hersenen
De hersenen zijn het orgaan 'waarin' de geest 'woont'. Dat wil zeggen dat de geest zich in de geestelijke wereld altijd op die plaats bevindt, die overeenkomt met de plaats in de stoffelijke wereld waar de hersenen zich bevinden - zolang de geest in de stoffelijke wereld een lichaam als voertuig heeft dat de geest kan besturen.
Met het geopende geestesoog is waar te nemen, dat de geest zich als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte in het voorhoofd bevindt. Iedere menselijke geest kan dat onmiddellijk in zichzelf nagaan door de aandacht te richten op de plaats in het voorhoofd achter de ogen:
- daar brengt de menselijke geest in zichzelf als die bolvormige wolk gedachten en gevoelens met woorden tot klinken
- en daar beseft de geest bij het wakker worden het eerst het bestaan van zichzelf door het zelfbesef.
Door middel van de hersenen is de geest met het lichaam verbonden. Het Latijnse woord 'organum' betekent werktuig en de hersenen zijn het werktuig, waarmee de geest het lichaam als een voertuig kan besturen en waarmee de geest de gedachten en gevoelens door het lichaam heen kan uitdrukken in uitspraken en gedrag. Zie hiervoor in het menu: De wisselwerking tussen geest en hersenen.
Dat orgaan blijkt langdurig werkzaam te kunnen zijn, veel te kunnen leren en veel te kunnen berekenen, met maar heel weinig energie. Het energieverbruik van de hersenen is te vergelijken met dat van een kleine lamp of met een suikerklontje voor een hele avond. Dat is geen wonder, want het is de géést die het werk doet met zijn geestkracht en daarna de hersenen gebruikt om de gevolgen van die arbeid in deze wereld tot uitdrukking te brengen.
De hersenen zijn nauwkeurig gevormd naar de eigenschappen van de geest, doordat die - vanuit de geestelijke wereld - tijdens de evolutie aan de ontwikkeling ervan heeft gewerkt.
In het voorste gedeelte van de hersenschors bevinden zich de bewegingsvelden, overeenkomend met het willen; in het achterste gedeelte de gewaarwordingsvelden, overeenkomend met het waarnemen; de voorste linkerhelft van de hersenschors gebruikt de geest om het denken tot uitdrukking te brengen, de voorste rechterhelft voor het voelen. De in- en uitgaande zenuwbanen van de hersenen komen overeen met de in- en uitgekeerde instelling.
Bij hun onderzoek naar de werking van de hersenen herkennen neurofysiologen duidelijk de eigenschappen van de menselijke geest, getuige dit artikel over de 'breinformule' dat in het maandblad KIJK verscheen.
Net als de geest stralen ook de hersenen hun werkzaamheid om zich heen uit door middel van het zenuwstelsel, dat het hele lichaam doordringt en dat zo met de ziel als uitstraling van de geest overeenkomt.
De hersenen worden met de meervoudsvorm aangeduid, omdat zij uit een samenstelsel van onderdelen bestaan, zoals de hersenschors aan de buitenzijde, de tussenhersenen met de basale kernen in het midden, het limbische systeem (basale kernen en de zoom van de schors in een kring om de tussenhersenen heen) en de kleine hersenen. In de hersenen bevindt zich de 'grijze stof' die bestaat uit ongeveer tachtig miljard hersencellen, die alle door nog veel meer zenuwvezels, de 'witte stof', met elkaar zijn verbonden.
Als aan het einde van het bestaan op aarde het lichaam vervalt, worden ook de hersenen ongeschikt voor de geest om zich ermee te verbinden. Door de hersenen heen verlaat de geest het lichaam, waarna dat lichaam sterft, dat is: stijf wordt. De geest neemt afscheid van zijn voertuig voor dit bestaan op aarde en ook dat afscheid is door neurofysiologen met hun apparaten vastgelegd. Tijdens het overlijden komen de hersenen in een toestand, die met mediteren overeenkomt.
terug naar de woordenlijst H
^