Het bijbelboek Tobit


Het verhaal van Tobit en zijn zoon Tobias komt wat de strekking ervan betreft met het verhaal van Job overeen: ook Tobit is een vrome man die door God wordt beproefd met blindheid, nog wel veroorzaakt doordat hij goed deed. Maar hij blijft zoals Job bij zijn vertrouwen in God, ook als zijn vrouw hem zijn vroomheid verwijt.
Uiteindelijk wordt hij door een vreemdeling, die later de engel Rafaël blijkt te zijn, genezen - hij wordt weer 'ziende': hij heeft een stap gezet in zijn bewustwording, wat ook datgene is, wat tot Job doordringt.

Tobit 12, 1 + 5-15 + 20
Toen het bruiloftsfeest voorbij was, riep Tobit zijn zoon Tobias en zei tegen hem: "Jongen, betaal je reisgenoot zijn loon uit en geef hem ook een extra bedrag."
Tobias riep Rafaël en zei tegen hem: "Neem als loon de helft van alles wat je hebt meegebracht; moge het je verder goed gaan."
Toen nam Rafaël Tobit en Tobias apart, en hij zei tegen hen: "Prijs God, dank Hem ten overstaan van alle mensen voor al het goede dat Hij jullie heeft gebracht. Prijs Hem, bezing zijn Naam. Vertel aan iedereen wat Hij heeft gedaan, geef Hem de eer en wacht niet om Hem te danken. De geheimen van een koning kunnen beter verborgen blijven, maar wat God doet moet bekend worden gemaakt en tot zijn eer worden geroemd.
Doe het goede, dan zal het kwaad je niet treffen. Een gebed vanuit een oprecht gemoed en een gift uit eerlijk verworven bezit zijn beter dan oneerlijk verkregen rijkdom. Het is beter anderen te helpen dan goud op te hopen. Vrijgevigheid redt je van de dood en neemt al je zonden weg.
Wie anderen helpt zal lang leven, maar wie zondigt en onrecht doet is de vijand van zijn eigen bestaan.

Ik zal jullie de waarheid vertellen en niets voor jullie achterhouden. Zei ik niet dat men de geheimen van een koning verborgen moet houden, maar Gods daden bekend moet maken en roemen? Toen jij, Tobit, bad, en toen Sara bad, was ik het die jullie gebeden voor de troon van God in herinnering bracht. Hetzelfde deed ik toen jij de doden begroef. En toen je zonder aarzeling je maaltijd verliet om die dode te begraven, werd ik naar je toe gestuurd om je op de proef te stellen. Maar God stuurde me ook om jou en je schoondochter Sara te genezen.
Ik ben Rafaël, een van de zeven engelen die mogen naderen tot de troon van God en in zijn nabijheid mogen verkeren. Nu dan, prijs God hier op aarde, dank God. Ik ga nu terug naar Hem die mij heeft gestuurd. Stel alles wat jullie hebben meegemaakt te boek."
En Rafaël steeg op naar de hemel.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^