Engels in de Eurozone nog steeds een oneerlijke zaak, indien dat slechts één land rechtstreeks bevoordeelt (Ierland in casu). Zolang men zich halsstarrig en tegen beter weten in blijft verzetten tegen een neutrale taal zoals het Esperanto, zou iedere politicus in internationale context zich in zijn eigen taal moeten uitdrukken, indien die tot de officiële talen van de instelling in kwestie behoort, in dit geval dus Nederlands. Slechts op die manier kan de marginalisering van de nationale talen worden afgeremd.

Anoniem
Het zijn niet alleen politieke en economische factoren die ertoe hebben bijgedragen dat het Engels tot wereldtaal is uitgegroeid. Er is ook een historisch taalkundig aspect. Immers, het Engels is binnen de Europese taalfamilies een vreemde eend in de bijt: het heeft eigenschappen van zowel de Germaanse taalfamilies als Romaanse taalfamilies.
De basis is Germaans: gesproken door de Angelsaksen. Na de Normandische invasie in 1066 kwam daar de taal van de nieuwe, heersende klasse bij: het Frans. Die beide talen zijn samengesmolten tot het huidige Engels. Er zijn dus heel veel taalsprekers die het Engels herkenbaar vinden: Germaanse taalsprekers (Nederlanders, Duitsers, Scandinaviërs) en Romaanse taalsprekers (Fransen, Spanjaarden, Italianen). Elk herkent 'hun' onderdelen in het Engels. Ziedaar het belang van een lingua franca.


terug naar de Leenwoordenlijst






^