Het einde van het onderbewustzijn?
Moeilijke beslissing ophanden? Lang was het advies: laat dat maar aan je onderbewustzijn over, want met wikken en wegen maak je het jezelf alleen maar lastig. Toch komen onderzoekers daar de laatste jaren op terug. Het onderbewustzijn blijkt namelijk niet bepaald slim… als het al bestaat.
Tijdschrift Kijk, 10/2025
Tekst: Ronald Veldhuizen, wetenschapsjournalist
Onderzoek
Wat een buitenkans. Woningtekort of niet, er blijken studentenkamers vrij. Niet één of twee: maar liefst vier. Althans, dat is het verhaal waarmee studenten te maken krijgen in het experiment van psycholoog Ben Newell in Sydney. Tussen de kamers kiezen is ingewikkeld, want elke kamer heeft zeer uiteenlopende voors en tegens. De een is wel zo praktisch met een eigen keuken, de ander heeft juist een ruimere slaapkamer. Maar de studenten moeten nu kiezen, want het semester aan Newells University of South Wales begint binnenkort.
Hoe maak je zo’n keus? Goed nadenken is een optie. Maak bijvoorbeeld een lijstje met alle plus- en minpunten van elke kamer. Maar de heersende gedachte onder psychologen was heel lang: denk er juist niet te veel over na. Ga even iets anders doen en laat je onderbewustzijn intussen het probleem kraken. Dat heeft veel meer denkkracht dan het bewuste en maakt daardoor betere keuzes, stelde ook de Nederlandse psycholoog Ap Dijksterhuis in zijn boek Het slimme onbewuste. Hij raadde dan ook iedereen aan om niet té bewust na te denken over complexe beslissingen. Een auto aanschaffen of een huis kopen? Laat dat maar aan je onderbewustzijn over.
‘Onderbewuste gedachten’ gewoon bewust
Maar dat ziet Newell in zijn experiment niet gebeuren. Ongeacht de manier waarop de studenten beslissingen nemen door even iets anders te doen of door een bewuste afweging te maken, hun keus is telkens min of meer hetzelfde. Het onderbewuste kiest in elk geval niet beter. “Aan het begin van mijn onderzoekscarriére dacht ik, vrij naief misschien, dat het onderbewustzijn allerlei beslissingen kon nemen, maar nu blijkt het bewijs daarvoor niet bepaald sterk,” zegt Newell.
In zijn recente boek ‘Open Minded’ zette de cognitief psycholoog, samen met vakgenoot David Shanks van University College London, meerdere studies naar het onderbewuste op een rij. De verrassende conclusie? Wat onderzoekers aanvankelijk als onderbewuste gedachten bestempelden, blijken bij nader inzien toch gewoon bewuste gedachten te zijn geweest. Met dat inzicht is een flinke kentering in de psychologie ingezet, waardoor er voor het onderbewustzijn steeds minder plek overblijft.
Aha-momenten
Onderzoekers en filosofen mijmeren al eeuwen over het onbewuste, met oerpsycholoog Sigmund Freud voorop. Volgens hem was bijna al ons gedrag in de eerste plaats een onbewuste drang, waar pas op de tweede plek bewuste gedachten bij kwamen kijken. Wat dat betreft lijkt het volkomen logisch dat het onderbewustzijn een oceaan beslaat, met het bewustzijn daar slechts als dun laagje boven.
Ook in onze alledaagse ervaringen lijkt het onbewuste nooit ver weg. Niemand weet immers waar zijn of haar eigen gedachten vandaan komen of hoe ze vanuit het brein opborrelen. “Intuitief voelen gedachten vaak spontaan,” zegt Eric-Jan Wagenmakers, psycholoog en hoogleraar Methodenleer aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). “Denk aan die aha-momenten. Als ik met een probleem bezig ben, zie ik soms de oplossing niet meer, maar als ik even ga lopen, komt er ineens toch dat inzicht dat mijn probleem oplost. Blijkbaar is er iets gebeurd in de tussentijd. Als je niets weet van sociale psychologie, zou je inderdaad kunnen denken dat tijdens het lopen je onderbewustzijn voor je aan de slag is geweest.”
Maar in plaats van onbewuste gedachten kan er in de tussentijd ook iets anders in het brein zijn gebeurd, zegt Wagenmakers er meteen bij. “Misschien zat er een ander woord of gedachte in de weg, waardoor ik niet goed bij de oplossing kon komen. Pas op het moment dat ik die afleiding kwijt ben, is er ruimte om het bewuste denkwerk af te maken. Dat zou ook kunnen.”
Oppervlakkige redenatie
Het punt is, vindt Newell: je kunt van alles bedenken en het kan allemaal kloppen. De uitdaging voor wetenschappers is vooral om te onderzoeken welke verklaring het meest plausibel uitpakt. Hij vindt dat onderzoekers de verklaring onderbewustzijn “wel heel makkelijk van stal halen,” zonder echt te kijken wat daar nou precies achter zit. Die oppervlakkige redenatie is jarenlang door de vingers gezien. Achteraf blijkt zulk onderzoek nu onbetrouwbaar. Eigenlijk moeten die experimenten daarom worden herhaald, vindt Newell. Maar dan met ruimte voor andere verklaringen: zijn onbewuste beslissingen wel echt altijd onbewust? Kan er iets in de weg zitten als proefpersonen moeilijke keuzes moeten maken? Precies dat soort studies hebben Newell en Shanks de afgelopen tien jaar in kaart gebracht.
Codetaal
Een daarvan is een beroemd psychologisch experiment over onderbewust leren. In zo’n studie kunnen proefpersonen geld verdienen als ze een geheime codetaal van de onderzoekers weten te kraken. Het komt erop neer dat deelnemers verzonnen woorden te zien krijgen, die in bepaalde volgordes ‘goed’ zijn en in andere volgordes ‘fout’. De onderzoekers leggen de regels niet uit, maar met een paar oefenrondes zou je het als proefpersoon moeten oppikken, net zoals grammaticaregels. Hoe meer woordvolgordes je als deelnemer correct aanwijst, des te meer geld je krijgt. Mensen kunnen dit vrij goed, zo blijkt.
Vroeger dachten onderzoekers dat proefpersonen dit soort regels met hun onderbewustzijn aanleerden. Want als de proefpersonen moesten uitleggen welke grammaticaregels de wetenschappers hadden bedacht, zeiden ze vaak geen flauw benul te hebben. “Maar nu zien we dat anders,” legt Newell uit, “Die proefpersonen zijn vaak psychologiestudenten en die willen niet dom overkomen als een ervaren wetenschapper vragen stelt. Dus zeggen ze liever dat ze het niet weten dan dat ze het verkeerde antwoord geven.”
Toch blijken studenten eigenlijk heel goed te weten wat ze doen. “Als je directe vragen stelt, bijvoorbeeld of de letters ‘a’ en ‘t’ gevolgd mogen worden door een ‘t’ en ‘v’, dan geven proefpersonen vaak gewoon de goede antwoorden. Dat wijst erop dat ze bewust toegang hebben tot hun afwegingen.” Niks onbewusts dus.
Replicatie-crisis
Ook in andere studies waren psychologen iets te enthousiast over het onderbewustzijn, ontdekten Newell en Shanks. Bijvoorbeeld: in keuze-experimenten voor een studentenkamer, huis of auto, waren het de wetenschappers die vooraf bepaalden welke kamer, huis of auto ‘de beste’ zou zijn. In combinatie met de kleine groepen proefpersonen - twaalf per beslisgroepje - maakte dat de kans op een afwijking nogal groot. Als de groep die bewust moest nadenken toevallig nét iets minder vaak voor de ‘ideale’ keus ging, konden de onderzoekers al gauw concluderen dat onbewust nadenken ‘beter’ was.
Herhaal je zulk onderzoek met meer proefpersonen en mogen zij vooraf zelf aangeven wat ze belangrijk vinden bij zo’n keus, zoals Newell deed met het studentenkamerkeuze-onderzoek, dan blijken proefpersonen meestal vrij consistent te kiezen voor wat ze zelf aangaven dat ze belangrijk vonden of ze nou werden afgeleid of niet. En methodologiehoogleraar Wagenmakers en zijn team herhaalden in 2015 het appartementen-en-auto-onderzoek met grofweg vierhonderd proefpersonen. Ook zij zagen geen voordeel aan onbewust nadenken, schrijven ze in het blad Judgment and Decision Making.
Dat maakt het verhaal een typisch voorbeeld van de zogeheten replicatiecrisis. Tot voor kort kregen vooral de meest spraakmakende vondsten uit de wetenschap de meeste aandacht, ook van onderzoekers zelf, Maar vaak blijken zulke studies klein opgezet en vinden andere onderzoekers niet dezelfde resultaten wanneer ze de studie herhalen. Met andere woorden: ze repliceren niet. Onbewust denken hoort daar nu langzaam maar zeker ook bij, zegt Wagenmakers.
Flitsdenken
En dus? Maken we dan nooit een keus waar we ons niet bewust van zijn? Zo ver willen de experts nou ook weer niet gaan. Schrijver Malcolm Gladwell maakte met zijn bestseller Blink de flitskeuze wereldberoemd en die staat nog deels wel overeind, zeggen de onderzoekers.
Denk maar aan schaken, zegt cognitief neurowetenschapper Simon van Gaal van de Universiteit van Amsterdam. “Mensen die goed zijn in schaken, hoeven maar twee seconden naar het bord te kijken en dan weten ze gewoon in één keer: dit is best wel een goede zet. Terwijl mensen die niet goed kunnen schaken... Tja, die moeten dat allemaal eerst gaan zitten analyseren.” Flitsdenken is niet hetzelfde als onbewust denken, maar is er wel jarenlang voor aangezien. In feite komt het neer op patroonherkenning, betoogt Van Gaal, net als Newell en Shanks. Niet alleen schakers kunnen het, maar iedereen die wel eens op de fiets zit of een auto bestuurt, doet het ook. Het verkeer is een allesbehalve simpele situatie, maar toch hebben veel verkeersdeelnemers binnen een oogwenk door wat de situatie inhoudt en wat ze ermee willen. Mensen putten tijdens flitsbeslissingen uit hun ervaring en expertise, zegt Van Gaal.
In zijn Conscious Brain Lab legt hij proefpersonen in de hersenscanner terwijl ze heel snel uit bijvoorbeeld gezichten moeten kiezen. “Dan zie je die patroonherkenning,” legt hij uit. “Ze vallen terug op wat ze eerder hebben geleerd.” Die ervaring opdoen kost wel degelijk uren of zelfs jaren, in het geval van schaken. Maar daarna is het een kwestie van de situatie om je heen vergelijken met de situaties die in je geheugen zijn opgeslagen.
Van Gaal: “Dat is een zinvollere verklaring dan als je zegt: hé, er is iets onbewusts gaande, een ‘black box’. Dat laatste klinkt misschien spannender en leuker, maar je kunt er weinig mee.” Omdat flitsbeslissingen zo snel gaan, zonder dat we erbij stilstaan, kan het lijken alsof er iets magisch gebeurt, zoals een onderbewustzijn dat hard voor ons werkt. Maar in feite gebruiken we gewoon een geheugentrucje.
Een andere, nog niet onderzochte verklaring voor waarom het soms voélt alsof ons onderbewustzijn hard werkt, zegt Newell, is dat mensen vergeetachtig zijn. Een bewuste gedachte komt en gaat. “Dat is geen onbewust denken, maar een kwestie van bewust denken en later weer vergeten,” zegt hij.
Nachtje slapen
Toch blijft er enige mysterie over. In het brein is nog wel plek voor het onbewuste, zegt Van Gaal. “In mijn veld werken we met heel basale onbewuste stimuli. We laten proefpersonen in een flits iets zien op een scherm, Zoals een plaatje van een huis of een gezicht, en hoe hard je ook je best
doet, je zult het nooit zien. Dat definiéren wij als onbewust.” En wat blijkt: die snelle flitsjes hebben héél kort een kleine invloed op een taak die je meteen daarna doet. Daarnaast ziet Van Gaal bij proefpersonen die niets denken waar te nemen, toch dat de hersenen actief zijn als ze die onbewuste stimulus verwerken. Maar hij benadrukt dat de invloed van zo’n stimulus op een woordtaakje “een heel klein effect” is “dat ook nog eens snel weer verdwijnt”. Interessant om te begrijpen hoe het brein informatie verwerkt, maar bij lange na niet geschikt is om, pak ’m beet, te bepalen welke auto je het best aanschaft. Voor wie twijfelt, is er natuurlijk niets mis met een nachtje erover slapen.
De flitsreclame in de bioscoop
Nietsvermoedend zat het publiek klaar in de bioscoopzaal in New Jersey. Op de filmrol - het was 1957 - had marketingonderzoeker James Vicary een boodschap verstopt: ‘Drink Coca-Cola’ of ‘Honger? Eet popcorn’. De boodschappen zouden elke vijf seconden slechts één drieduizendste seconde te zien zijn geweest. Vicary beweerde dat het een succes was: hij zag de colaverkoop met ruim 50 procent toenemen. Maar andere psychologen roken onraad - het lukte ze niet om het effect te repliceren.
Journalisten ontdekten dat het onderzoek zelfs nooit had plaatsgevonden: niemand die destijds bij de bioscoop werkte, herinnert zich een bezoek van Vicary of een opdracht om de filmrol te verwisselen. Inmiddels zijn psychologen er stellig van overtuigd dat flitsreclame te omstachtig is voor het brein. Een hele reclameboodschap zou door het onderbewustzijn helemaal moeten worden verwerkt, zonder dat je het merkt dus. En daarvoor bestaan juist steeds minder aanwijzingen.
Geraadpleegde bronnen:
Ben R. Newell en David R. Shanks: Open minded, The MIT Press (2023)
Mark R. Nieuwenstein e.a.: On making the right choice: A meta-analysis and large-scale replication attempt of the unconscious thought advantage, Judgement and Decision Making (januari 2015)
[Freuds onderbewuste
Freud was een materialistisch denkende arts. Hij zat achter zijn schrijftafel verklaringen te bedenken voor zijn ervaringen met hysterische patiënten en bedacht zelf de woorden die hij kon gebruiken om zijn patiënten duidelijk te maken, wat er met hen aan de hand was. Hij bedacht ‘het onbewuste’ en ‘het onderbewuste’. Hij heeft ook overwogen om ‘het voorbewuste’ in te voeren, maar zag daar later van af.
Door het waarnemingsvermogen te gebruiken kan de menselijke geest een onderwerp in zich opnemen en komt daardoor in de geestestoestand te verkeren ‘zich van iets bewust te zijn’. Het is de geest die op dat tijdstip ‘het bewuste’ is, want ‘de wetende’ is (zich van iet ‘bewust te zijn’ is immers van iets ‘weet te hebben’)
Als de menselijke geest - om wat voor redenen ook - iets niet kan of wil waarnemen, dan verkeert de geest in een geestestoestand ‘onwetend te zijn’, met andere woorden ‘onbewust te zijn’ van dat iets. In heel de schepping is de geest degene die ‘de wetende’ of ‘de onwetende’ is, de ‘zich van iets bewuste’ of de ‘zich niet van iets bewuste’. De geest is dan datgene, wat ‘onbewust is’.
‘Zich van iets bewust zijn’ is immers een werkwoord en er moet dus iemand zijn die in de werkzame toestand verkeert ‘zich van iets bewust’ of ‘zich onbewust te zijn’.
In de toestand ‘zich van iets onbewust te zijn’ is dat iets het voor die geest ‘het onbekende’. Waarvan de geest ‘zich niet bewust is’, is voor de geest ‘onbekend’.
Freud verwisselde achter zijn schrijftafel dat ‘onbekende’ met ‘onbewuste’. Van datgene, waarvan je je niet bewust bent, weet je niets. En je kunt er zeker niet van zeggen dat het ergens ‘onder’ zou zijn. De uitdrukking ‘het onderbewuste’ is louter een verzinsel.
Toch is deze betekenisloze nieuwvorm tientallen jaren lang ook in academische kringen in zwang geweest. Freek]
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^