Jezus zelf als leergang
Johannes 14:6-7 Jezus zei: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen... [en]
Joh. 14:20 Dan zul je begrijpen dat ik in mijn Vader ben, dat jullie in mij zijn en dat ik in jullie ben.
De betekenis van wat Jezus ons daar leert, wordt verduidelijkt door een tekst in de Handelingen van de schrijver Lukas:
Handelingen 17:27-29 Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van niemand van ons ver weg is. Want in God leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen (Griekse) dichters hebben gezegd: "Uit hem komen ook wij voort." Maar als wij dan uit God voortkomen...
Wat daar staat beschreven, geeft weer, wat mijn persoonlijke ervaring is, dat de menselijke geest een verdichting uit en in de goddelijke algeest is en dat dat door de ervaring van de mysticus Jozef Rulof voor alle menselijke geesten geldt (zie zijn 'Het ontstaan van het heelal' in het Literatuuroverzicht). Maar doordat het met de menselijke geest nog niet is geworden wat het - door geestelijke ontwikkeling - zou kunnen zijn, is de geestesgesteldheid van de menselijke geest nog niet in overeenstemming gekomen met die van de goddelijke algeest. Als die overeenstemming door ontwikkeling is bereikt, is er ook de liefdevolle verbinding met de algeest en door de algeest heen met alle menselijke geesten.
De heilige geest Gods die in de mens Jezus bij ons op aarde is geweest, is een verdichting uit en in de algeest - net als de menselijke geest - maar dan een verdichting waarin de algeest in volledig ontwikkelde vorm, de vorm van de algeest, aanwezig is.
Vandaar dat Jezus zegt dat hij - nu in de tijdelijke toestand waarin de menselijke geest verkeert - een ontwikkelingsmogelijkheid inhoud, dat is die van de levensweg, de weg naar de waarheid en het eeuwige leven, de toestand die in hem alreeds aanwezig is. Alleen door een geestelijke ontwikkelingsweg te gaan, kun je je als menselijke geest omvormen, tot jouw geestesgesteldheid in overeenstemming is gekomen met die van de goddelijke algeest, de Vader, zoals die in Jezus al aanwezig is.
Dat is de toestand, dat in de menselijke geest de geestelijke vermogens door bewust en beheerst gebruik zijn uitgegroeid tot het geweten en de deugden, de toestand, waarin je uit jezelf, uit liefde je medemensen wilt behandelen alsof het jezelf betrof; en aangezien ook zij door verdichting uit en in God zijn, verbindt je je door hen ook met God... en kom je tot de toestand van onze Vader, de goddelijke algeest en ben je daarmee verbonden.
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^