'Zo boven, zo beneden en de pythagoreeërs


De pythagoreeërs is de groep van leerlingen van Pythagoras, die een school vormden met de leringen en gedragsregels van Pythagoras als uitgangspunt; zo waren man en vrouw bij hen gelijkwaardig en aten zij vegetarisch. Deze school heeft een aantal eeuwen in Zuid-Italië bestaan.
Zij streefden ernaar in de buurt van een vulkaan te wonen, want zij zagen een vulkaan als een beeld van de menselijke geest. Het vuur dat uit de donkere diepte van de aarde door de berg naar buiten kwam, vergeleken zij met de werkzaamheid van de menselijke geest. Die is onzichtbaar werkzaam in het verborgene van het stoffelijke lichaam, maar wordt naar buiten toe kenbaar in de vorm van uitspraken en handelingen. Een voorbeeld van 'zo boven (de geest), zo beneden (de aarde)'.

Met dat voorbeeld kwam de betekenis van de 'lotus' overeen in de Indiase literatuur. De plant zelf leeft in de koele, duistere wereld van een modderige vijverbodem, maar van daaruit strekt de plant zijn prachtige, witte bloemen uit in het warme zonlicht boven het wateroppervlak: het beeld van de mens die zich vanuit zijn geestelijke duisternis opwerkt naar het licht.
Zie ook het gedicht 'De Waterlelie' van Frederik van Eeden op de pagina Gedichten in het menu.

Op IJsland zagen de Noordse landverhuizers warme springbronnen, die met enige regelmaat werkzaam werden en dan als een fontein spoten, en daarna weer tot rust kwamen. Deze springbronnen noemden zij 'geysir', een woord dat etymologisch samenhangt met de Germaanse woordstam 'ghei-', met de betekenis: 'werkzaam zijn', 'in beweging zetten', en van daaruit met 'geest'. Zij herkenden in die springbronnen geestelijke eigenschappen: innerlijke, geestelijke werkzaamheid die zich met enige regelmaat uit in spreken en handelen, en daarna weer tot rust komt.


terug naar het overzicht










^