Gods heilige geest in de Tenach
De laatste profeet uit de Tenach, Johannes, getuigde van het ware, goddelijke licht, dat iedere mens verlicht en dat vanuit de hemel als een mens naar de wereld is gekomen.
Gods heilige geest - die één keer in Jezus bij ons is geweest - wordt ook in de joodse Tenach al meerdere keren genoemd. Hieronder een twintigtal vindplaatsen. Gods heilige geest, die daarna in het Nieuwe Testament wordt genoemd, is hiervan een voortzetting. Niet alleen Jezus zelf, maar ook de eerste christenen waren joden, die vanuit hun vroegere geloof doorgingen met daarnaast de leer van Jezus, want van het begrip 'christenen' hadden zij nog geen weet (dat kwam pas 70 jaar later in Antiochië).
Gods heilige algeest (door Jezus de Vader genoemd) vertoont zich als werkzame heilige geest aan de mens om die te begeleiden, zoals bij de joodse profeten duidelijk is gebeurd; één keer is Gods heilige geest in de mens Jezus (een geestestoestand die door Jezus de Zoon werd genoemd) bij ons op aarde geweest. De goddelijke algeest is één geest, die zich op verschillende wijzen aan de mens vertoont.
Dat Gods geest uit drie personen zou bestaan, de zogenaamde 'drie-eenheid', is een onbijbels denkbeeld.
Genesis 1:1-3
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed en over het water zweefde Gods geest. God zei: "Laat er licht zijn," en er was licht.
Exodus 31:1-6
God zei tegen Mozes: 'Ik heb mijn keuze laten vallen op Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda. Ik heb hem vervuld met goddelijke geest, met wijsheid, vakmanschap en inzicht op allerlei gebied. [met andere woorden: met geestelijke vermogens]
Richteren 3:9-10
De Israëlieten riepen God te hulp en God zond iemand om hen te bevrijden: Otniël, een zoon van Kalebs jongere broer Kenaz. Gedreven door de geest van God leidde hij Israël als rechter.
Richteren 6:33-34
Toen kwam de geest van God over Gideon.
Richteren 11:29
Toen werd Jefta gegrepen door de geest van God.
Richteren 13:24-25
Tussen Sora en Estaol, waar de Danieten hun tenten hadden opgeslagen, werd Simson voor het eerst door de geest van God tot daden aangezet.
2 Kronieken 16:9
God laat voortdurend zijn ogen over de aarde rondgaan en biedt iedereen hulp die Hem met heel zijn hart is toegedaan.
De gerichtheid van Gods aandacht en toewijding is Gods heilige Geest.
2 Kronieken 20:14-15
Toen kwam in het midden van de gemeente de Geest van God op de Leviet Jachaziël...
1 Samuel 10:6-7
Op dat moment zal de geest van God in je komen. En dan ga je spreken als een profeet. Je zult een ander mens worden. Als al die dingen gebeuren, kun je doen wat je wilt. Want God is bij je.
1 Samuël 16:13 *)
(De zalving van David tot koning door Samuël)
Samuël nam de hoorn met olie en zalfde David te midden van zijn broers. Van toen af aan was hij doordrongen van de geest van God.
Psalmen 51:13 *)
Voor de koorleider. Een psalm van David (na beschuldiging door de profeet Nathan)
Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig,
verban mij niet uit uw nabijheid, neem uw heilige geest niet van mij weg.
Psalmen 143:10
Leer mij uw wil te volbrengen, U bent mijn God,
laat uw goede Geest mij leiden over geëffende grond.
Jesaja 11:1-2
Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
De geest van God zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en hoogachting voor God. [met andere woorden: een geest met geestelijke vermogens]
Jesaja 12:6
Verheugt u en juicht, gij die Sion bewoont,
want Israëls Heilige woont in uw midden.
Jesaja 40:25
Met wie wil je mij vergelijken, zegt de Heilige, aan wie ben ik gelijk te stellen?
Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?
Jesaja 41:14
Ikzelf ben uw helper, zegt God, Ik ben uw Verlosser, de Heilige van Israël.
['helper', 'verlosser': m.a.w. de parakleitos en Jezus worden aan Jahweh, de naam van God in de Tenach, gelijk gesteld]
Jesaja 41:20
Dan zullen zij zien en erkennen, volledig verstaan en begrijpen, dat de hand van God dat heeft gedaan, dat Israëls Heilige dat heeft geschapen.
Jesaja 63:11-12
Toen dacht Hij aan de dagen van weleer, aan Mozes en zijn volk. Waar is Hij die zijn volk door de zee voerde, waar zijn de herders van zijn kudde? Waar is Hij die hen 'bezielde' met zijn heilige geest?
Die Mozes terzijde stond met zijn luisterrijke arm, die voor hen het water kliefde om zich een eeuwige naam te verwerven?
Ezechiël 2:2
In die dagen kwam de Geest over mij en sprak tot mij.
Ezechiël 11:19-20
Dan zal Ik hun een ander hart geven en een nieuwe geest; Ik zal hun versteende hart uit hun lichaam halen en hun er een levend hart voor in de plaats geven. Dan zullen ze zich houden aan mijn bepalingen en mijn regels naleven. Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn.
Ezechiël 36:23
Ik zal [...] door u aan de volken tonen dat Ik de Heilige ben; zo zullen de volken erkennen dat Ik God ben, [...]
Ezechiël 36:26-29
Ik zal jullie een nieuw hart en een nieuwe geest geven, Ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. Ik zal jullie mijn geest geven en ervoor zorgen dat jullie je aan mijn bepalingen houden en mijn regels naleven.
Ezechiël 37:13-14
Mijn volk, als Ik je graven open en jullie uit je graven laat komen, zullen jullie beseffen dat Ik God ben. Ik zal jullie mijn geest geven zodat jullie weer tot leven komen.
Wijsheid van Jezus Sirach 1:1-7 (Ned. Bijbelgenootschap)
Als Gods heilige geest onderwijst de wijsheid de mensen.
Wijsheid van Jezus ben Sirach 9:17
Wie kan uw bedoelingen kennen als U niet zelf wijsheid schenkt en uw heilige Geest naar beneden zendt?
Nehemia 9:19-20
Maar liefdevol als U bent, hebt U hen zelfs toen, daar in de woestijn, niet verlaten. Boven hen stond steeds de wolkkolom om hun bij dag de weg te wijzen, en 's nachts was er de vuurzuil die de weg verlichtte waarlangs ze moesten gaan. U gaf hun uw goede geest, en zo verkregen ze inzicht; U stilde hun honger met manna.
Hosea 11:9
... want Ik ben God, Ik ben geen mens, Ik ben de Heilige in uw midden.
Lukas 1:15
De priester Zacharias doet dienst in de Tempel, als een Engel aan hem verschijnt en meedeelt, dat zijn vrouw een kind zal krijgen, de latere Johannes de Doper, die als de laatste profeet van de Tenach wordt gezien. De engel zegt o.a.: "Hij zal groot zijn in de ogen van God en wijn of bier zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is.
2 Petrus 1:20-21
Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.
Bron o.a. De Levensschool - De Heilige Geest in het Oude Testament.
-----------------------------
Een verbindingstekst van Gods heilige geest van de Tenach naar het Nieuwe Testament is o.a. te vinden in het Evangelie van Johannes 1:1-34
In dit tekstgedeelte wordt beschreven dat het Woord mens is geworden. In de Griekse tekst staat het woord 'Logos', dat niet alleen 'woord' betekent, maar: woord, taal, denken, verstand, spreken. M.a.w. het heeft de betekenis: 'geestelijke werkzaamheid'. De 'geestelijke werkzaamheid Gods' heeft alles geschapen, ook de mens en is daarna lichamelijk bij ons op aarde geweest als de geest in de mens Jezus, doordat de goddelijke algeest in zichzelf een geest zoals de menselijke geest verdichtte, maar dan een waarin alle vermogens van de goddelijke algeest nog geheel aanwezig zijn.
Johannes beschrijft dat de geest Gods, zoals die ook in de Tenach wordt beschreven, ook in de mens Jezus is neergedaald.
Het Hebreeuwse woord voor 'woord': dabar, betekent naast 'woord' ook nog eens 'ding', 'zaak' of 'daad'. Het Hebreeuwse 'woord' is dus een dadenverrichtend woord, een woord dat kan worden aanschouwd als het in vervulling gaat, als er mensen zijn die het tot uitvoer brengen of als er een God is in de vorm van de goddelijke algeest, die in zichzelf een gedachte denkt en uitspreekt, en daardoor in zichzelf als geest die gedachte vorm geeft als een denkbeeld, een lichtbeeld in zichzelf.
Johannes 1:1-18
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord ['de geestelijke werkzaamheid'] was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware [geestelijke] licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.
[Johannes getuigde van het ware, goddelijke licht, dat iedere mens verlicht en dat vanuit de hemel als een mens naar de wereld is gekomen.]
Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: 'Hij is het over wie ik zei: "Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!"' Uit zijn overvloed hebben wij allen opnieuw genade ontvangen: de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust [die in de schoot van de Vader is], heeft Hem doen kennen.
Joh. 1:29-34
De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: "Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het over wie ik zei: 'Na mij komt iemand die meer is dan ik, want Hij was er vóór mij.' Ook ik wist niet wie Hij was, maar ik kwam met water dopen opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden."
En Johannes getuigde: "Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. Nog wist ik niet wie Hij was, maar Hij die mij gezonden heeft om met water te dopen, zei tegen mij: 'Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten, dan is dat degene die doopt met de heilige Geest.' En dat heb ik gezien, en ik getuig dat Hij de Zoon van God is."
Het woord 'zoon' is in het Hebreeuws 'ben', dat ook de betekenis heeft: hij die iemand toebehoort. Zo werden ook de leerlingen van een profeet 'zonen van de profeet' genoemd.
Ook het begrip 'zoon van God' komt al in de Tenach voor, getuige deze tekst uit:
Wijsheid van Jezus ben Sirach, 2:12,17-19
"Laten we voor de rechtvaardige een valstrik leggen, want hij is ons alleen maar tot last. Hij dwarsboomt ons in alles wat we doen, hij verwijt ons dat we de wet overtreden en houdt ons voor dat we verloochenen wat ons geleerd is."
"Laten we zien of hij gelijk heeft en afwachten wat er bij zijn dood gebeurt. Als de rechtvaardige echt een zoon van God is, zal die hem toch te hulp komen en hem uit de greep van zijn vijanden redden? Laten we hem aan geweld en marteling onderwerpen om te zien of hij echt zo zachtmoedig is, laten we zijn uithoudingsvermogen op de proef stellen."
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^