De Kelten en Armenië - knopen en kruisen


De Kelten waren een volk, dat in de eeuwen vóór het christendom in grote delen van Europa woonde (Hallstatt-cultuur, ijzertijd). Daarna vermengden zij zich met andere volkeren of werden door hen verdreven, waardoor zij zich in de eerste eeuwen van het christendom alleen konden handhaven in gebieden in het Noord-Westen van Europa: Schotland, Wales, Ierland en Bretagne. Daar heeft hun aparte cultuur zich tot op heden kunnen handhaven, omdat iedereen de kosmische, eeuwige waarde ervan aanvoelt. Zij waren er zeer in bedreven om op meetkundige wijze hun godsdienstige levensbeschouwing vorm te geven in steen; een levensbeschouwing die door priesters met de naam druïden werd gedragen.

De Keltische knoop
Dit zinnebeeld is een 'Dara Celtic Knot'. Het woord 'dara' komt van Keltisch 'doire', dat eik betekent. De eik was de heilige boom van de druïden: de boom heeft een krachtig wortelstelsel in de aarde en een grote kruin in de hemel, met elkaar verbonden door een stevige stam; de bladeren vallen pas in het voorjaar af, het hout is zeer duurzaam, het brandt lang en rustig, en geeft veel warmte. De boom wordt honderden jaren oud en overleeft meerdere generaties.
Het beeld van de boom in het algemeen verbindt hemel en aarde, de geestelijke en stoffelijke wereld en was daardoor hét teken van de druïden.
Deze knoop heeft een cirkelvorm met drie cirkels, die lichaam, ziel en geest weergeven; daarin een gelijkbenig kruis, beeld van de vier jaargetijden en vier dagdelen, van de vier windstreken en vier elementen.
Klik hier voor de zinnebeeldige betekenis van het begrip 'boom'.

Er bestaat een groot aantal verschillende Keltische knopen. Deze heeft een cikelvorm met daarin een gelijkbenig kruis en een vierkant, beschreven door een lijn zonder begin of eind, wat op de eeuwige oneindigheid wijst.
De in elkaar gevlochten lijn geeft de verstrengeling van de kosmos, aarde en mens weer, van de geestelijke en stoffelijke wereld, en van de mens met zijn voorouders.

Een eenvoudige Keltische knoop, waarbij in het midden de lijnen beurtelings over elkaar heen en onder elkaar door lopen.
Het teken kwam in de oudheid al voor.
Daaronder een Keltisch vierkant, ook wel genoemd Keltische heraldische knoop of Bowens knoop; ook wel 'teken voor bezienswaardigheid' (in Scandinavë).

Het teken kwam in de oudheid al voor. Het is uit de knoop ontwikkeld door die 45° te draaien en de lijnen in het midden uit te trekken waardoor het vierkant groter wordt en de lussen kleiner.

Een Keltisch vierkant met in het midden een levensboom gevormd en omringd door Keltische knopen. De steen is gevonden in Georgië, buurland van Armenië.

Het Keltische kruis
De Kelten staan ook bekend om het Keltische kruis. Dit bestond in het Midden-Oosten (Armenë) al vóórdat de Kelten tot het christendom overgingen. Hun kruis is in feite een paal, waarop een gelijkbenig kruis met een zonnewiel is bevestigd; voor de priester had die paal de vorm van het handvat, waarmee hij of zij het gelijkbenige kruis met zonnewiel kon vasthouden.
De kosmische betekenis van hun zonnewiel is: de natuur geeft in de herfst vruchten en sterft dan af, om in de lente uit zichzelf weer tot leven te komen, waardoor zij de betekenis van Jezus' sterven aan het kruis om op de derde dag weer tot leven te komen, onmiddellijk begrepen en aannamen. Zij versierden daarom hun evangelieboeken met Keltische knopen.

Dit kruis toont de zon in het midden ervan, met op de vier benen een aanduiding voor de zon in de lente, zomer, herfst en winter, of de zon in de ochtend, namiddag, avond en nacht. Met een lijn zonder begin of einde is alles met elkaar verbonden tot een eeuwige eenheid.
Op de vier zonnen het bekende Keltische vierkant ⌘.

Aan dit kruis is duidelijk te zien dat het is opgebouwd als een zonnewiel op een paal. Ook hier weer de lijn zonder begin of eind, die alles in de zichtbare en onzichtbare werelden tot een eenheid maakt. De Kelten voelden zich zeer met de kosmos, de natuur en met hun voorouders in de geestelijke wereld verbonden.

Als op wetenschappelijke wijze de sporen worden nagegaan die de Kelten in de geschiedenis hebben achtergelaten, dan wordt het voor onderzoekers aannemelijk te stellen, dat zij in de eeuwen vóór Christus uit Armenië zijn vertrokken, zich daarna in grote delen van Europa hebben gevestigd en uiteindelijk zijn teruggedrongen in het uiterste Noord-Westen.

Met behulp van fylogenetische taalanalyse hebben taalonderzoekers van het Max Planck-instituut een vocabulaire voor het Proto-Indo-Europees gereconstrueerd, dat een idee geeft van de cultuur van de mensen die het spraken. Hun onderzoek leidde tot de slotsom dat de Indo-Europese taalfamilie waarschijnlijk ten zuiden van de Kaukasus ontstond in een gebied, dat in de Oudheid het koninkrijk Armenië was.


terug naar het overzicht

terug naar het weblog







^