de vertraging van de bewustwording
1. Eerst vond Benjamin Libet dat de bewustwording van een besluit wordt voorafgegaan door neuronale activiteit in de motorische hersenschors. De hersenen leken de oorzaak te zijn en de mens merkte pas achteraf wat de 'hersenen hadden besloten te doen'.
2. Nieuw onderzoek laat zien dat het nemen van het besluit om te bewegen tegelijkertijd plaatsvindt met de neuronale activiteit.
1. De neurofysioloog Benjamin Libet (1979) liet proefpersonen, die bij bewustzijn een open hersenoperatie ondergingen, een eenvoudige handeling uitvoeren zoals het bewegen van de hand. Met elektroden legde hij de gebeurtenissen in de hersenschors vast en tegelijkertijd vroeg hij aan zijn proefpersonen wat zij opmerkten.
Zijn proefnemingen, die door andere wetenschappers zijn bevestigd, toonden aan dat:
- de actiepotentiaal (zenuwprikkel) om een handeling uit te voeren 0,55 sec vóór de handeling in de hersenschors ontstaat, maar dat
- de proefpersoon pas 0,2 sec vóór die handeling bewust het besluit hiertoe neemt.

Het verschil tussen de actiepotentiaal en het bewuste besluit is 0,35 sec (afgerond 0,5 sec), waarom Libet dit verschijnsel: 'de halve seconde vertraging van de bewustwording' noemde. De actiepotentiaal noemde hij de 'gereedheidspotentiaal': de hersenen zijn dan al gereed voor de handeling, waartoe de persoon zélf echter nog moet besluiten. Niet de persóón lijkt daardoor de aanzet tot het besluit te nemen, maar de hérsenen. Van een 'vrije keuze' ('vrije wil') zou daarom geen sprake zijn, de hersenen zouden de keuze al hebben gemaakt.
De oorzaak van deze vertraging van de bewustwording is de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met het stoffelijke bestaan. Door de gerichtheid op dit bestaan is de onbewust vereenzelvigde geest zich niet bewust van de eigen werkzaamheid met de geestelijke vermogens in zichzelf als geest. De met de stof vereenzelvigde geest kan zich hiervan pas bewust worden, als de uitingen van de gééstelijke werkzaamheid óók met de stóffelijke wereld zijn verbonden door ze op de hersenschors af te drukken.
Pas als zij zo ook een werkzaamheid van hersencellen zijn geworden en zo zijn verstoffelijkt, kunnen die uitingen een tel later door de geest worden opgemerkt en dan bestaan zij pas voor de vereenzelvigde geest. Dit heeft de vertraging van een halve seconde van de bewustwording van het eigen besluit tot gevolg. Daarvóór heeft de geest onbewust het besluit al in zichzelf gevormd en ongemerkt op de schors afgedrukt, de oorzaak van de gereedheidspotentiaal. Dit is de reden waarom de bron van het besluit, de geest, zeker als het gevoelens betreft, door natuurwetenschappers als 'het onbewuste' of 'het onderbewuste' wordt aangeduid.
Hetzelfde verschijnsel is ervaarbaar tijdens het spreken. Door de onbewuste vereenzelviging is de geest zich niet bewust van het denken of voelen, de woordkeus en de zinsopbouwende werkzaamheid die de geest in zichzelf verricht en die voorafgaat aan het uiten van de zo gevormde gedachten en gevoelens. De geest merkt de gevolgen van die innerlijke werkzaamheid pas op als zij vanuit de hersenen in de búitenwereld tot klinken komen door ze daar uit te spreken of op te schrijven. De gesproken of geschreven woorden lijken door de onbewuste vereenzelviging ergens vanachter de persoon uit het niets te voorschijn te komen.
Ook wordt de geest zich van de eigen gemoedstoestand langzamer bewust als de gezichtuitdrukking van gevoelens door geneesmiddelen, zoals botox-injecties, is verstoord. Doordat de gevoelens vertraagd in het gezicht tot uitdrukking kunnen komen en er een wisselwerking tussen geest en lichaam bestaat, wordt de geest zich ook vertraagd van de eigen gevoelens bewust.
Pas in de zelfbewuste toestand is de geest zich er voortdurend van bewust zélf de bron te zijn van de denkende, voelende en woordvormende werkzaamheid, die daarna als een woord wordt uitgesproken of neergeschreven. Voor de zich van zichzelf bewust geworden geest zijn de proefnemingen van Libet een aanwijzing voor het bestaan van het verschijnsel, dat de menselijke geest op aarde in het algemeen onbewust is van zichzelf en vereenzelvigd met de stof.
Klik hier voor een vervolgonderzoek over dit onderwerp.
2. Bewust besluit te handelen en neuronale activiteit treden tegelijkertijd op
Scientias, 21-04-2025, door Andrei Stiru
Nog voordat je doorhebt dat je wilt bewegen, zou je brein al bezig zijn met de voorbereidingen. Althans, dat dachten we tot nu toe (naar aanleiding van het onderzoek van neurofysioloog Benjamin Libet). Een nieuwe studie van de Universiteit van Minnesota spreekt deze opvatting nu tegen.
Waar eerdere onderzoeken erop wezen dat onze hersenen al ‘beslissen’ vóórdat we ons daar zelf bewust van zijn, toont deze nieuwe studie iets opvallends aan. De primaire motorcortex, het hersengebied dat vrijwillige bewegingen aanstuurt, wordt tegelijkertijd actief op het moment waarop we bewust besluiten om te bewegen.
Experiment met een verlamde patiënt
Onderzoekers aan de Universiteit van Minnesota kwamen tot die conclusie door het brein van een patiënt te bestuderen, die vanaf de nek verlamd is. De patiënt beschikte over een hersenimplantaat dat was verbonden met een brain-machine-interface (BMI), rechtstreeks aangesloten op de primaire motorcortex. Dit systeem, gekoppeld aan neuromusculaire elektrische stimulatie (NMES), stelde de patiënt in staat om zijn verlamde hand te bewegen door er alleen maar aan te denken. Met elektrische stimulatie werd zijn hand in beweging gebracht, en elke keer als hij in een bal kneep, hoorde hij een geluidje.
Geen voorsprong voor de hersenen
De activiteit in de primaire motorcortex gebeurde precies op hetzelfde moment als wanneer de patiënt besefte: “Ik wil nu bewegen!” Geen voorsprong voor de hersenen dus. Dit is een fundamenteel verschil met wat wetenschappers eerder dachten. In oudere experimenten waren andere hersengebieden, zoals de zogenoemde supplementaire motorische gebieden, al 700 tot 1500 milliseconden eerder actief. Maar de primaire motorcortex, die echt de beweging uitvoert, lijkt pas mee te doen als je het zelf beseft.
Spelen met het tijdsbesef
Er gebeurde nog iets opvallends. Als de patiënt zelf besloot te bewegen, voelde het alsof de tijd tussen zijn besluit en de beweging korter was dan die werkelijk was. Dat fenomeen heet intentionele binding. De onderzoekers speelden hiermee door het systeem te manipuleren. Soms lieten ze de hand spontaan bewegen zonder dat de patiënt dat wilde; dan voelde het alsof de actie later kwam. Andere keren blokkeerden ze de beweging, maar lieten ze wel het geluid horen; dan leek het besluit juist vroeger te zijn. “Dit laat zien dat er een samenhangende binding is tussen besluit en handeling,” staat in het persbericht.
Het onderzoek toonde ook aan dat zo’n 12 procent van de neuronen in de primaire motorcortex direct betrokken waren bij de timing van het besluit. Hoe actiever die neuronen, hoe eerder de patiënt aangaf dat hij wilde bewegen.
Betere hersenimplantaten
Deze ontdekking kan zeer belangrijk zijn voor de toekomst. Denk aan de ontwikkeling van betere hersenimplantaten voor mensen met verlammingen. Maar de onderzoekers waarschuwen ook: dit is gebaseerd op één patiënt, die door zijn aandoening en ervaring met het implantaat misschien anders reageert. Verdere studies, ook bij gezonde proefpersonen met niet-invasieve technieken, zijn nodig om de bevindingen van deze studie te bevestigen.
Bronmateriaal:
"Neuronal responses in the human primary motor cortex coincide with the subjective onset of movement intention in brainmachine interface-mediated actions”
PLOS Biology, April 17, 2025, Jean-Paul Noel et al.
Samenvatting
Zelfgeïnitieerd gedrag gaat gepaard met de ervaring van het intentief handelen. Hier benutten we de unieke kans om de volledige intentionele keten – van intentie tot handeling tot omgevingseffecten – te onderzoeken bij een tetraplegisch persoon, uitgerust met een hersen-machine-interface (BMI) van de primaire motorische cortex (M1) die echte handbewegingen genereert via neuromusculaire elektrische stimulatie (NMES). Deze gecombineerde BMI-NMES-benadering stelde ons in staat om elk element van de intentionele keten (intentie, handeling, effect) selectief te manipuleren, terwijl we subjectieve ervaring onderzochten en extracellulaire registraties uitvoerden in menselijk M1.
Gedragsmatig onthullen we een nieuwe vorm van intentionele binding: motorische intenties worden weerspiegeld in een waargenomen temporele aantrekkingskracht tussen het begin van intenties en dat van handelingen. Neuraal tonen we aan dat opgewekte spikingactiviteit in M1 grotendeels samenvalt in de tijd met het begin van de ervaring van intentie en dat het aantal spikes in M1 en het begin van subjectieve intentie per proef kunnen variëren. Bovendien weerspiegelen dynamieken op populatieniveau, geïndexeerd door een decoder die beweging instantieert, de temporele binding tussen intentie en actie.
De resultaten vullen een significante kennislacune door menselijke spikingactiviteit in M1 te relateren aan het begin van subjectieve intentie en vormen een aanvulling op eerder intracraniaal onderzoek bij mensen naar premotorische en pariëtale gebieden.
terug naar de woordenlijst B
terug naar de vrije wil in vragen en antwoorden
^