intelligentie


Ontwikkeling van het begrip
Het begrip 'intelligentie' is een eeuw geleden ontwikkeld door wetenschappers zoals Binet en Piaget, Spearman en Vygotsky, en dat wil zeggen: door denkers. Daardoor werd intelligentie op eenzijdige wijze aanvankelijk gezien als een werkzaamheid van het denken; daar waren de intelligentietests ook op ingericht. De Amerikaan Lazear (1990) omschrijft intelligentie als volgt: iemand is intelligent als deze persoon problemen weet op te lossen die hij of zij in het leven tegenkomt en in staat is dingen te doen, die van waarde zijn voor zijn cultuur.
Volgens de Amerikaanse psycholoog en neuroloog Howard Gardner (1985) is intelligentie echter complex, meervoudig en gaat het erom op welke wijze iemand gebruik maakt van zijn of haar 'capaciteiten' (vermogens) of intelligenties. Volgens hem beschikt iedere mens over alle intelligenties (vermogens), maar worden die door iedere mens op een zeer persoonlijke wijze gebruikt, waarbij op één van de vermogens de nadruk ligt.
De wijze waarop Gardner acht intelligenties (zie aldaar) vanuit de praktijk onderscheid en beschrijft, komt overeen met de eigenschappen van de vier geestelijke vermogens en de beide instellingswijzen: in- en uitgekeerd, die de acht eenzijdige persoonlijkheidskenmerken vormen.

Het woord 'intelligentie'
Het leenwoord 'intelligentie' komt van het Latijnse 'inter ligere': ertussen lezen, d.w.z. 'tussen de regels door lezen'; dat betekent heel in het algemeen: niet alleen begríjpen, maar ook doorvóelen wat er wordt meegedeeld, door de betekenis van de woorden in die regels te verstáán én aan te voelen.
Dat betekent het gebruik maken van de vier vermogens, van het waarnemings-, het denk- en gevoelsvermogen, en van de wilskracht van de menselijke geest: daarmee kan worden nagedacht over het waargenomene en kan het gelezene worden doorvoeld; vervolgens kan dat worden verbonden met de kennis en gevoelservaringen, die al in het eigen geheugen beschikbaar zijn. Zo kan het gelezene worden 'begrepen' en 'aangevoeld', en vervolgens in het geheugen worden 'geplaatst' tussen en worden verbonden met de daar al aanwezige kennis en ervaringen.

Denken en voelen
Het denkvermogen kent een ontledende en een samenvoegende werkzaamheid. De ontledende werkzaamheid wordt het 'verstand' genoemd, de samenvoegende de 'rede'.
Het woord 'verstand' hangt samen met 'ver staand' en is dus 'afstandelijk', waardoor een bepaald onderwerp van alle kanten, veelzijdig kan worden bekeken en beoordeeld; zo mogelijk kan het in deelonderwerpen worden opgedeeld, om zo in het onderwerp door te kunnen dringen. Door het verstand kun je begrijpen wat een onderwerp begripsmatig voor je betekent. Vervolgens is de rede het vermogen om door te 'redeneren' bepaalde onderwerpen met elkaar te verbinden, waardoor nieuwe, tot nu toe nog niet opgemerkte verbanden kunnen worden ontdekt.
Het doorvoelingsvermogen stelt je in staat te ervaren 'wat een ervaring gevoelsmatig met je doet', doordat het waarnemen van die ervaring je in een bepaalde gemoedstoestand brengt. Het vermogen te voelen kent een instemmende en een ontstemmende werking, waardoor een gevoelservaring als 'goed' of 'slecht', als 'gunstig' of 'ongunstig' wordt beoordeeld.
(Door het gebruiken van het uit de natuurkunde geleende 'positief' (van 'ponere': neerzetten, dus er zijn) en 'negatief' (van 'negare': ontkennen, dus er niet zijn) raken allerlei gevoelsaanduidingen in onbruik.)

Vaagheid wekt een verheven indruk
Door de vaagheid van het beeld 'tussen de regels door lezen' en door het feit dat de tegengestelde geestelijke werkzaamheden, verstaan en redeneren, én doorvoelen hiermee gezamenlijk worden aangeduid, waren er een tiental omschrijvingen van het Latijnse woord 'intelligentie' in omloop. Door die vaagheid werd er pas veel later ook gesproken over 'emotionele intelligentie'. Maar net als 'intelligentie' is ook het leenwoord 'emotie' van een Latijns woord afkomstig, want het hangt samen met het Latijnse werkwoord 'e-movere': eruit bewegen; daardoor kan 'emotionele intelligentie' letterlijk worden gelezen als: 'eruit bewegend tussen de regels door lezen'. Hier is geen voorstelling meer van te maken.
Begrijpelijk dat niemand een duidelijk beeld heeft van wat er met het begrip 'intelligentie' wordt bedoeld - iedere wetenschapper dacht er weer anders over. Woorden met een vage betekenis hebben echter een grote aantrekkingskracht; want door het Latijn ligt hun oorsprong in de grijze oudheid, waardoor zij een geheimzinnige en verheven betekenis krijgen. Dat verhoogt het aanzien van de spreker - want door dat woord te gebruiken, wekt die de indruk, dat hij of zij de betekenis van dat woord blijkbaar wel begrijpt. Waardoor niemand de spreker de vraag durft te stellen om eens uit te leggen, wat hij of zij met dat woord bedoelt.

Emotionele intelligentie
Intelligentie was aanvankelijk een verwarring stichtend woord voor 'denken', dat op zich de samenvatting is van 'verstand' en 'rede' (daar waren alle intelligentietests ook op gericht), terwijl men aanvoelt dat de betekenis algemener, ruimer is. Ook het voelen hoort erbij en met 'emotie' wordt het 'voelen' bedoeld als het vermogen 'gevoelens' in zichzelf te laten ontstaan en te ervaren; de daarmee samenhangende 'gemoedstoestand' kan zowel 'eruit worden bewogen' door gemoedsuitingen, maar een gemoedstoestand kan ingekeerd ook in zichzelf worden beleefd, zonder dat een ander ook maar iets van die toestand merkt. Het woord 'emotie' is zo een ongeschikt woord om het 'gemoed', de voelende geest als geheel, weer te geven.
Het 'eruit bewegen' door zich te uiten is een wilshandeling; wel is het zo dat zowel voelen als willen geestelijke 'warmtetoestanden' zijn, maar er is een wezenlijk verschil: voelen is een gemoedstoestand binnen de geest, terwijl willen een krachtsontplooiing is, waardoor gedachten en gevoelens vanuit de geest in de buitenwereld tot uiting kunnen worden gebracht (ook gedachten worden immers 'eruit bewogen', ook spreken of het maken van gebaren, is in feite 'e-movere', eruit bewegen).

In de uitdrukking 'emotionele intelligentie' is de intelligentie het zelfstandige naamwoord en hoort 'emotionele' daar als een bijvoeglijk naamwoord bij. Dat duidt een bepaalde waardering aan: intelligentie is blijkbaar de hoofzaak en het 'emotionele' wordt daaraan toegevoegd, waardoor het er slechts ëën van de eigenschappen van is. Dit leidt tot de onjuiste opvatting dat 'denken' en 'voelen' niet gelijkwaardig zouden zijn.

Voelen is een zelfstandig, geestelijk vermogen
Emotionele intelligentie is eenvoudig het geestelijke vermogen 'voelen' als het vermogen een 'gevoelsoordeel' in zich te laten vormen over gebeurtenissen in de buitenwereld door zich in zichzelf gevoelsmatig open te stellen voor de ervaringen, die bijvoorbeeld een medemens moet meemaken, waardoor je in staat bent die ervaring gevoelsmatig te beleven en te beoordelen, en met hem of haar mee te leven.
Meeleven wordt echter nogal eens vervangen door het Latijnse 'com-passie', maar dat betekent echt niets anders dan 'medelijden'; want het Latijnse 'passio' is: 'ondergaan', 'lijden'.

De socioloog en theoloog dr. At Ipenburg (zie het artikel 'AI. Een Overzicht', in het tijdschrift 'Civis Mundi Digitaal' #136) omschrijft 'intelligentie' als volgt:
"De eigenschappen van menselijke intelligentie als intuïtie, de 'Aha Erlebnis', 'out of the box' denken, creativiteit, poëzie, moraal, medemenselijkheid, empathie, religieus gevoel, de mystieke ervaring, de ervaring van het goddelijke als 'das ganz Andere', het totaal vreemde. Dat is dus alles wat ons tot mens maakt en niet tot een machine."
Om 'intelligentie' te omschrijven, gebruikt Ipenburg alle kenmerken van de geestelijke vermogens, zowel in- als uitgekeerd. Hij omschrijft het begrip 'intelligentie' in feite als: de vermogens van de menselijke geest.

Zijn opvatting wordt bevestigd door een nieuwe ontwikkeling op het gebied van inzicht in wat 'intelligentie' is. Na invoering van begrippen zoals 'emotionele intelligentie' en 'sociale intelligentie', is nu ook 'religieuze intelligentie' en 'integratieve intelligentie' aan het intelligentie-spectrum toegevoegd!
Op LinkedIn verscheen van de redactie namelijk het volgende bericht:

Hoe staat het met jouw SQ?
Door Sherida van IJsselmuide, redacteur bij LinkedIn (01-08-2023)
"IQ en EQ kennen we inmiddels wel. Maar hoe staat het met jouw SQ? Het Spiritueel Quotiënt is het meest onmeetbaar, maar wordt steeds urgenter en populairder, schrijft De Groene Amsterdammer. Wie een hoog SQ heeft, zou veel wijsheid, creativiteit, geduld en gelijkmoedigheid hebben, aan introspectie doen en rust, stilte, liefde en verbinding uitstralen. Eigenschappen die zich moeilijk laten meten, maar steeds belangrijker worden. Ook in de wetenschap komt meer aandacht voor traditioneel spirituele onderwerpen: van meditatie en psychedelica tot ademhaling en mystieke ervaringen. Andersom vinden ook wetenschappelijke ideeën hun weg naar de spirituele wereld."

Dat het begrip 'intelligentie' niet beperkt blijft tot de strikte betekenis van het woord (inter-ligere: ertussen lezen, begrijpen wat er staat), daarop wijst het volgende bericht, op LinkedIn geplaats door de 'The School of Life Amsterdam':
"IQ, EQ en zelfs SQ. Ken je die laatste al? Nu we in veel kantoortuinen een vergelijkbaar IQ hebben, komt het tóch aan op andere vormen van intelligentie voor je succes. De Cito-score zegt niet zoveel meer.
Hoe abstracter de kennis, hoe intelligenter, is nog altijd onze maatschappelijke overtuiging, in een wereld die aan de ene kant schreeuwt om vakmensen en aan de andere kant om kunstenaars, om ons leed te verzachten. De vraag naar zingeving, verbinding en betekenis nemen minstens zo’n snelle vaart als de met data volgepropte computers.

Spiritueel Quotiënt, dus. Naast of ná Emotioneel Quotiënt (EQ). SQ is de meest onmetelijke van de drie, maar met de minuut urgenter en populairder. Wie hoor je niet over ayahuasca of een ijsbad? Ook de wetenschap toont steeds meer interesse in spiritualiteit, met aan kop meditatie en haar min of meer meetbare effecten.
Toch blijft het SQ onmeetbaar. Je kan - en dat is weer in je voordeel - jezelf een score geven. We hoorden laatst iemand spreken in levels, zoals bij de videogame Pac-Man. Pac-Man heeft 256 levels, dus bedenk zelf maar waar je vindt dat je zit...
En realiseer je dat op het moment dat je dat hebt bedacht, voor jezelf en misschien ook wel voor een ander, je er op datzelfde moment gelijk 'uitgeschoten' bent. Want spiritueel intelligent gaat juist over niet-weten, de werkelijkheid zien zoals ze is en deze niet willen analyseren of naar je hand zetten.
Gelukkig - en daar begint de lol - is het SQ net als het EQ te ontwikkelen, in tegenstelling tot het IQ, dat min of meer vaststaat. En daarvoor hoef je echt niet naar Bali voor een psychedelische trip of Vipassana. (Het mag wel!) Je kan op kantoor beginnen met het loslaten van onhaalbare doelen en verwachtingen, van jezelf en die van een ander. Voor je het weet, heb je per ongeluk een stukje van je ego losgelaten en ben je zomaar een Pac-Manlevel verder."

Het begrip 'intelligentie' heeft zich ontwikkeld van eenzijdigheid (alleen het denken) naar veelzijdigheid: namelijk alle vier de geestelijke vermogens, het waarnemen, denken, voelen en willen, zowel ingekeerd als uitgekeerd. Want de hele dag door doet een mens immers niets anders dan waarnemen wat er om hem of haar heen gebeurt en wordt gezegd, dat te overdenken om te beoordelen wat het betekent en het te doorvoelen wat het met hem of haar doet, om vervolgens te besluiten wat ermee te willen doen.

Meervoudige intelligentie
Zoals dat ook bij de begrippen 'het ego' en 'het zelf' is gebeurd, heeft zich ook bij het begrip 'intelligentie' een wildgroei aan intelligentievormen voorgedaan. Iedere schrijver die zichzelf hoog achtte, ontdekte allerlei soorten ego's en zelven, maar dat geldt ook voor intelligenties.
Howard Gardner verruimde het begrip intelligentie en vond, na onderzoek in de psychologische praktijk, acht vormen van intelligentie, die hij de 'meervoudige intelligentie' (MI) noemde. Iedere mens bezit ze alle acht, maar één ervan heeft in de persoonlijkheid de nadruk. Deze vormen, uit het dagelijkse leven voortgekomen, sluiten in grote lijnen aan op de acht vormen van geestelijke vermogens, zoals die in geestkunde zijn beschreven.

De acht meervoudige intelligentievormen (MI Multiple intelligences) volgens Gardner
vergeleken met de overeenkomende eenzijdige persoonlijkheidskenmerken in geestkunde.

1 de verbaal-linguïstische intelligentie
2 de logisch-mathematische intelligentie
3 de tactiel-motorische intelligentie
4 de visueel-ruimtelijke intelligentie
5 de muzikaal-ritmische intelligentie
6 de interpersoonlijke intelligentie
7 de intrapersoonlijke intelligentie
8 de ecologisch-naturalistische intelligentie
het ingekeerde willen
het uitgekeerde denken
het uitgekeerde willen
het ingekeerde waarnemen
het ingekeerde voelen
het uitgekeerde voelen
het ingekeerde denken
het uitgekeerde waarnemen


terug naar de woordenlijst

terug naar kunstmatige intelligentie

terug naar het weblog







^