Menora


De menora als levensboom
Exodus 25 Het heiligdom, 25:33-40 en 37:17-24 de Menora

In deze bijbelteksten wordt de joodse 'menora' (kandelaar) duidelijk omschreven als een levensboom: het is een gestileerde afbeelding van de bloeiende amandelboom, de boom, die in de lente als eerste uit zichzelf tot leven kwam en vanuit het schijnbaar dode hout bloesems vormde... redenen waarom Jezus' leerlingen zijn leer over het eeuwige leven met de levensboom verbonden.

De kandelaar Exodus 25:33-40

Bron afbeelding: Wikipedia, (dit is een
uitsnede uit) Arch of Titus Menorah
(door mij bijgewerkt)
"Maak een kandelaar van zuiver goud. De voet, de schacht [stam], de kelken, knoppen en bloemen moeten uit één stuk worden gedreven. De schacht moet zes zijarmen [takken] hebben: drie aan de ene kant en drie aan de andere kant.

De amandelboom
Deze armen moeten worden versierd met amandelbloesem; breng op elke arm drie kelken aan met een knop en bloemblaadjes, telkens op dezelfde manier. Ook de schacht moet worden versierd met amandelbloesem: vier kelken, elk met een knop en bloemblaadjes. Waar de armen uit de schacht komen, moeten eveneens knoppen worden aangebracht: één onder het eerste paar armen, één onder het tweede paar en één onder het derde paar. De hele kandelaar, met de zes armen en knoppen, moet uit één stuk zuiver goud worden gedreven.

Maak er zeven lampen voor en zet die er zo op, dat het licht naar voren valt. De snuiters en bakjes moeten ook van zuiver goud zijn. Gebruik voor de kandelaar en voor de bijbehorende voorwerpen een talent zuiver goud. Houd je bij het maken ervan aan het ontwerp, dat je hier op de berg is getoond."
[Er wordt verondersteld dat dat de 'brandende braamstruik' is die Mozes zag, het gaat daardoor om een afbeelding van een geestelijk stralende boom.]

Voor de zeven olielampen werd olijfolie gebruikt; vandaar dat het wapen van Israël een voorstelling is van een menora in het midden met twee olijftakken aan de zijkanten. De boom als levensboom stond in het midden van het leven in Israël.

Duidelijk is dat het gaat om een 'levensboom', die licht geeft, dat is: het leven vertegenwoordigt, en waarvoor de amandelboom als voorbeeld is gekozen; dat is namelijk een boom die voedzaam is en daardoor leven geeft, en waarvan de bloemen uit het kale hout komen, voordat de bladeren er zijn. De boom komt tot leven vanuit het (schijnbaar) dode hout en is daardoor 'uit zichzelf levend', is... het eeuwige leven!
Op dat laatste wordt bij de beschijving ervan in Exodus de nadruk gelegd, want de stam en de takken moeten met 'amandelbloesem' worden versierd: "... breng kelken aan met een knop en bloemblaadjes..." Het gaat om een bloeiende levensboom. Als rechtgeaarde Jood is Jezus hiermee bekend geweest en zijn leerlingen ook, vandaar dat zijn leer over het eeuwige leven met de betekenis van de levensboom en de menora werd verbonden.

Zie in verband hiermee ook de 'verdorde vijgenboom' als zinnebeeld van de ontaarde tempeljoden in Jeruzalem.

Andere bijbelsteksten i.v.m. de Levensboom:

Psalmen 1:3
[Wie Gods richtlijnen volgt...]
Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet,.
Alles wat hij doet komt tot bloei.

Spreuken van Salomo 3:15-18
Alles wat je ooit zou kunnen wensen, valt bij de wijsheid in het niet.
Met haar ene hand schenkt ze een lang leven, eer en rijkdom geeft ze met haar andere hand.
De wegen van de wijsheid zijn lieflijk, al haar paden vredig.
Ze is een levensboom voor wie haar omhelst, wie haar omarmt, mag zich gelukkig prijzen.

11:29-30
Wie have en goed verwaarloost, krijgt er wind voor terug, zo'n dwaas wordt de slaaf van een wijze. Een rechtvaardig mens plant een levensboom, wie wijs is, neemt veel mensen voor zich in.

13:12
Almaar onvervulde hoop maakt ziek, vervuld verlangen is een levensboom.

Johannes 15:4-5
Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen. Maar zonder Mij kun je niets doen.

Openbaring 2:7
Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint, zal Ik laten eten van de levensboom, die in Gods paradijs staat."

22:1-2
Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam en stroomde dwars door de stad. Aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing.

Dat het begrip 'levensboom' in de eerste eeuwen van het christendom nog steeds leefde, is te zien op deze afbeelding van Cornelius, die paus was van 251 tot 253. Van het later ontstane denkbeeld dat God een persoon zou zijn die uit drie personen bestaat, was toen nog geen sprake.
In zijn linkerhand houdt Cornelius zijn staf vast met daarop een levensboom met zeven takken, net zo'n heilig getal als het getal tien van het aantal knoppen.
De gesp van zijn kleed is duidelijk viertallig.
Op zijn pauselijke tiara (die van latere datum is dan de 3e eeuw) bevindt zich een bol met een vierbenig kruis.


terug naar de woordenlijst M

terug naar Cook, de Levensboom

terug naar het weblog







^