De kosmische betekenis van Jezus' geboorte
Volgens Rabbi Jonathan Cahn vallen Jezus' geboorte, zelfoffer, overlijden en neerdaling als heilige geest, samen met joodse feestdagen. De joodse kalender was een maankalender die begon op Nissan 1: de dag van de lente-equinox ('equinox' betekent: gelijke nacht; beter is 'dag-en-nachtevening': dag en nacht zijn evenlang. De omloop om de zon heeft vier van zulke momenten: zomer- en winterzonnewende, lente- en herfst dag-en-nachtevening).
Volgens Rabbi Cahn was Nissan 1 de dag van Jezus' geboorte: 20 maart, 6 v.Chr.
Samenvatting van de video https://youtu.be/ptlsXtTf6n0
Daarin treedt Rabbi Jonathan Cahn op in de Jim Bakker Show van 12 november 2012. Cahn legt aan de hand van een joodse benadering van het Evangelie uit, dat Jezus werd geboren op de eerste dag van het Joodse Nieuwjaar, bekend als Nissan 1, in het jaar 6 v.Chr. Hij laat een overtuigende overeenkomst zien van de betekenis van joodse feestdagen en de geboorte, het leven en werk van Jezus op aarde, zijn einde, wederopstanding en het neerdalen van Gods heilige geest op de leerlingen.
Jonathan Cahn:
"De geboorte van Jezus wordt aangekondigd in Lukas 2:7. Maar herders waren alleen in het voorjaar in de velden te vinden, vanaf eind maart tot de volgende regenperiode. De winters zijn in Israël te koud om eind december 's nachts buiten te zijn. De herders zijn in het voorjaar bij hun kudden omdat in die tijd van het jaar de ooien lammetjes krijgen en zien erop toe dat de geboorte goed verloopt. Op dát moment in het jaar werd ook Het Lam geboren, Jezus, dat 'de zonden der wereld wegneemt'. De herders kwamen daardoor bij Maria en Jozef om ook de geboorte van Gods Lam te aanschouwen.
Dat gebeurde rondom de plaats Bethlehem, want daar werden in de eerste maand, Nissan, de lammetjes geboren die bedoeld waren om te worden geofferd in de Tempel in Jezuzalem. In Exodus 12:3 staat, dat op de tiende dag van Nissan een mannelijk lam moet worden gekozen dat een jaar oud is en het moet een lam zijn 'zonder gebreken', dat een gezin vier dagen in huis moet houden. Op de tiende dag moesten ze het lam in huis nemen en op de veertiende dag moest het in Jeruzalem worden geofferd.
Jezus' leven en de joodse feestdagen
Het uitzondelijke aan het leven van Jezus is, dat alle bijzondere gebeurtenissen plaatsvonden op een joodse feestdag. De eerste joodse feestdag is Palmzondag op 10 Nissan. Exodus 12:5 zegt, dat op de veertiende dag van Nissan ieder gezin een lam moet komen offeren in Jeruzalem. Op de tiende dag, tijdens Palmzondag ging ook Jezus als het Lam van God naar Jeruzalem, naar de Tempel, het Huis van God. Wanneer Jezus overlijdt, is het de volgende joodse feestdag, Pasen, Nissan 14. En zijn wederkomst (het neerdalen van de heilige geest op de leerlingen) is op het volgende feest, Pinksteren, Shabu'ot, 50 dagen later, het feest van de oogst van de eerste vruchten van het land.
Alle bijzondere momenten in Jezus' leven gebeurden op een joodse feestdag, dus ook zijn geboorte moet op zo'n dag hebben plaatsgevonden. Het Hebreeuwse feestjaar begint met Pasen en eindigt met het feest van de Tabernakel (de Tent van samenkomst met God). Nisan 1 is het begin van het Hebreeuwse jaar. Veel mensen denken dat het Rosh Hassanah is, maar het Nissan 1. De Hebreeuwse kalender is een maankalender. Jezus stierf tijdens volle maan in het midden van Nissan.
Jezus' geboorte
Er kwamen magiërs bij Jezus, magiërs van Zoroaster uit Perzië, in het Hebreeuws de 'magim'. In Jesaja 60:1 staat: "Sta op, wees blij, want uw licht is gekomen, de glorie van God komt voor jou op. Kamelen zullen komen en schenken je goud en mirrhe. Zij brengen het goede nieuws over God." In Mattheüs 2:2 staat dat de magiërs kwamen en vroegen, waar de koning van de Hebreeën was geboren, want zij hadden in het Oosten zijn ster gezien en zij waren gekomen om hem te aanbidden.
Uit historische geschriften blijkt, dat koning Herodes in 4 voor Christus stierf. De magiërs moeten vóór die tijd in Judea zijn geweest en aan de hemel een teken hebben gezien, waardoor ze wisten dat er in Israël een koning moest zijn geboren.
In Daniël 2:48 staat dat de koning van Babylon Daniël aan het hoofd van de wijze mannen plaatste. Daniël moet in het verleden aan Persische magiërs over Jesaja hebben verteld en over de te verwachten Messias, de koning van Israël. Daniël zelf kreeg ook visioenen over de tijdperken en over de komst van Jezus, de 'Mensenzoon'.
Samenstand van planeten
In het jaar 6 v.Chr. was er aan de hemel een samenstand te zien van Jupiter en Saturnus, Venus en Mars, en Jupiter vertoonde een heen en weergaande beweging (door een drievoudige conjunctie). Jupiter is ook de planeet die voor het koningschap staat.
Volgens de Griekse astronoom/astroloog Ptolemaios is Judea verbonden met het sterrenbeeld Ram. Deze hele groep planeten ging in die tijd in de Dierenriem het sterrenbeeld Ram binnen en daardoor wisten de magiërs dat er in Judea een koning moest zijn geboren. Zo'n samenstand gebeurt maar eens in de zesduizend jaar. Nu gebeurde dit in de lente in 6 v.Chr.
Zacharias en de lente-equinox
In Lukas 1:5 staat, dat er in de tijd van Herodes een priester was met de naam Zacharias, uit de stam van Abija. Zijn vrouw Elisabeth (familie van Maria; zij zou de moeder worden van Johannes de Doper) was een van de dochters van Aäron. Zacharias zou zijn dienst voor God in de Tempel gaan vervullen. In het boek 1 Kronieken 24 staat de verdeling van de priesters. Zacharias was toen nummer acht. Er waren 24 weken te verdelen en hij kreeg door loting week acht.

Een boekrol uit de verzameling Dode Zeerollen
Dit betekent dat de priesterdienst begint op de dag van de equinox, de lente-evening, wanneer de dag even lang duurt als de nacht. In de Talmoed staat een overeenkomstige beschrijving en bovendien staat daar wie de tempeldienst had toen de Tempel in 70 n.Chr. door de Romeinen werd verwoest. Van daaruit kan worden teruggerekend naar de tijd van Jezus' geboorte en dat leidt tot de datum:
Nissan 1 in het jaar 6 v.Chr., wat op de huidige kalender 20 maart is, de lente-equinox!
In de archieven van het Vaticaan wordt een geschrift bewaard van kerkvader Hippolytus waarin staat, dat Jezus op Nissan 1 is geboren, maar wat later is veranderd in 25 december.
De Tabernakel (Tent van samenkomst met God) is de 'inwoning' van God bij het joodse volk. In Johannes 1:14 is te lezen: "Het Woord heeft vlees aangenomen en is bij ons komen wonen," is bij ons in zijn tabernakel, in zijn tent komen wonen. Het woord 'wonen in een tent' betekent: in een lichaam wonen. Ook de joodse Tabernakel werd in negen maanden gebouwd, de tijd tussen verwekking en geboorte.
In Exodus 40:2 staat: Je moet de Tent van samenkomst oprichten op de eerste dag van de eerste maand (Niassan 1). En die Tent van Samenkomst stelde in Jezus' tijd het lichaam van Jezus voor (waarin Gods geest bij ons kwam wonen).
Zo werkte alles in de geschiedenis samen om de geboorte van Jezus betekenis te geven en zo zal ook de tweede komst van Jezus (maar 'op hemelse wolken') zeker plaatsvinden." (einde video)
Jezus als kosmisch wezen
Hier wordt de geboorte van Jezus verbonden met de lente-evening en daarmee met de omloop van de zon om de aarde, met de vier jaargetijden: opbloei van de natuur, rijping, oogst, winter en dan weer de wederopstanding in de volgende lente. Voor dit levenbrengende en levenbestendigende verschijnsel van de jaargetijden werd al een god aanbeden, Tammuz, en zijn zinnebeeld was niet alleen de T, maar ook het zonnewiel. Tammuz werd door de eerste christenen voor Jezus ingewisseld want zijn zonnewiel was een rechtstreekse uitdrukking voor de hoofdletters I en X van Jezus' Griekse namen.
Door hun kosmische betekenis in de vorm van de omloop van de zon en de daarmee samenhangende jaargetijden, met het afsterven in de winter en de wederopstandig in de lente, werden door de toenmalige nieuwe christenen Tammuz en Mithras met Jezus gelijkwaardig geacht. De oude godsdiensten hadden daardoor nog zo'n grote invloed op de eerste volgelingen van Jezus, dat de toenmalige kerkleiders besloten de geboorte van Jezus te gaan vieren op de feestdag van Mithras op 24 december. Op die dag was duidelijk zichtbaar dat het licht van de zon na de winterzonnewende weer begon toe te nemen, wat een zinnebeeld was voor de overwinning op de duisternis door Mithras. Deze Persische Mitrasgodsdienst vertoonde een taai leven en kerkleiders besloten toen een kunstgreep toe te passen en verschoven de geboorte van Jezus (20 maart) naar de feestdag van Mitras (24 december), in de hoop dat dit Mithras zou doen vergeten.
De vraag is door welke ogen zijn léérlingen naar rabbi Jezus keken, zij maakten hem immers dagelijks mee. Mensen in die tijd begrepen nog weinig van het leven op aarde vergeleken met nu en het bestaan was daardoor vol geheimzinnige gebeurtenissen en dreigend gevaar. De hemel leek echter wél betrouwbaar te zijn door vaste kringlopen van gebeurtenissen, zoals de afwisseling van de vier dagdelen door de draaiing van de aarde en de vier jaargetijden door de omloop om de zon.

Een zonnewiel als muurschildering in de catacomben onder Rome, waar de eerste christenen bijeenkwamen.
Door de overeenkomst werd Jezus' sterven en zijn wederopstanding op de derde dag daarmee verbonden. Het zonnewiel werd het zinnebeeld van wat in de eerste eeuwen van het christendom in het middelpunt stond: Jezus' opstanding uit de dood!
Zijn leerlingen waren met dit teken vertrouwd, daar in het Oudhebreeuwse alfabet de 9e letter thêt deze vorm ⨂ had en de laatste letter taw deze ✛. De letters gaven ook de getallen weer en op het cijfer 9, de voltooiing volgde de 10 als een nieuw begin, de opstanding; wat ook gold voor de taw met getalswaarde 400, de 4 van de + en de honderd als de hemel.
Uit het zonnewiel, de thêt ⨂ en de taw ✛ kwam het 'Griekse', gelijkbenige kruis ✛ voort, het kruis van Jezus' opstanding en bewijs van eeuwig léven, voor zijn leerlingen na zijn overlijden dé vreugdevolle gebeurtenis, die de betekenis van zijn persoon en leer bevestigde.
Dít Griekse kruis werd door hen op alle christusikonen afgebeeld: achter zijn hoofd in zijn aureool, met daarin ✛-vormige versieringen, ook op de omslag van zijn leerboek; steeds wordt daarmee naar het eeuwige leven van zijn opstanding verwezen. Jezus houdt zijn wijs- en middelvinger omhoog, wat geestelijke leringen betekent (alleen de wijsvinger betekende: wereldse leringen).
Jezus werd door zijn volgelingen als Albeheerser en als Overwinnaar afgebeeld, als een geestelijke leraar met zijn leerboek en als navolgenswaardig voorbeeld. De gebeurtenissen die op het Laatste Avondmaal volgden, gevangenneming en terechtstelling, waren voor hen een verschrikking, die zij het liefst zo snel mogelijk wilden vergeten.
Hoe sterk het verband is tussen Jezus en de zon blijkt wel uit deze uitspraak van de geleerde en ziener Emanuel Swedenborg: "God is de Zon in de engellijke hemel."
(Goddelijke liefde en wijsheid, 108)
Kosmisch wezen en mensheidsleraar
In de Oudheid gold dat je de waarde van iemands leven kon kennen aan de wijze waarop die persoon aan zijn einde kwam. Daardoor werd door de leerlingen de aandacht niet op Jezus' terechtstelling, maar op zijn opstanding en overwinning van de dood gericht, en daarmee op zijn kósmische betekenis, die ook gold voor Tammuz en Mithras. Voor zijn leerlingen, die Jezus drie jaar persoonlijk hadden meegemaakt, stond zijn léér in het middelpunt. Daardoor worden op ikonen uit de eerste eeuwen twee belangrijke kenmerken van Jezus afgebeeld: als leraar door zijn leerboek en zijn belerende gebaar, en als kosmisch wezen door afbeeldingen van het zonnewiel in zijn aurwool en in allerlei viervoudige vormen, met het gelijkbenige kruis als grondslag.
Het is een kleingeestige gedachte om aan te nemen dat door een goddelijke ingreep Jezus werd geboren en daarmee iets nieuws bracht, dat het overige gedachtengoed in de mensheid ver achter zich liet en ongedaan maakte (afkeurend 'heidens' genoemd). In tegendeel, vanuit de geestelijke wereld kondigde Gods heilige geest door de joodse profeten heen meermalen zijn komst naar de aarde aan. Toen die in de mens Jezus bij de mensheid op aarde kwam wonen, behield de mens uit het verleden wat goed was, doordat kenmerken uit oude leringen in Jezus' leer werden herkend. Jezus bleek niet alleen de Tenach samen te vatten, maar verenigde ook al datgene uit andere godsdiensten in zich, die op een wijs inzicht in Gods schepping en het heil voor de mensheid berustten. Zo smolten bijvoorbeeld andere levensbeschouwingen met Jezus' leer naadloos samen in het toenmalige hermetisme en werd de Griekse filosoof Plato later als een voorloper van Jezus gezien.
terug naar het overzicht
terug naar het weblog
^