Mannelijke en vrouwelijke breinbedrading
Kennislink, dinsdag 3 december 2013
Door Anna Tuenter
Mannen en vrouwen hebben een andere breinbedrading. Waar het brein van vrouwen zich toespitst op een sterke communicatie tussen beide hersenhelften, tussen links en rechts, kenmerken de hersenen van mannen zich juist door veel sterkere verbindingen binnen de beide hemisferen, tussen voor en achter. Voor deze studie legden Amerikaanse onderzoekers 946 jongeren in de MRI-scanner.
Mannen zijn beter in technische sporten en vrouwen kunnen sociale situaties beter inschatten. Iedereen kent het vaste lijstje van sekseverschillen, maar tot op heden hebben neurowetenschappers deze observaties nooit kunnen verklaren. We kunnen er namelijk niet omheen: mannen hebben gewoon een betere motorische coördinatie en vrouwen bemerken gevoelens sneller.
Grijze en witte stof zijn precies zo te zien op structurele MRI-scans
Universiteit van Amsterdam
Neurowetenschappers zijn er steeds meer van overtuigd dat de kenmerken van onze persoonlijkheid vooral schuilen in de connectiviteit, of 'bedrading' van ons brein. Deze wordt gevormd door de zenuwbanen die de verbindingen tussen de hersengebieden vormen, oftewel: de witte stof. En het heeft er in het bijzonder mee te maken of en hoe sterk deze witte bedrading al deze hersengebieden met elkaar verbindt.
Deze overtuiging is tamelijk revolutionair, want hij staat haaks op wat altijd in het nieuws te horen was: dat karaktertrekjes afhangen van hoe groot en actief de hersengebieden - de grijze stof - zelf zijn.
Een grootse aanpak
Ook Ragini Verma en haar collega's van de Universiteit van Pennsylvania zijn gefascineerd door onze witte stof. Verma besloot om alle bedradingsverschillen tussen vrouwen en mannen op grootse wijze in beeld te brengen en liet maar liefst 949 gezonde jongeren (onder wie 428 mannen en 521 vrouwen) een Diffusion Tensor Imaging-scan (DTI-scan) ondergaan. De deelnemers waren tussen de 8 en 22 jaar oud: precies de periode waarin de ontwikkeling van mannen- en vrouwenhersenen gaat divergeren, legt Verma uit.
Wat bleek? Hoewel de netwerken die ons brein maakt in principe hetzelfde zijn bij beide seksen, hebben deze een heel andere architectuur.
Vrouwen hebben een grotere connectiviteit tússen beide hersenhelften - de hemisferen - van de grote hersenen dan mannen. Deze 'hersenbalken' beginnen zich te versterken aan de voorkant van het brein en breiden zich gedurende de pubertijd uit naar het achterhoofd. De hemisferen van mannen zijn slechter met elkaar verbonden, maar juist bínnenin zo'n hemisfeer zijn de verbindingen tussen hersengebieden voor en achter veel sterker dan bij vrouwen.
De bovenste twee breinen (gezien vanaf de bovenkant en de linkerzijkant) zijn mannelijk en de twee onderste vrouwelijk. Blauwe lijnen geven de verbindingen bínnen de beide hersenhelften weer, oranje tússen hersenhelften. Deze weergaven zijn relatief: dat er bij mannen nauwelijks oranje lijntjes en bij vrouwen nauwelijks blauwe lijntjes te zien zijn, betekent niet dat deze er niet zijn, alleen dat deze relatief minder sterk zijn dan de verbindingen die wel zijn weergegeven.
Precies het tegenovergestelde bleek het geval voor de kleine hersenen, ook wel het 'cerebellum' genoemd. Daar worden geen cognitieve processen - zoals bij de grote hersenen - maar juist de motorische coördinatie geregeld. In het cerebellum communiceren beide helften namelijk juist beter bij mannen, al was elke cerebellumhelft intern beter bedraad bij vrouwen.
Al deze verschillen tussen mannen en vrouwen bleken bij de jongste deelnemers nog erg subtiel, maar waren bij de pubers en jong volwassenen duidelijk aanwezig.
De grote hersenen met zijn gebieden zijn gekleurd aangegeven en bevatten de frontale, pariëtale, temporale en occipitale hersenschors. De kleine hersenen, het cerebellum, is op deze afbeelding grijsgestreept.
wetenschapsforum.nl
Mannelijke en vrouwelijke bedrading
Dit alles betekent volgens de onderzoekers dat mannenhersenen zijn ontworpen voor een optimale communicatie binnen de hemisferen en die van vrouwen op de interactie tussen de hemisferen. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen: hoe vertaalt dit zich naar ons gedrag?
Verma vermoedt dat het brein van vrouwen is toegespitst op een cognitief gelaagde interpretatie van omgevingsprikkels, waarbij analytische en intuïtieve functies van beide hemisferen geïntegreerd worden. Zou dit de basis kunnen zijn voor sociaal inzicht?
En zouden mannenhersenen juist ingericht kunnen zijn op een motorisch sterk gecoördineerde reactie op omgevingsprikkels - onder andere door hun sterk verbonden cerebellumhelften? En heeft dit misschien te maken met een verklaring voor hun sportaanleg?
Of de onderzoekers in hun enthousiasme iets te snel conclusies aan deze robuuste scanresultaten verbinden of niet, deze studie toont aan dat we nog veel zullen horen over onze breinbedrading.
Ragini Verma, Madhura Ingalhalikar, Alex Smith en anderen: Sex differences in the structural connectome of the human brain, PNAS (december 2013) DOI:10.1073/pnas.1316909110
terug naar man en vrouw
^