Het nadeel van slordig taalgebruik


Slordig taalgebruik schaadt helder debat.
Elsevier, 18 september 2010, blz 92
Door Lucas Gasthuis

Lezers van deze rubriek wijzen op het slordige taalgebruik van veel Nederlanders. Zo ergerde iemand zich aan het overvloedige gebruik van het woordje 'eigenlijk'. Dat 'eigenlijk' wordt te pas en te onpas ingezet om aan te geven dat iemand er niet goed in slaagt precies weer te geven wat hij of zij 'eigenlijk' wil zeggen. Het is net als met het gebruik van de toevoeging 'zeg maar'. Mensen eindigen hun zinnen er vaak mee omdat ze beseffen dat ze 'eigenlijk' net niet uit hun woorden zijn gekomen.

Slordig taalgebruik is een uitdrukking van slordig denken. Slordig sprekende Nederlanders komen tegenwoordig vaak via de televisie tot ons. Je zou dan ook kunnen stellen dat de democratisering van de media bijdraagt aan de verslonzing van het taalgebruik. De drempel om tot (radio en) televisie te worden toegelaten is in Nederland immers bijzonder laag. Met als gevolg dat niet alleen allerlei dialecten, accenten en slang bon ton zijn geworden, maar dat ook de zorgvuldigheid van het taalgebruik op tv inmiddels ernstig te wensen overlaat. Luister ter vergelijking eens naar Frits Thors, de inmiddels 101-jarige, befaamde nieuwslezer uit een ver verleden.

Is die verloedering erg? Ja, want lelijk taalgebruik is op z'n minst irritant. En als ook opiniemakers, politici en journalisten zich er schuldig aan maken, schaadt dit de helderheid van het publieke debat. Publieke persoonlijkheden zouden daarom meer aandacht moeten besteden aan de wijze waarop zij zich uitdrukken. Op die manier geven ze ook meteen het goede voorbeeld. Maar populistisch taalgebruik is momenteel zo populair, dat die wens voorlopig niet wordt vervuld.

lucas.gasthuis[at]elsevier.nl


terug naar de leenwoordenlijst






^