Armeense en Keltische kruissteen


De Armeense en Keltische kruissteen als zinnebeeld van zonnewiel en levensboom
     en hun doorwerking in latere tijden

De sjamaan
De etymologie van het woord 'sjamaan' verwijst waarschijnlijk naar het sanskriet 'sjramana': monnik, asceet. In Siberische talen heeft het de betekenis 'hij of zij die weet' (die 'gnosis' heeft) en 'die zichzelf opwarmt, die zichzelf bekrachtigt' (zichzelf in trance brengt); dit hangt weer samen met: de geest als de bewuste levenskracht. De sjamaan is de geestelijke, de priester/tovenaar die met de geestelijke wereld is verbonden; al in het Stenen Tijdperk treedt die in het dorp op als raadsman/-vrouwe en als genezer/genezeres, vooral bij psychosomatische klachten.
De sjamaan leeft aan de rand van het dorp op de grens tussen cultuur en natuur (het wilde, geheimzinnige en ondoordringbare woud, waar je zomaar in verdwaalt), het overgangsgebied tussen de aardse en de geestelijke wereld, waar de geestelijke begeleiders wonen - vaak de geesten van voorouders of overgegane familieleden. De sjamaan verbindt zich met hen door het bewustzijn te verruimen. Hij of zij bereikt die geestestoestand door ritmisch op een trom te slaan en bepaalde danspassen te herhalen, en tracht de omvorming van zijn of haar geestesgesteldheid te bevorderen door zich met een dierenhuid te bekleden of paddestoelen te gebruiken. De geest van de sjamaan geraakt daardoor 'in extase', letterlijk 'er buiten staan', dus in een meer of minder uitgetreden toestand, buiten het lichaam.
Het komt voor dat op het vel van de trom een kruis ⨁ is getekend als aanduiding van de vier windrichtingen, de vier elementen en de regelmaat van de vier dagdelen en jaargetijden, die als het zonnewiel alle naar de kosmos verwijzen en de sjamaan op deze wijze daarmee verbinden.
Er waren mannelijke en vrouwelijke sjamanen.

De boom: het allereerste, heilige voorwerp - het ontstaan van de levensboom
Bij de Kelten heette de sjamaan de druïde. Het woord 'druïde' hangt waarschijnlijk samen met 'dru': boom (Engels: tree) en 'vid': weten; het is de wijze, die onder de eik als heilige boom zit (zoals in de Bijbel voor bijbelstudie 'onder de vijgenboom wordt gezeten' en Boeddha onder de Ficus religiosa zat). Deze wijze bezat de 'bomenkennis', de onstoffelijke, geheimvolle kennis die met de eikenboom als stoffelijke uitdrukking daarvan, was verbonden.
Prehistorische volkeren gingen ervan uit dat de geesten van hun voorouders nog steeds bij hen waren en dat aan het begin van de rij voorouders de oppergod als schepper stond. De geesten van de voorouders konden zich onder andere in bomen bevinden en middels de boom was er daardoor ook een verbinding met de goddelijke oorsprong. Vanwege zijn genoemde, volmaakte eigenschappen (zie punt 5) kwam van alle bomen de eik als eerste boom daarvoor in aanmerking en daarom kan worden gesteld, dat het allereerste heilige voorwerp voor mensen op aarde de eik was, die als de levensboom werd gezien, de stoffelijke boom waarmee het eeuwige leven was verbonden.

De khachkar of chatsjkar: de kruissteen
Van de eikenboom als levensboom werden daarom de eerste afbeeldingen gemaakt, in de vorm van eikenhouten, gestileerde vormen als heilige voorwerpen, die ter aanbidding of bescherming ook op een andere plaats konden worden opgesteld, zoals een totempaal in het midden van de gemeenschap.
Op plaatsen waar grote stenen lagen, zoals in Armenië, werd de gestileerde eikenboom ingekrast of gebeiteld, wat zich veel later ontwikkelde tot het uithakken van een geschikte steen tot een uitbeelding van de heilige boom. Daaruit ontstonden de Armeense kruissteen (khachkar of chatsjkar) en het Keltische kruis, en die overgang van een nog herkenbare boomvorm tot de volkomen zinnebeeldige kruisvorm als beeld van de heilige levensboom, is inderdaad zichtbaar, zoals op de afbeeldingen hieronder is te zien.

Hier is de eik als de heilige boom, de levensboom in een vereenvoudigde, maar kenmerkende grondvorm gestileerd uitgebeeld als Armeense kruissteen. Aan de uiteinden van de takken (rechts, omhoog en links) zijn bladeren zichtbaar en het onzichtbare wortelstelsel is naar boven in de zichtbare wereld gebogen, en maakt verbinding met de bladeren.

Op alle zes uitstekende takken zijn aan het einde gelobde eikenblaadjes te zien!

Als een van de weinige boomsoorten is de bladrand van de eikenboom gelobd.
De drie lobben aan het einde van het blad zijn op de benen van het Armeense en Keltische kruis te herkennen.
Dit is het blad van de zomereik, Quercus robur (Latijn 'robur': krachtig).
Bron: Wikipedia

De stilering van de eikenboom op deze Armeense kruissteen, alsook van de omgeving langs de randen, zet zich voort.
De aarde waarin de eik is geworteld, is weergegeven, alsook de hemelboog waar de kruin zich naar uitstrekt. Het ongelijkbenige kruis is aanwezig, maar er zijn nog steeds zes takken te zien in de kruin.

Een verdere ontwikkeling van de stilering in abstracte zin.
De randen van deze Armeense kruissteen zijn bezet met afbeeldingen, zoals Keltische knopen. Boven de kruin staat de zon aan de hemelboog.

Hier verschijnt de zon in de vorm van het zonnewiel als aanduiding van de vier jaargetijden, die in het uiterlijk van de eikenboom herkenbaar zijn en die de kosmische verbondenheid van zon en boom weergeven: beide geven ze de kenmerken van de vier jaargetijden weer.
Niet alleen op het kruispunt van de beide benen van het kruis, maar ook onderaan zijn zonnewielen zichtbaar.
Links en rechts zijn vier levensbomen te zien met de vorm van een kruis, waarbij de bovenste en onderste balk langer, maar vrijwel gelijk van lengte zijn.

De kruissteen links heeft nog herkenbare blaadjes en er zijn nog meerdere takken; in de kruin is een zonnewiel ⨂. De rechter heeft in plaats van blaadjes cirkeltjes en de takken zijn samengevoegd. Er omheen zijn vruchten afgebeeld.
Khachkars Theologisch Seminarie Vagharshapat
Bron: Wikipedia

In de loop van de tijd worden de versieringen verfijnder, ook op het kruis. Eronder is een groot zonnewiel afgebeeld. Er zijn zes stralen voor warmte en zes voor licht.
Aan de zijkanten bevinden zich versieringen in de vorm van een vierkant met daarop een kwartslag gedraaid vierkant.
Om het kruis heen gestileerde vruchten.

Khachkar Goshavank Monastery Armenia
Bron: Wikipedia

Op deze Armeense kruissteen is Maria met Jezus afgebeeld. Het kruis is de levensboom, eronder bevindt zich het zonnewiel, dat ook op het snijpunt van de beide benen is aangebracht.
Jezus' levensloop wordt hier met de betekenis van het zonnewiel en de levensboom in verband gebracht.

Khachkar Goshavank
Bron: Wikipedia

Op deze Armeense kruissteen (Sint-Servaasbasiliek in Maastricht, bron: Wikipedia) is het ongelijkbenige kruis ✝︎ op de levensboom aangebracht; het teken ✝︎ is de meest gestileerde vorm van de levensboom, naast de eenvoudige paal. De steen is verder versierd met Keltische knopen. Eronder is het zonnewiel ✳︎ in een cirkel te zien.
Bovenaan staan zeer gestileer-de afbeelding van een levens-boom: de gelobde eikenblaad-jes zijn nog wel zichtbaar.

De gestileerde levensboom zonder blaadjes.



Levensbomen met gestileerde blaadjes, die allerlei vormen kunnen aannemen.

Levensbomen als gelijkbenige kruisen met blaadjes in allerlei vormen.

De levensboom als ongelijkbenig kruis zonder blaadjes.


De levensboom alleen als ongelijkbenig kruis, zonder het zonnewiel in het snijpunt, of het eenvoudigst als totem-paal.
Het ongelijkbenige kruis als levensboom en het zonnewiel in de vorm van een cirkel of vier stervormige streepjes sámengevoegd tot één zinnebeeld: het levensboom-zonnewielteken, levensboom en zonnewiel in één.

Ook in de Chinese karaktertaal is een afbeelding van de levensboom voorhanden.

Het gelijkbenige kruis met cirkel ⨁ was in gebruik bij de zonaanbidders en het T-kruis bij de Tammuz-aanbidders. Het ongelijkbenige kruis met een dwarsbalk iets boven het midden als de levensboom is op ikonen van heiligen en kerkleraren uit de Oudheid overal zichtbaar en nog steeds in gebruik. De gelovigen uit de eerste eeuwen van het christendom waren ook vertrouwd met de paal als meest eenvoudige vorm van de levensboom. Deze paal werd door de Romeinse bezetters echter ook gebruikt om ter dood veroordeelden aan vast te nagelen (één door de beide polsen boven, twee door beide voeten ter weerszijde van de paal beneden).
Door een samensmelting van vormen - en wellicht ook uit de behoefte een apart teken te hebben voor de jonge kerk - heeft kerkvader Hiëronimus rond het jaar 400 het 'stauros' (paal) uit de Griekse oertekst bewust of onbewust niet vertaald met 'stipes' (paal), maar met 'crux' (kruis) in de Latijnse Vulgaat. Zo ontstond het 'Latijnse kruis'.

Kunstenaars waren in de eerste eeuwen nooit op de gedachte gekomen Jezus aan een paal uit te beelden (de voorstelling was te gruwelijk en beschamend), maar met een wat verhoogde dwarsbalk kreeg het Latijnse kruis een 'menselijke' vorm, waardoor Jezus' terechtstelling op kunstzinnige wijze kon worden weergegeven; en in de loop van de vijfde eeuw maakten kunstenaars van Hiëronimus' vertaalfout een vertrouwd beeld: letterlijk een artefact ('kunstmatig'), dat later terecht het 'Latijnse' kruis werd genoemd, omdat het immers geheel samenhangt met die vertaalfout in de Latijnse Vulgaat.
Pas ná de vierde eeuw verscheen het Latijnse kruis op afbeeldingen en op en in kerkgebouwen.

De Romeinen gebruikten twee martelwerktuigen voor ter dood veroordeelden. Voor hooggeplaatste Romeinen werd het T-kruis gebruikt, 'stipes et patibulum' geheten (paal met dwarsbalk bovenop, met een pen vastgezet), waar het slachtoffer aan werd vastgebonden. Voor het lagere volk en slaven werd een paal gebruikt, waar zij aan werden vastgenageld.
Zie voor dit onderwerp 'Jezus werd aan een paal terechtgesteld' 1,
zie ook 'Jezus werd aan een paal terechtgesteld' 2
en 'Jezus werd aan een paal terechtgesteld' 3.

De Heilige Kyrillos (Cyrillus) (313-350), bisschop van Jeruzalem en kerkleraar (1)

Kyrillos draagt hier een bisschopsmantel en mijter die geheel bezet zijn met gelijk-benige kruisen.
Op zijn stola zijn ongelijkbenige kruisen afgebeeld met de vorm van de levensboom.

Om het snijpunt van de balken heen bevindt zich een acht-puntige ster, vier stralen voor het licht óp het kruis, vier voor de warmte tussen de balken: het zonnewiel (Jezus' leer) verenigd met de levensboom (het eeuwige leven waar Jezus' leer naar toe leidt).
Dat werd door de eerste christenen
door dit zinnebeeld aangeduid.

Een Armeense kruissteen die op een zonnewiel rust met acht stralen, die geheel worden gevormd door een Keltische knoop. De dubbele ring van dit zonnewiel verschijnt vervolgens in het klein rondom het snijpunt van het ongelijkbenige kruis van de levensboom.

Die tweede ring - het zonnewiel - is een kenmerkende eigenschap van Keltische kruisstenen; de beide takken vormen binnen het zonnewiel een Keltische knoop.

Khachkar als Gedenksteen Armeense genocide (Amsterdam).
Bron: Wikipedia

In dit Keltische kruis is de eik als levensboom met drie takken nog te herkennen, evenals de drie gelobde eikenblaadjes op de uiteinden van de takken.

Aan de uiteinden van de benen van dit kruis zijn de bladeren gestileerd weergegeven en de eik als levensboom is veranderd in het gelijkbenige, Keltische kruis, waarin de cirkel een aanduiding is van het zonnewiel.

Hier zijn de eikenblaadjes ingekerfd in een verdikking aan het uiteinde van de drie benen, terwijl onderaan het wortelstelsel door een verdikking wordt weergegeven.
Hier verschijnt het zonnewiel op de boom zelf als een gelijkbenig kruis in een cirkel.

Hier wordt aangegeven dat ook de mens onderdeel is van het kosmische geheel.

De volkomen gestileerde, abstracte vorm van de levensboom, het Keltische kruis.

De hierboven geschetste ontwikkeling van de eik als de levensboom en van het zonnewiel van de Armeense kruissteen tot het Keltisch kruis met zonnewiel:


Op de eerste afbeelding, die van de Armeense kruissteen is de gestileerde weergave te zien van de kruin en van het wortelstelsel van de eik als de levensboom, wat later de vorm aanneemt van het Keltische kruis.
Op de tweede afbeelding is te zien dat de eik als levensboom ook samenhangt met het zonnewiel, doordat de omloop om de zon (en de schuine stand van de aarde) de oorzaak is van de vier jaargetijden, en daardoor met het verschijnen van bladeren, bloemen en vruchten, en ten slotte het afvallen van de bladeren... om dit het volgende jaar weer te herhalen; een herhaling die eindeloos is en door vlechtwerken wordt weergegeven, gevormd door een lijn zonder begin of einde.
Op de derde afbeelding wordt de mens in dat kosmische gebeuren betrokken, waarna door de menselijke geest het Keltische kruis in de vierde afbeelding een vergeestelijkte, abstracte vorm krijgt door de geometrische figuren: concentrische cirkels en daarin twee eindeloze vlechtwerken, Keltische knopen, die binnen de cirkel een gelijkbenig kruis en een vierkant (ruit) vormen.

Het aanvankelijk Armeense en later Keltische kruis bestond al eeuwen vóór het begin van de jaartelling als uitbeelding van de levensboom. Door de vorm ervan en de overeenkomst van Jezus' leven - als geboorte, prediking, overlijden, dood en wederopstanding - met de betekenis van het zonnewiel, namen de Kelten als vanzelfsprekend het christendom aan, maar bleven ook hun oorspronkelijke godsdienst trouw. Daardoor ontstond in Schotland, Wales en Ierland een aparte vorm van het christendom als de Keltische vorm ervan.

Zij hadden ook hun eigen theologie, die werd uitgedragen door o.a. de geleerde monnik Pelagius en later door Johannes Scotus 'Eriugena' (de Ier). Zij hielden vast aan de vrije keuze van de mens en de onvooringenomenheid van God ten opzichte van iedere mens, en bestreden de 'zondeval' en de 'erfzonde', alsook de 'voorbeschikking' van God en afhankelijkheid van Gods 'genade' (welwillendheid), als leerstuk door Augustinus opgesteld. Helaas voor hen en voor álle gelovigen, beschikte de paus destijds in het voordeel van Augustinus, waardoor alle gelovigen bij voorbaat tot zondaars werden verklaard... die bovendien 'niet tot enig goed in staat' waren(!) - een leerstuk dat veel onnodige schuldgevoelens heeft veroorzaakt en de geestelijke ontwikkeling van de mensheid ernstig heeft geremd.

Augustinus en paus gingen hiermee rechtstreeks in tegen de strekking van de Bijbel (zie in het Menu 'De Bijbel en geestkunde'), zoals die bijvoorbeeld tot uiting komt is Jezus' gelijkenis van de Verloren Zoon: de mens heeft een vrije keuze en God laat de mens hierin begaan; de mens moet zelf tot bezinning komen en zelf besluiten terug te keren (religio: herverbinding) naar zijn liefhebbende en vergevingsgezinde Vader, God.

De levensboom en Jezus' leer over het eeuwige leven
Met de verschijnselen die een boom laat zien gedurende de kringloop van de jaargetijden en die als een zinnebeeld kunnen worden opgevat van het eeuwige leven, verbonden de eerste volgelingen van Jezus gedurende de eerste eeuwen na zijn wederopstanding zijn hemelse leer.

In een grot in de oostoever van het Meer van Galilea vond een bedoeïen rond 2005 een loden boekje met 15 blaadjes, die met loden ringetjes bijeen worden gehouden. Na academisch archeologisch onderzoek aan de Universiteit van Surrey, bleek het boekje 2000 jaar oud te zijn, uit de tijd van Jezus. Door verder onderzoek in de grot werden tientallen van deze boekjes gevonden.
Hiernaast een losse (gebro-ken) bladzijde uit een ervan.
Het toont een ongelijkbenig kruis met de vorm van een levensboom.

De gestileerde boom is weergegeven als een stam met twee zijtakken. De levensboom is omgeven door tekens voor de zon ⨀ (teksten waarin God met de zon wordt vergeleken: Ps. 84:11, Ps. 89:36, Jes. 60:1-5, Mal. 4:2). De boom zelf is getekend binnen twee cirkels, wat de kosmische betekenis ervan aangeeft.
De nevenstaande, ongelijk-benige vorm is de nagemeten weergave op schaal van die van het loden boekje.
Deze ongelijkbenige vorm, de levensboom, is te herkennen op hierna volgende afbeeldingen, met daarnaast ook gelijkbenige, Griekse kruisen. Deze en volgende afbeeldingen laten zien, dat de volgelingen van Jezus in de eerste eeuwen na Christus de betekenis van de levensboom gebruikten om Jezus' leer over het eeuwige leven mee aan te duiden.

Bron: https://youtu.be/kkF48IDeiB4?si=yazIUPAeJxeVbvLE

Op een muur in een ruimte in Jeruzalem waarvan wordt verondersteld dat Jezus' er moet zijn geweest, was deze gravure van een levensboom aangebracht.
Hier wordt de levensboom onmiskenbaar met Jezus verbonden.
Bovenaan staan naast de stam de letters IC en XC met een streep erboven: Iesous Xristos en onderaan staat alfa en omega als hoofdletters.
Op de hoeken van de benen de gestileerde blaadjes en wortels van de levensboom.

In een andere ruimte in Jeruzalem waarvan wordt verondersteld dat Jezus' er moet zijn geweest, bleek onder de pleisterlaag een verzameling gelijkbenige - en ongelijkbenige kruisen in de vorm van de levensboom schuil te gaan.
Ook zijn er kleine gelijkbenige kruisen met stippen in de vier hoeken van het kruis, volgens ⁜. Dat betekent dat zonnewielen en levensbomen hier naast elkaar staan, daar zij immers nauw met elkaar samenhangen: de omloop van de zon beïnvloedt de toestand van de levensboom.
Bron: video TopBox TV https://youtu.be/qarJvF3Wg_Q?si=owFL5xQ4Hnj69BJW

Een Russisch-Byzantijns ikoon uit de 16e eeuw. In Jezus' aureool zijn hemelse naam: O ω N; met de betekenis: "Ik ben die ik ben" of "Hij die is": m.a.w.: Jahweh, God.
In zijn hand een scepter met daarop de levensboom.

Op zijn borst een hanger met een gelijkbenig kruis in twee cirkels, wat de kosmische betekenis aangeeft.
Op zijn sierband en man-chetten meerdere soorten zonnewielen.
Op zijn kroon en op de hemelbol (blauw met sterren) levensbomen. De hemelbol geeft het koninkrijk Gods weer, waar Jezus koning is.

De Heilige Kyrillos (Cyrillus) (313-350), bisschop van Jeruzalem en kerkleraar (2)

Dat ook christenen uit de eerste eeuwen in Jeruzalem de eik als de levensboom kenden in zijn gestileerde vorm, laat dit ikoon zien van de heilige Kyrillos van Jeruzalem. Aan weerszijden van hem staat de levensboom in de aarde, terwijl op zijn stola de levensboom is te zien als een kruis, waarvan de verticale benen langer zijn dan de horizontale, in overeenstemming met de levensbomen naast hem. Daarnaast is op zijn kleed weer het Griekse, gelijkbenige kruis te zien.
De vorm van wat in de 5e eeuw het Latijnse kruis is genoemd, was in de Oudheid al wel bekend, maar toen als een gestileerd beeld van de levensboom op zijn stola.


Kyrillos' Bijbel is als een vierkant getekend met daarop een zonnewiel in de vorm van een dubbel viertal stippen, wit en gekleurd. Ook is onderaan op zijn stola iets dergelijks te zien, evenals de achtstralige ster ✳︎ , waardoor dit alles in verband wordt gebracht met Jezus' leer.
Links en rechts van hem de zespuntige of Davidsster, verwijzend naar de joodse grondslag van Jezus' leer.
Met de linkerhand houdt hij zijn Bijbel vast, met zijn rechterhand maakt hij als kerkleraar het belerende gebaar met twee vingers omhoog, overeenkomend met afbeeldingen van Jezus.
Op de afbeelding van deze christelijke kerkvader komen een aantal zinnebeelden uit verschillende geloofsrichtingen bij elkaar en vormen een eenheid.

Barnabas ('zoon der vertroosting') houdt een boekrol vast en maakt het belerende gebaar. Hij 'bezit' zijn stoel, maar zijn stoel is ook zijn geestelijke 'bezit', want op dat bezit bevinden zich op de rugleuning vier levensbomen en op de stoelpoten vier zonnewielen. Daardoor hebben ook de ongelijkbenige kruisen op zijn stola de betekenis van de gestileerde levensboom; om het snijpunt van de benen bevinden zich de zonnestralen van het zonnewiel en ook op de uiteinden van de benen bevinden zich vier punten.

Johannes van Damascus uit de 8e eeuw was kerkleraar en ikonenvereerder. Als monnik legde hij zich toe op gebed, ascese en theo-logie, en hield hoogstaande redevoeringen, reden waarom hij de bijnaam 'gouden woordenstroom' had. Als kerkleraar maakt hij met zijn hand het belerende gebaar.
Op zijn hoofddoek heeft de kunstenaar een levens-boom afgebeeld met daarop een ruit als zonne-wiel, een verwijzing naar Jezus' leer over het eeuwige leven (alleen door vergroting en rechtzetten te zien).

In een kerk in Lednice in Moravië, in het Oosten van Tsjechië, bevinden zich rondom het altaar een rij van deze afbeeldingen. Het is een gelijkbenig kruis vanuit een vierkant in het midden (met daarin ook zo'n kruis), met aan ieder uiteinde een drietal gelobde eikenblaadjes, waardoor er een samenhang is tussen het kruis als zonnewiel en de levensboom (afbeelding door mij bijgewerkt).

Dit is een plaat, de Medolo-steen, uit het klooster van de heiligen Salvatore en Giulia, 8e eeuw, in het Brescia Museum van Santa Giulia.

Naast de gestileerde levensboom staan linksonder een gewone boom en rechtsonder de lemniscaat, het teken voor de eeuwige kringloop, het eeuwige leven dat het doel is van Jezus' leer en dat door de levensboom wordt weergegeven.


Deze afbeelding en die hieronder laten duidelijk zien dat de eerste christenen de oude beelden waarmee zij vertrouwd waren, het zonnewiel en de levensboom, zinnebeelden van het eeuwige leven, rechtstreeks met Jezus' leer van het eeuwige leven verbonden en met zijn dood en wederopstanding.

Links- en rechtsboven zijn de initialen van Jezus Christus aangebracht, dan de boog van het hemelgewelf en daaronder de gestileerde levensboom op aarde, met op het snijpunt van de benen een vierkant in de vorm van het Keltische vierkant. Het vierkant is geheel verstrengeld met de levensboom.

Een plaat uit de Kluis van de Heilige Sint Serafim van Sarov in Skouriotissa, Cyprus.
Duidelijk is hier de samenstelling te zien van de Levensboom met gestileerde blaadjes en wortels, en het zonnewiel, de cirkel in het midden met de vier stippen van de vier jaargetijden, met daarin de intialen van Jezus Christus.
Jezus' leer over het eeuwige leven, verbonden met zonnewiel en Levensboom.

Op hedendaagse kerken is het kruis als de levensboom nog steeds te vinden, ook op kerkgebouwen in Vaticaanstad.
Hier zijn de gestileerde eikenblaadjes of de lobben ervan als bolletjes uitgebeeld, met de zon van het zonnewiel op het snijpunt van de benen.

Zonnewiel en levensboom zijn kosmische archetypen in de zin van Jung, die zich niet zomaar door een bedachte nieuwvorm laten verdrijven.

Zo'n gelijkbenig kruis met aan het einde van ieder been drie gelobde of gestileerde (eiken)blaadjes, is in de iconografie wijd verbreid.
Op Tarot-kaarten zijn ze terug te vinden bij de Staven (uitbottende levensbomen, m.a.w. levenskracht: willen), op speelkaarten als Klaveren.

Een gelijkbenig kruis in een Ethiopische Tewahedo-kerk.
In het uiteinde van de benen drie stippen voor de blaadjes, in het midden een cirkel van stippen met het middelpunt.

Een werkplaats voor religieuze kunst in Ethiopië.
Het kruis is een levensboom.

Een kruis als levensboom in een Tewahedo-kerk. Een cirkel om het snijpunt van de beide balken als het zonnewiel, zoals bij Keltische kruisen.

In een Tewahedo-bijbel een 7-tallige bloem (2x7 bloemblaadjes); zeven is het getal van de wijsheid.
In het midden een zonnewiel met vierkant.

Een afbeelding van de heilige geest als vogel boven Jezus in de Tewahedo-bijbel. Rondom hen (bijna) vierkanten met Keltische knopen en in sommige gelijkbenige kruisen.

Een bladzijde uit de Tewahedo-bijbel, aan de bovenkant en in de marges opgevuld met Keltische knopen. Bovenaan en onderin gelijkbenige kruisen.

En, nog weer veel verder weg, een levensboom uit Indonesië, als huisvlijt gemaakt van schelpen en ijzerdraad.


terug naar het overzicht

terug naar het weblog







^